Cassatie van Rechtbank Amsterdam, 28 de Junio de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Junio de 2001
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE AMSTERDAM

SECTOR BESTUURSRECHT

Meervoudige kamer

UITSPRAAK

reg.nr: AWB 97/5082 AKW

inzake: [eiser], wonende in [woonplaats], eiser,

tegen : de Sociale Verzekeringsbank, gevestigd te Amstelveen, verweerder.

  1. AANDUIDING BESTREDEN BESLUIT

    Besluit van verweerder van 26 maart 1997, registratienummer Afd. 7/AKW1548.

  2. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    Bij besluit van 27 november 1996 heeft verweerder eiser medegedeeld dat hij over het vierde kwartaal van 1996 geen recht heeft op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor zijn zoon, geboren op [geboortedatum].

    Bij het thans bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en het besluit van 27 november 1996 gehandhaafd.

    Namens eiser heeft mr. J.K. Gaasbeek, advocaat te Haarlem, op 2 mei 1997 beroep ingesteld en op daartoe op 9 oktober 1997 aangevoerde gronden verzocht het bestreden besluit te vernietigen.

    Verweerder heeft op 12 augustus 1997 afschriften van op de zaak betrekking hebbende stukken ter griffie ingezonden en op 13 november 1997 een verweerschrift ingediend.

    Bij brief van 6 maart 1998 heeft mr. H.M. van Dam, advocaat te Haarlem, laten weten de behandeling van deze zaak van mr. Gaasbeek te hebben overgenomen.

    Bij brief van 11 maart 1998 heeft verweerder een aantal vragen van deze rechtbank beantwoord.

    De zaak is, tezamen met vier zaken waarin dezelfde problematiek een rol speelt, behandeld ter zitting van de rechtbank in een meervoudige kamer op 26 maart 1998. Eiser is daar verschenen bij gemachtigde mr. Van Dam. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. G.A. van Egdom, mr. A.H. Gersie en mr. H.P. van Bommel, juridisch medewerkers bij de Sociale Verzekeringsbank.

    De rechtbank heeft het onderzoek vervolgens heropend en bij beslissing van 28 januari 1999 een aantal prejudiciÎle vragen ter beantwoording voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: het Hof).

    Bij arrest van 20 maart 2001 (zaak C-33/99), gepubliceerd in USZ 2001/144, heeft het Hof de vragen van de rechtbank beantwoord.

    De zaak is opnieuw behandeld ter zitting van de rechtbank in een meervoudige kamer op 17 mei 2001, waar eiser is verschenen bij zijn gemachtigde mr. Van Dam en waar verweerder, zoals aangekondigd, niet is verschenen.

  3. MOTIVERING

    Eiser heeft de Marokkaanse nationaliteit. Hij heeft enige tijd in Nederland gewoond en gewerkt en is, nadat hij arbeidsongeschikt is geworden, met behoud van zijn Nederlandse arbeidsongeschiktheidsuitkering naar Marokko teruggekeerd. Uit hoofde van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering was hij ten tijde hier van belang verzekerd ingevolge de AKW. [zoon van eiser] volgde tot en met het studiejaar 1995/1996 onderwijs aan het Lycee Moulay Ali Charif, ter verkrijging van zijn baccalaureat. Met ingang van het studiejaar 1996/1997 is hij economie gaan studeren aan de universiteit Sidi Mohamed Ben Addellah.

    Tot 1 oktober 1986 had de verzekerde overeenkomstig de bepalingen van de AKW recht op kinderbijslag voor door hem verzorgde eigen, aangehuwde en pleegkinderen tussen de 16 en 27 jaar, die in belangrijke mate door hem werden onderhouden en wier voor werkzaamheden beschikbare tijd in beslag werd genomen door of in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT