Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 7 de Febrero de 2006

Datum uitspraak 7 de Febrero de 2006
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

03/6243 WAO

U I T S P R A A K

in het geding tussen:

[appellant], wonende te [woonplaats], appellant,

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gedaagde.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    Namens appellant heeft mr. H.W. Bemelmans, advocaat te Nijmegen, hoger beroep ingesteld tegen de tussen partijen op 11 december 2003 onder kenmerk AWB 03/539 WAO, door de rechtbank te Arnhem gewezen uitspraak.

    Gedaagde heeft een verweerschrift ingediend.

    Op 12 oktober 2005 heeft mr. Bemelmans een nader stuk ingezonden.

    De zaak is behandeld ter zitting van de Raad op 1 november 2005, waar appellant met voorafgaande kennisgeving niet is verschenen en waar namens gedaagde is verschenen mr. S. Croes, werkzaam bij het Uwv.

  2. MOTIVERING

    Appellant ontving vanaf 10 mei 1999 een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Bij besluit van 24 mei 2002 heeft gedaagde de uitkering met ingang van 23 juli 2002 ingetrokken, onder de overweging dat appellant op en na die datum minder dan 15% arbeidsongeschikt was. Bij besluit van 25 februari 2003 (hierna: het bestreden besluit) heeft gedaagde het besluit van

    24 mei 2002 gehandhaafd. De rechtbank heeft bij de in rubriek I genoemde uitspraak het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Zij heeft in de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting geen aanknopingspunten gevonden voor het oordeel dat gedaagde van onjuiste medische beperkingen bij appellant is uitgegaan en zij heeft geen aanleiding gezien tot het benoemen van een medisch deskundige, zoals door appellant is verzocht. Zij heeft voorts vastgesteld dat de belasting in de geduide functies de belastbaarheid van appellant niet te boven gaat. Ten aanzien van de functie van samensteller (fb-code 8463) heeft zij overwogen dat deze buiten beschouwing moet blijven omdat niet voldoende is komen vast te staan dat appellant voldoet aan de ervaringseisen voor deze functie. Echter dit wijzigt de uitkomst van de schatting niet, nu in de plaats daarvan 2 andere geschikte functies kunnen worden geduid. Appellant was dan ook naar het oordeel van de rechtbank met ingang van 23 juli 2002 in staat te achten de door de arbeidsdeskundige voorgehouden functies te vervullen.

    In hoger beroep is namens appellant - onder verwijzing naar de rapportages van de behandelend psychiater J.W. van Eijk -...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT