Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 30 de Agosto de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak30 de Agosto de 2005
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

typ. FR

rolnr. C0400326/HE

ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,

zevende kamer, van 30 augustus 2005,

gewezen in de zaak van:

[appellant],

wonende te [gemeente],

appellant bij exploot van dagvaarding van 10 maart 2003,

verder te noemen: huurder,

procureur: mr. M.C.J. Swart,

tegen:

[geÔntimeerde],

wonende te [gemeente],

geÔntimeerde bij gemeld exploot,

verder te noemen: verhuurder,

procureur: mr. J.W. de Rijk,

op het hoger beroep tegen het door de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector kanton, locatie Helmond onder zaaknummer 182557 en rolnummer 1106/00 gewezen vonnis van 11 december 2002 (door de grieven uitgebreid met de vonnissen van 12 september 2001 en 22 mei 2002) tussen verhuurder als eiser en huurder als gedaagde.

  1. Het verloop van het geding in eerste aanleg en het eerder ingestelde hoger beroep

    Voor het verloop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnissen, alsmede naar arresten van dit hof van 16 september 2003, 16 maart 2004 en 26 oktober 2004 gewezen onder rolnummer 02/941, op het hoger beroep tegen de vonnissen van 28 maart 2001, 27 juni 2001, 12 september 2001 en 22 mei 2002.

  2. Het verloop van het geding in hoger beroep

    2.1. Bij memorie van grieven heeft huurder 5 grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van de vonnissen waarvan beroep en opnieuw recht doende, kort gezegd, tot afwijzing van de vorderingen van verhuurder met veroordeling van verhuurder in de kosten in beide instanties.

    2.2. Huurder heeft vervolgens een incidentele memorie tot voeging genomen; verhuurder een antwoordakte.

    2.3. Bij tussenarrest van 26 oktober 2004 is huurder niet-ontvankelijk verklaard in de incidentele vordering.

    2.4. Bij memorie van antwoord heeft verhuurder de grieven bestreden.

    2.5. Op daartoe door het hof aan partijen gestelde vragen hebben partijen geantwoord dat tegen voornoemde arresten gewezen onder rolnummer 02/941 geen cassatieberoep is ingesteld maar dat de tenuitvoerlegging van de ontruiming van het gehuurde nog niet heeft plaatsgevonden.

    2.6. Partijen hebben daarna de stukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Voor de inhoud van de grieven verwijst het hof naar de memorie van grieven.

  4. De beoordeling

    4.1. Het gaat in dit hoger beroep om geschillen gerezen tussen de verhuurder en de huurder van woon- en bedrijfsruimte.

    4.1.1. Verhuurder heeft - kort samengevat - op grond van wanbetaling de ontbinding en ontruiming alsmede betaling van de achterstallige huur gevorderd. Huurder heeft zich ten verwere beroepen op nadere afspraken en onderhoudsgebreken. In het deelvonnis van 22 mei 2002 heeft de kantonrechter de ontbinding en ontruiming uitgesproken en de zaak aangehouden voor het bepalen van de hoogte van de achterstand in de huurbetaling. Tegen dit deelvonnis is afzonderlijk hoger beroep ingesteld (onder rolnummer 02/ 941). Het hoger beroep is afgewezen en het deelvonnis is in zoverre bekrachtigd. Tegen deze beslissing van het hof is geen cassatieberoep ingesteld. In onderhavig hoger beroep gaat het alleen nog om de vaststelling van hetgeen huurder verschuldigd was uit hoofde van de tussen partijen bestaand hebbende huurovereenkomst en voor de periode na de ontbinding van de huurovereenkomst.

    4.1.2. Het hof neemt eerst in aanmerking dat het vonnis van 12 september 2001, waarin kort gezegd een deskundige is benoemd, dateert van vÛÛr de wetswijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dat in werking is getreden op 1 januari 2002, zodat de onderhavige opdracht en appellabiliteit (die thans is uitgesloten in artikel 194 lid 2 laatste zin Rv, maar toentertijd nog niet) moet worden beoordeeld naar het voordien geldende recht.

    4.1.3. Voorts zal, overeenkomstig het overgangsrecht, recht worden gedaan overeenkomstig het huurrecht zoals dat gold vÛÛr 1 augustus 2003, al maakt dit voor de beslechting van het onderhavige geschil geen verschil. Wel neemt het hof in aanmerking dat - voor zover sprake is van huur (rov. 4.4.7) - het bepaalde in artikel 2 lid 2 HPW (oud), de huurliberalisatie), niet van toepassing is nu de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT