Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 14 de Agosto de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak14 de Agosto de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 09/997104-11

Datum uitspraak: 14 augustus 2012

Verstek

(Promis)

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum]1953 te [geboorteplaats],

[adres]

  1. Het onderzoek ter terechtzitting

    Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 31 juli 2012.

    De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.A.W. Mol.

    Verdachte is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter terechtzitting verschenen. Er is evenmin een uitdrukkelijk gemachtigde advocaat ter terechtzitting verschenen. De behandeling van de zaak is daarom, nadat de rechtbank verstek heeft verleend tegen de niet verschenen verdachte, buiten aanwezigheid van verdachte voortgezet.

  2. De tenlastelegging

    Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

  3. zij,

    op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2007 tot en met 9 maart 2011, (telkens) te 's-Gravenhage en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk, meermalen, althans eenmaal,

    heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,

    - een hoeveelheid oxazepam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxazepam, en/of

    - een hoeveelheid valium en/of diazepam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende valium en/of diazepam, en/of

    - een hoeveelheid clonazepam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende clonazepam, en/of

    - een hoeveelheid alprazolam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende alprazolam, en/of

    - een hoeveelheid temazepam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende temazepam, en/of

    - een hoeveelheid flurazepam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende flurazepam, en/of

    - een hoeveelheid bromazepam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende bromazepam, en/of

    - een hoeveelheid lormetazepam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende lormetazepam, en/of

    - een hoeveelheid zolpidem, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende zolpidem, en/of

    - een hoeveelheid lorazepam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende lorazepam,

    zijnde oxazepam en/of valium en/of diazepam en/of clonazepam en/of alprazolam en/of temazepam en/of flurazepam en/of bromazepam en/of lormetazepam en/of zolpidem en/of lorazepam, (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, althans (een) (hoeveelheid) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,

    terwijl, zij - verdachte - en/of haar mededader(s) van het plegen van voornoemd(e) misdrijf/misdrijven zijn beroep heeft gemaakt of het plegen van voornoemd(e) misdrijf/misdrijven als bedrijf heeft uitgeoefend;

    artikel 11 lid 3 Opiumwet

    art 3 ahf/ond B Opiumwet

    art 3 ahf/ond C Opiumwet

  4. zij,

    op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2007 tot en met 9 maart 2011, (telkens) te 's-Gravenhage en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk meermalen, althans eenmaal,

    (telkens) (een) charta(a)l(e) en/of gira(a)l(e) en/of contant(e) geldbedrag(en) van totaal 198.730 euro (proces-verbaal 10-508 AH/70 en/of AH/13) althans

    22.266 euro (proces-verbaal 10-508 AH/13), en/of

    148.986 euro (proces-verbaal 10-508 AH/55), en/of

    5.008 euro (proces-verbaal 10-508 AH/58), en/of

    22.470 euro (proces-verbaal 10-508 AH/60),

    in elk geval een of meer (grote) geldbedrag(en), heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, en/althans van een of meer voorwerpen, te weten een of meer geldbedrag(en) (totaal) 198.730 euro of daaromtrent, in elk geval een of meer (grote) geldbedrag(en), heeft gebruik gemaakt,

    terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en)/geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven,

    hebbende zij, verdachte, en/of haar mededader van het plegen van witwassen een gewoonte gemaakt;

    art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

    art 420ter Wetboek van Strafrecht

    art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht

    Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

    zij,

    op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2007 tot en met 9 maart 2011, (telkens) te 's-Gravenhage en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk meermalen, althans eenmaal,

    zich schuldig heeft gemaakt aan schuldwitwassen,

    immers heeft verdachte en/of haar mededader, (telkens) (een) charta(a)l(e) en/of gira(a)l(e) en/of contant(e) geldbedrag(en) van totaal

    198.730 euro (proces-verbaal 10-508 AH/70 en/of AH/13) althans

    22.266 euro (proces-verbaal 10-508 AH/13), en/of

    148.986 euro (proces-verbaal 10-508 AH/55), en/of

    5.008 euro (proces-verbaal 10-508 AH/58), en/of

    22.470 euro (proces-verbaal 10-508 AH/60),

    in elk geval een of meer (grote) geldbedrag(en),

    de werkelijk aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en of verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat geld is/zijn, en/of die/dat geld voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben verworven en/of heeft/hebben overgedragen en/of heeft/hebben omgezet en/althans gebruik heeft/hebben gemaakt van dit/deze charta(a)l(e) of gira(a)l(e) geldbedrag(en), terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader redelijkerwijs had(den) moet(en) vermoeden, dat dat/die geldbedrag(en) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijf/misdrijven;

    art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht

  5. Bewijsoverwegingen

    3.1 Het standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte de onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, evenwel met uitzondering van dat deel van de tenlastelegging betreffende feit 2 primair, waarbij verdachte wordt verweten dat zij in de ten laste gelegde periode tevens een geldbedrag van in totaal € 22.266,-- heeft witgewassen, van welk onderdeel (partieel) vrijspraak wordt gevorderd.1

    3.2 De beoordeling van de tenlastelegging2

    Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.

    In de periode van 22 oktober 2007 tot en met 26 mei 2008 is door de douane tijdens fysieke controles bij de invoer van postpakketten bij TNT Post te Amsterdam acht keer een postpakket dat vanuit Thailand was verzonden onderschept en in beslag genomen. In de postpakketten zaten tabletten Seresta en Valium.3 Van deze op lijst II behorende bij de Opiumwet genoemde geneesmiddelen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT