Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 13 de Septiembre de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Septiembre de 2005
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

13 september 2005

eerste civiele kamer

rolnummer: 2004/552

G E R E C H T S H O F T E A R N H E M

A r r e s t

in de zaak van:

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant,

procureur: mr. J.M. Bosnak,

tegen:

de besloten vennootschap [geÔntimeerde],

gevestigd te [vestigingsplaats],

geÔntimeerde,

procureur: mr. H. van Ravenhorst.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het verloop van het geding in eerste aanleg wordt verwezen naar de inhoud van het door de rechtbank Almelo tussen appellant in het principale appËl, verder te noemen: [appellant], als eiser en geÔntimeerde in het principale appËl, hierna ook te noemen: [geÔntimeerde], als gedaagde, gewezen vonnis van 3 maart 2004, dat in fotokopie aan dit arrest is gehecht.

2 Het geding in hoger beroep

[appellant] heeft bij exploot van 17 mei 2004 [geÔntimeerde] aangezegd in hoger beroep te komen van het vonnis van de rechtbank van 3 maart 2004, met dagvaarding van [geÔntimeerde] voor dit hof.

Bij memorie van grieven heeft [appellant] tegen het vonnis van de rechtbank vier grieven aangevoerd, bewijs aangeboden en producties overgelegd. [appellant] heeft geconcludeerd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal vernietigen en, opnieuw recht doende, [geÔntimeerde] alsnog zal veroordelen aan hem te betalen een bedrag van € 1.321.052,50 bruto, inclusief een bedrag aan pensioenschade, te vermeerderen met de wettelijke rente ingaande op de dag van dagvaarding tot die der voldoening, met veroordeling van [geÔntimeerde] in de kosten van de procedure in beide instanties.

[geÔntimeerde] heeft bij memorie van antwoord in het principale hoger beroep de grieven bestreden, producties overgelegd en onder aanvoering van ÈÈn grief incidenteel hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof in het principaal appËl [appellant] niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vordering, althans deze als ongegrond en/of onbewezen zal afwijzen, en in het incidenteel appËl bij arrest uitvoerbaar bij voorraad het vonnis van de rechtbank van 3 maart 2004 zal vernietigen en alsnog zal bepalen dat van de vordering van [appellant] uit hoofde van kennelijk onredelijk ontslag een bedrag van € 100.000,-- bruto toewijsbaar is, althans enig door het hof te bepalen bedrag lager dan de door de rechtbank toegewezen vergoeding, met veroordeling van [appellant] tot terugbetaling van het bedrag waarmee het hof het door de rechtbank toegewezen bedrag vermindert, en met veroordeling van [appellant] in de kosten van het principale en incidentele appËl.

[appellant] heeft in het incidentele appËl geconcludeerd dat het hof [geÔntimeerde] in haar "incidentele vordering" (het hof leest: incidentele appËl) niet-ontvankelijk zal verklaren, althans haar vordering zal afwijzen, met veroordeling van [appellant] in de kosten van (naar het hof begrijpt) het incidentele appËl.

Ter terechtzitting van 18 augustus 2005 hebben partijen de zaak doen bepleiten, [appellant] door mr. H.G.M. van Zutphen, advocaat te Almelo, en [geÔntimeerde] door mr. W.H.N.C. van Beek, advocaat te Breda, waarbij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT