Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Dordrecht, 26 de Enero de 2006
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 26 de Enero de 2006 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Dordrecht |
RECHTBANK DORDRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Tegenspraak
Parketnummer: 11/500514-05
Zittingsdatum : 12 januari 2006
Uitspraak : 26 januari 2006
VERKORT STRAFVONNIS
De rechtbank Dordrecht heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres] te [woonplaats],
thans gedetineerd in de P.I. Rijnmond, locatie De IJssel, te Krimpen aan den IJssel.
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de
vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren
heeft gebracht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de benadeelde partij.
-
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.
-
De voorvragen
2.1 De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
2.2 De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
2.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten en/of omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
2.4 De schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
-
Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft - het ten laste gelegde bewezen achtend - gevorderd overeenkomstig de als bijlage 2 aan dit vonnis gehechte vordering ter terechtzitting.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft een bewijsverweer en een strafmaatverweer gevoerd.
3.3 De vordering van de benadeelde partij
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd [slachtoffer], [adres] te [woonplaats].
Zij vordert verdachte te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van EUR 500,00 ter zake van immaterile schadevergoeding.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering.
Door of namens de verdachte is de aansprakelijkheid van de schade betwist.
-
De bewijsbeslissingen
4.1 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
-
hij op of omstreeks 24 juli 2005 te Papendrecht door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte zijn penis in de anus van die [slachtoffer] duwde/bracht en/of aldaar hield, en bestaande dat geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte, terwijl die [slachtoffer] plat op haar buik lag, op haar is gaan liggen en/of op haar is blijven liggen en/of zijn, verdachtes, penis hard in de anus van die [slachtoffer] heen en weer heeft bewogen en/of die [slachtoffer] heeft geslagen (op haar billen) en/of die [slachtoffer] van achteren aan haar haren heeft getrokken en/of die [slachtoffer] heeft toegevoegd: "Ik zal je wel eens laten voelen wat hard neuken is" en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende
situatie heeft doen ontstaan.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
4.2 Nadere bewijsoverweging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit aangezien het wettige en overtuigende bewijs voor de ten laste gelegde verkrachting door verdachte ontbreekt. Hiertoe voert hij aan dat het verhaal van het slachtoffer niet wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen en dat de door aangeefster bij de politie en bij de rechter-commissaris afgelegde verklaringen ten aanzien van de verkrachting op belangrijke punten inconsistent zijn.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt hiertoe het volgende.
De verklaringen die aangeefster bij de politie en bij de rechter-commissaris heeft afgelegd over hetgeen zich tussen haar en verdachte heeft afgespeeld wijken qua woordkeus, toon en met name qua inhoud niet zodanig van elkaar af dat sprake is van cruciale inconsistenties in deze...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT