Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zwolle, 23 de Febrero de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak23 de Febrero de 2005
Uitgevende instantie:Rechtbank Zwolle

RECHTBANK ZWOLLE

Sector civiel

Enkelvoudige handelskamer

Zaaknr/rolnr: 94789 / HA ZA 04-336

Uitspraak: 23 februari 2005

V O N N I S

in de zaak, aanhangig tussen:

[eiseres],

wonende te [plaats],

eiseres,

procureur mr. A.C.M. Montessori,

advocaat mr. M.R. Hamburger te Amsterdam,

en

[gedaagde],

wonende te [plaats],

gedaagde,

procureur mr. E. Lucas.

Partijen worden hierna als [eiseres] en [gedaagde] aangeduid.

PROCESGANG

Deze zaak werd aanvankelijk door [eiseres] bij verzoekschrift aangebracht, waarna [gedaagde] een verweerschrift heeft ingediend. Bij beschikking van de enkelvoudige familiekamer van deze rechtbank van 10 februari 2004 werd de zaak in de stand waarin deze zich alstoen bevond voor beraad comparitie van partijen naar de rol enkelvoudige civiele handelskamer was verwezen. Nadat ingevolge tussenvonnis van 7 april 2004 een comparitie van partijen had plaatsgevonden, hebben partijen nog de volgende stukken gewisseld:

- een akte houdende overlegging producties van de zijde van [eiseres];

- een akte uitlating producties van de zijde van [gedaagde];

- een akte overlegging producties van de zijde van [eiseres];

- een akte uitlating producties teven overlegging productie van de zijde van [gedaagde].

Ten slotte hebben partijen vonnis gevraagd op het griffiedossier.

CONCLUSIES VAN PARTIJEN

De vordering van [eiseres] strekt ertoe dat de rechtbank haar een bedrag zal toekennen van EUR 31.314,00 inzake de pensioenverdeling tussen partijen.

Hiertegen is door [gedaagde] verweer gevoerd met conclusie dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [eiseres] niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vordering, danwel deze ongegrond zal verklaren, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van dit geding.

OVERWEGINGEN

  1. Vaststaande feiten

    1.1. Partijen zijn op 15 februari 1961 te [plaats] in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd.

    1.2. Bij vonnis van de rechtbank Amsterdam d.d. 11 november 1981 werd de echtscheiding tussen partijen uitgesproken.

    Inschrijving in de registers van de burgerlijke stand vond op 3 december 1981 plaats.

  2. Standpunt [eiseres]

    2.1. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat het door [gedaagde] tot aan de echtscheiding opgebouwde ouderdomspensioen nog tussen hen moeten worden verrekend.

    De contante waarde die haar dientengevolge toekomt berekent zij op EUR 13.860,50. Uitgaande van belegging in een koopsom zou haar dit een garantiekapitaal van

    EUR 29.662,00 hebben opgeleverd. Dit laatste bedrag dient [gedaagde] haar naar zij stelt thans te voldoen; zij geeft aan voor het overige haar vordering te laten varen.

    Desnoods neemt [eiseres] in plaats van uitkering van een bedrag ineens genoegen met uitkering van EUR 236,58 per maand, ingaande...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT