Cassatie van Rechtbank Zwolle, 6 de Junio de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Junio de 2001
Uitgevende instantie:Rechtbank Zwolle

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK

TE ZWOLLE

Meervoudige civiele kamer

Zaaknr/rolnr: 59254 / HA ZA 00-932

Uitspraak: 6 juni 2001

V O N N I S

in de zaak, aanhangig tussen:

  1. [eiser],

    en

  2. [eiseres],

    beiden wonende te [woonplaats],

    eisers,

    procureur mr. C.E. Jeekel,

    en

  3. de stichting STICHTING IJSSELMEERZIEKENHUIZEN,

    gevestigd te Lelystad,

    en

  4. [gedaagde nummer 2],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagden,

    procureur mr. R.K.E. Buysrogge,

    advocaat mr. O.L. Nunes te Utrecht.

    Partijen zullen in het navolgende ook wel worden aangeduid als respectievelijk [eisers], dan wel [eiser] en/of [eiseres], het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2].

    PROCESGANG

    De zaak is bij op respectievelijk 24 en 28 augustus 2000 uitgebrachte dagvaarding aanhangig gemaakt. Partijen zijn verschenen, waarna de volgende processtukken zijn gewisseld:

    - een conclusie van eis van de zijde van [eiser];

    - een conclusie van antwoord van de zijde van het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2];

    - een conclusie van repliek van de zijde van [eiser];

    - een conclusie van dupliek van de zijde van het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2].

    Ten slotte is op verzoek van partijen op het griffiedossier vonnis bepaald.

    CONCLUSIES VAN PARTIJEN

    De vordering van [eisers] strekt ertoe, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

    1. te verklaren voor recht dat het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die het gevolg is van de onbedoelde zwangerschap voortvloeiende uit de ingreep d.d. 26 april 1996, welke schade nader zal worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet met hoofdelijke veroordeling -des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd- van het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2] in de kosten van deze schadestaatprocedure;

    2. het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2] hoofdelijk -des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd- te veroordelen tot betaling aan [eisers] van de gerechtelijk kosten ad ƒ 3.711,83 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening;

    3. het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2] hoofdelijk - des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd - te veroordelen in de kosten van onderhavige procedure.

    Daartegen is door het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2] verweer gevoerd met conclusie de vordering aan [eisers] te ontzeggen en [eisers] te veroordelen in de proceskosten, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis.

    MOTIVERING

    Vaststaande feiten

  5. Tussen partijen staan, als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, dan wel op grond van de onbestreden inhoud van overgelegde producties, de navolgende feiten vast.

    1.1 In de periode waarin de onderhavige gebeurtenissen zich hebben afgespeeld was [gedaagde nummer 2] als gynaecologe werkzaam in het Zuiderzeeziekenhuis te Lelystad, gexploiteerd door gedaagde sub 1.

    1.2 Op 11 april 1996 heeft [eiseres] het spreekuur van [gedaagde nummer 2] bezocht in verband met de wens gesteriliseerd te worden.

    1.3 Op 26 april 1996 heeft [gedaagde nummer 2] bij [eiseres] een laparoscopische sterilisatie verricht, door middel van de zogenaamde Filshieclip-methode. Daarbij wordt om zowel de rechter als de linker eileider een zogenaamde Filshieclip geknepen. Na het aanbrengen vernauwt de Filshieclip zich door het zwellen van het siliconen rubber binnen de clip, waardoor de eileider wordt afgesloten.

    1.4 Het operatieverslag van de sterilisatie op 26 april 1996 vermeldt onder meer: "probleemloze procedure - extreem dunne tubae"

    1.5 Op 15 december 1997 beviel [eiseres] desondanks van een gezonde zoon.

    1.6 Op 11 februari 1998 is [eiseres] door gynaecoloog [X] geresteriliseerd, wederom door middel van de Filshieclip-methode, nu in combinatie met coagulatie, waarbij een gedeelte van de eileiders door middel van electrische stroom wordt beschadigd.

    1.7 In het operatie-verslag van de resterilisatie op 11 februari 1998 staat onder meer het navolgende:

    "Rechts wordt een normale tuba gezien met geen aanwijzingen voor Filshie clip. Ook in de omgeving geen losse Filshie clip zichtbaar. Links status na klippen tuba met een afgebroken tuba aan een dun adhaesief draadje hangende gesloten Filshie clip en een distaal deel tuba."

    Standpunten van partijen

  6. Het standpunt van [eisers] luidt - kort weergegeven - als volgt:

    2.1 Het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2] zijn aansprakelijk voor de gevolgen van de onbedoelde zwangerschap, (primair:) omdat zij [eisers] onvoldoende hebben genformeerd over de medische ingreep en (subsidiair:) omdat de ingreep niet volgens de daarvoor geldende standaard is uitgevoerd, dan wel omdat er sprake is geweest van een kunstfout.

    2.2 Voor zover [eiser] niet ontvankelijk mocht worden bevonden, omdat hij niet kan worden aangemerkt als betrokkene bij de geneeskundige behandelingsovereenkomst, zijn het Ziekenhuis en [gedaagde nummer 2] jegens hem aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad.

    2.3 In het kader van de vaststelling van de aansprakelijkheid en de omvang van de schade zijn gedurende 10.53 uren buitengerechtelijke werkzaamheden verricht, waarvoor de kosten ƒ 3.711,83 inclusief BTW belopen.

  7. Het standpunt van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT