Cassatie van Rechtbank Haarlem, 25 de Junio de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Junio de 2001
Uitgevende instantie:Rechtbank Haarlem

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE HAARLEM

MEERVOUDIGE STRAFKAMER

tegenspraak

parketnummer : 15/030805-00

uitspraak : 25 juni 2001

volgnummer : 01

VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)

Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 juni 2001gewezen in de zaak tegen:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats]

wonende te [woonplaats],

thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuw Vosseveld te Vught.

  1. Tenlastelegging

    Aan de verdachte is tenlastegelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I bij dit vonnis gevoegd en maakt daarvan deel uit.

    Op vordering van de officier van justitie is de tenlastelegging van feit 1 en 2 ter terechtzitting gewijzigd. Een kopie van die vordering is als bijlage III bij dit vonnis gevoegd en maakt daarvan deel uit.

    Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

  2. Voorvragen

    De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding van verdachte geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak en dat er geen redenen voor zijn voor schorsing van de vervolging.

    2.1 Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

    De raadsman heeft aangevoerd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vervolging. Hij voert daartoe -zakelijk weergegeven- aan dat ondanks herhaald verzoek van de verdediging, verzuimd is het slachtoffer [slachtoffer1], die zijn aanvaller gezien moet hebben, als getuige te doen horen.

    De rechtbank overweegt in verband hiermee het volgende:

    Vooropgesteld dient te worden dat een zo verstrekkende sanctie als de niet ontvankelijk-verklaring van het Openbaar Ministerie in zijn vervolging tengevolge van optreden van de met opsporing en vervolging belaste autoriteiten slechts aan de orde is, wanneer er sprake is van een ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan.

    De rechtbank stelt allereerst vast dat blijkens het proces-verbaal van 05 september 2000 het slachtoffer [slachtoffer1] op 14 augustus 2000 door verbalisanten Bayle en Bakker is gehoord in het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam waarbij [slachtoffer1] niet meer dan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT