Hoger beroep kort geding van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 21 de Junio de 2001
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 21 de Junio de 2001 |
Uitgevende instantie: | Court of Appeal of Arnhem (Netherlands) |
Parketnummer: 21-001642-00
Uitspraak dd.: 21 juni 2001
TEGENSPRAAK
GERECHTSHOF TE ARNHEM
meervoudige kamer voor strafzaken
ARREST
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te Arnhem van 13 juni 2000 in de strafzaak tegen
[DE VERDACHTE],
geboren te [Plaats] in het jaar 1968,
wonende te [Plaats]
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 1 maart 2001 en 7 juni 2001 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I), na voorlezing aan het hof overgelegd, en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Omvang van het hoger beroep
De verdachte heeft ter terechtzitting opgegeven dat zij geen rechtsmiddel heeft willen instellen tegen dat deel van het vonnis, waarvan beroep, waarbij zij ter zake van het onder 2 telastegelegde werd vrijgesproken, zodat het hof verstaat dat het hoger beroep van verdachte uitsluitend is gericht tegen dat deel van het vonnis, waarvan beroep, waarbij verdachte ter zake van het onder 1 telastegelegde werd veroordeeld.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich niet met het vonnis, waarvan beroep, voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen, zodat dit vonnis in zoverre behoort te worden vernietigd en in zoverre opnieuw moet worden rechtgedaan.
De telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd dat:
(zie voor de inhoud van de dagvaarding bijlage II)
Indien in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen, dat verdachte het onder 1 primair telastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 subsidiair telastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
(zie voor de inhoud van de bewezenverklaring bijlage III)
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is telastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door het hof gebezigde bewijsmiddelen van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde
-
het in de wettelijke vorm door M. van Dijk, brigadier van politie District Arnhem-Veluwezoom Oost, opgemaakte proces-verbaal, als dossierparagraaf 2.1.3 bij het stamproces-verbaal PL0710-98-007750 gevoegd, gedateerd 2 oktober 1998, voorzover...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT