Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank 's-Gravenhage, Haarlem, 5 de Diciembre de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Diciembre de 2005
Uitgevende instantie:Haarlem

Rechtbank 's-Gravenhage

nevenzittingsplaats Haarlem

meervoudige kamer voor vreemdelingenzaken

voorzieningenrechter

U I T S P R A A K

artikel 8:77 en 8:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb)

artikel 71 Vreemdelingenwet 2000 (Vw)

reg.nr: AWB 03 / 5539 en 05/27364 (gevoegde beroepszaken inzake A en B)

AWB 03 / 5537 (voorlopige voorziening inzake A)

inzake: A, geboren op [...] 1968, eiser / verzoeker, en B, geboren op

[...] 1976, eiseres, beiden van Afghaanse nationaliteit, verder te noemen eisers,

gemachtigde: mr. F.S. van Nierop, advocaat te Utrecht,

tegen: de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, voorheen: de Staatssecretaris van Justitie, verweerder,

gemachtigde: mr. E. Bervoets, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst te 's-Gravenhage.

  1. Procesverloop

    1.1 Eisers hebben op 27 september 2000 aanvragen ingediend om te worden toegelaten als vluchteling. Verweerder heeft deze aanvragen bij besluiten van 27 februari 2001, uitgereikt op 7 maart 2001, afgewezen. De besluiten strekken tevens tot het niet verlenen van een vergunning tot verblijf wegens klemmende redenen van humanitaire aard. Eisers hebben tegen deze besluiten op 2 april 2001 bezwaar gemaakt. Verweerder heeft de aanvragen in bezwaar aangemerkt als aanvragen tot verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Bij besluiten van 23 januari 2003 heeft verweerder de bezwaren ongegrond verklaard. Eisers hebben tegen de besluiten op bezwaar op 27 januari 2003 beroep ingesteld.

    1.2 Eiser heeft op 27 januari 2003 gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Hij verzoekt verweerder te verbieden hem uit te zetten voordat de rechtbank op het beroep heeft beslist.

    1.3 Bij brief van 21 juni 2004 heeft verweerder het besluit van 23 januari 2003 inzake eiseres ingetrokken. Op 23 juni 2004 heeft eiseres het beroep van 27 januari 2003 ingetrokken. Vervolgens heeft eiseres op 16 juni 2005 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar van 2 april 2001. Bij besluit van 28 juni 2005 heeft verweerder het bezwaar van eiseres van 2 april 2001 ongegrond verklaard. Eiseres heeft de rechtbank bij brief van 6 juli 2005 verzocht om het beroepschrift van 16 juni 2005 aan te merken als mede te zijn gericht tegen het besluit 28 juni 2005.

    1.4 Het beroep en het verzoek van eiser zijn ter zitting behandeld door de enkelvoudige kamer van deze rechtbank en nevenzittingsplaats op 28 juli 2005. Nadat het onderzoek ter zitting werd gesloten, is op 12 augustus 2005 besloten het onderzoek te heropenen en het beroep van eiser ter verdere behandeling door te verwijzen naar de meervoudige kamer en verder gevoegd met het beroep van eiseres te behandelen.

    1.5 In de zaken van eisers heeft de rechtbank bij brief van 21 september 2005 vragen gesteld aan verweerder. De antwoorden daarop heeft verweerder bij brief van 5 oktober 2005 gegeven.

    1.6 Op 13 oktober 2005 heeft de (voortgezette) behandeling ter zitting van de geschillen plaatsgevonden. Eisers zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

  2. Overwegingen

    2.1 Eiser heeft ter onderbouwing van zijn aanvraag het volgende aangevoerd. Eiser behoort tot de Pashtun bevolkingsgroep, is moslim en afkomstig uit een dorp in de provincie Laghman. Eiser verbleef in augustus /september 1997 bij zijn broer in Kabul, toen de Taliban aan de deur kwam. Zijn broer werd opgepakt en meegenomen. Later die avond kwam de Taliban opnieuw langs en hebben zij ook eiser opgepakt. Eiser is een maand vastgehouden. Daarna heeft eiser ongeveer drie weken voor de Taliban gewerkt en vervolgens is hij terug gegaan naar zijn dorp. In het dorp ronselde de Taliban mensen, maar eiser kon de Taliban twee maal afkopen met graan. Op 6 september 2000 werd eiser opnieuw opgepakt door de Taliban. De Taliban wilde dat eiser mee ging vechten aan het front. Eiser werd echter vrijgelaten op voorspraak van de ouderen in het dorp. Na tien dagen kwam de Taliban weer langs. Eiser is ongezien ontkomen en is vervolgens ondergedoken uit angst opnieuw opgepakt te worden. Met hulp van een reisagent kon hij met zijn echtgenote en kind naar Nederland vluchten.

    Eiseres, de echtgenote van eiser, heeft ter onderbouwing van haar aanvraag verwezen naar het asielrelaas van eiser.

    2.2 Verweerder stelt zich - verkort weergegeven - op de volgende standpunten. Verweerder gaat uit van de geloofwaardigheid van het asielrelaas. Eiser heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat hij ten tijde van zijn vertrek uit Afghanistan gegronde vrees had voor vervolging in de zin van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (Vluchtelingenverdrag). Inmiddels is de situatie in Afghanistan veranderd, zo blijkt uit het ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (ambtsbericht) van 19 augustus 2002 (kenmerk DPV/AM 772662). Nu de situatie zodanig is gewijzigd dat de Taliban niet meer aan de macht is, is het te meer niet aannemelijk dat eiser geronseld zal worden indien hij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT