Kort geding van Rechtbank Breda, Voorzieningenrechter, 23 de Septiembre de 2005
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 23 de Septiembre de 2005 |
Uitgevende instantie: | Voorzieningenrechter |
50117/ KG ZA 05-474 RECHTBANK BREDA
Sector civiel recht
Team handelsrecht
Voorzieningenrechter
23 september 2005
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
AUDREY AUGUSTA CATHARINA FRIEDERICHS,
wonende te Molenbroek (gemeente Heumen),
feitelijk verblijvende in de Penitentiaire Inrichting voor vrouwen te Breda,
e i s e r e s bij dagvaarding van 2 september 2005,
procureur: mr. E.C.M. Wagemakers,
advocaat : mr. F. Koster,
t e g e n :
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Dienst Justitile Inrichtingen, Ministerie van Justitie),
zetelende te Den Haag,
g e d a a g d e ,
procureur: mr. E.C.M. Wagemakers,
advocaat : mr. A.Th.M. Ten Broeke.
-
Het verloop van het geding.
Dit blijkt uit de navolgende door partijen ter vonniswijzing overgelegde stukken:
- de dagvaarding;
- de pleitnota van mr. Koster en de door eiseres in het geding gebrachte producties;
- de pleitnota van mr. Ten Broeke en de door gedaagde in het geding gebrachte producties.
Partijen hebben voorts hun standpunten ter terechtzitting mondeling toegelicht.
-
Het geschil.
Eiseres, verder te noemen Friederichs, vordert als voorlopige voorziening bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut en op alle dagen en uren:
-
gedaagde, verder te noemen de Staat, te bevelen om Friederichs terstond en in ieder geval binnen 7 dagen na de betekening van dit vonnis in kort geding te plaatsen in een tbs-kliniek;
-
te bepalen dat indien Friederichs niet binnen de door de voorzieningenrechter bepaalde termijn in een tbs-kliniek wordt geplaatst, zij onmiddellijk na het verstrijken van deze termijn in vrijheid wordt gesteld
en zowel in geval a als b te bepalen dat indien en zolang de Staat niet voldoet aan het vonnis en daarmee de onrechtmatigheid voortduurt, de Staat een dwangsom verbeurt ten bedrag van € 250,- per dag, nadat twee dagen na betekening van het vonnis zijn verstreken;
-
de Staat, bij wijze van voorschot, te veroordelen om aan Friederichs een tegemoetkoming uit te keren van € 350,- per maand vanaf de dag dat het verblijf van Friederichs als tbs-passant in een PI zes maanden heeft geduurd tot de dag waarop de plaatsing in een tbs-inrichting daadwerkelijk is verwezenlijkt, met dien verstande dat dit bedrag telkens na het verstrijken van een periode van drie maanden van voortgezet verblijf wordt verhoogd met een bedrag van € 125,- per maand;
-
de Staat te veroordelen in de kosten van dit geding.
De Staat heeft daartegen verweer gevoerd.
-
-
De voorlopige beoordeling en de gronden daarvoor.
3.1.
Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
- Friederichs is op 4 september 2002 in verzekering gesteld vanwege haar betrokkenheid bij brandstichting in een woning.
- Bij vonnis d.d. 21 mei 2003 van de rechtbank te Roermond is Friederichs veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden en terbeschikkingstelling (hierna tbs) met dwangverpleging. Dit vonnis is bevestigd bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 4 november 2003. Het tegen dit arrest ingestelde cassatieberoep is bij arrest d.d. 1 februari 2005 door de hoge raad verworpen.
- Friederichs bevindt zich thans als tbs-passant in de penitentiaire inrichting Breda in afwachting van plaatsing in...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT