Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 21 de Octubre de 2005

Datum uitspraak21 de Octubre de 2005
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

Nr. 41.181

21 oktober 2005

LC

gewezen op het beroep in cassatie van X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 16 juni 2004, nr. 03/00622, op het verzet van belanghebbende tegen na te melden uitspraak van het Hof betreffende het beroep van belanghebbende inzake de haar voor het jaar 1996 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.

  1. Geding voor het Hof

    Met betrekking tot voormelde aanslag in de vennootschapsbelasting heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof. Het Hof heeft bij uitspraak van 26 september 2003 wegens niet betaling van het griffierecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende heeft daartegen verzet gedaan. Het Hof heeft bij zijn in cassatie bestreden uitspraak het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Geding in cassatie

    Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Staatssecretaris van FinanciÎn heeft een verweerschrift ingediend.

  3. Beoordeling van het middel

    3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

    3.1.1. Ter zake van het bij het Hof door belanghebbende ingediende beroepschrift is door de griffier van het Hof een nota griffierecht verzonden met nummer 001 voor een bedrag van € 232. Belanghebbende heeft door overschrijving naar de daarvoor aangewezen bankrekening en binnen de gestelde termijn een bedrag van € 232 voldaan, onder vermelding van notanummer 003. Een griffierechtnota met laatstvermeld nummer, betreffende een ander beroep van belanghebbende, was eerder reeds door haar betaald. De griffier van het Hof heeft omstreeks 25 juli 2003 een bedrag van € 232 onder de vermelding "dubbel betaald" op de rekening van gemachtigde gestort.

    3.1.2. Op 4 augustus 2003 heeft belanghebbende het Hof meegedeeld dat bij de eerstvermelde betaling per abuis niet het juiste notanummer was vermeld en dat het ingevolge de nota met nummer 001 verschuldigde recht (opnieuw) zou worden overgemaakt op de rekening van het Hof. Het bedrag van € 232 is op 6 augustus 2003 van de rekening van gemachtigde afgeschreven.

    3.2. Het Hof heeft - voor zover in cassatie van belang - geoordeeld dat het bepaalde in artikel 43, lid 1, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek meebrengt dat, nu belanghebbende bij de eerstvermelde betaling uitdrukkelijk een nummer van een andere nota heeft aangewezen, de betaling aan deze nota moet worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT