Eerste aanleg - enkelvoudig van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 24 de Enero de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Enero de 2006
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

Gerechtshof Arnhem

twaalfde enkelvoudige belastingkamer

nummer 04/01076

U i t s p r a a k

op het beroep van X-Y te Z (hierna te noemen: belanghebbende) tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de voormalige gemeente Wisch (hierna: de verweerder) op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen het van haar gevorderde bedrag van € 876 aan leges voor lijkschouwing bij niet-natuurlijke dood.

  1. Gevorderd bedrag en bezwaar

    1.1. Het gevorderde bedrag ter zake van de lijkschouwing die op 30 januari 2004 door GGD-arts A is verricht op X, geboren op 17 april 1925 en overleden te Wisch op 29 januari 2004 is vastgesteld op het bedrag genoemd in post 18.8.2 van de Tarieventabel die behoort bij de Legesverordening 1997 van de voormalige gemeente Wisch (hierna: Verordening). De schriftelijke kennisgeving is gedagtekend 6 mei 2004.

    1.2. Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de verweerder bij uitspraak van 12 mei 2004 het gevorderde bedrag gehandhaafd.

  2. Geding voor het Hof

    2.1. Het beroepschrift met bijlagen is per telefax ter griffie ontvangen op 22 juni 2004, per post op 23 juni 2004 en aangevuld

    op 15 juli 2004.

    2.2. Tot de stukken van het geding behoren het verweerschrift en de daarin genoemde bijlagen alsmede de nadere stukken die op 30 november 2004 van belanghebbende zijn ontvangen.

    2.3. Van het onderzoek ter zitting op 23 september 2005 is het proces-verbaal opge-maakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

    2.4. Na het onderzoek ter zitting is aan de verweerder de gelegenheid geboden zich schriftelijk uit te laten over de onder 2.2 vermelde nadere stukken uiterlijk - na een aanvankelijk op diens verzoek tot 15 november 2005 en nadien ambtshalve verleend uitstel - 6 december 2005. Van die gelegenheid heeft de verweerder geen gebruik gemaakt.

    2.5. Met toestemming van beide partijen heeft het Hof op de voet van artikel 8:64, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.

  3. De vaststaande feiten

    3.1. Belanghebbende is de weduwe van de onder 1.1 genoemde overledene.

    3.2. Aan diens leven is een einde is gekomen door euthanasie.

    3.3. De lijkschouwing is niet door belanghebbende aangevraagd.

    3.4. De Verordening luidt, voor zover hier van belang:

    De raad der gemeente Wisch;

    gelezen het voorstel (enz.);

    gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de gemeentewet;

    b e s l u i t :

    vast te stellen (enz.)

    Artikel 2 - Belastbaar feit

    Onder de naam "leges" worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

    Artikel 3 - Belastingplicht

    Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

    3.5. De voormelde Tarieventabel luidt, voor zover hier van belang:

    18.8 Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer, of door een vanwege de gemeente aangewezen lijkschouwer bedraagt het tarief:

    18.8.1 - binnen kantooruren € 486,-

    18.8.2 - buiten kantooruren € 876,-

    Bij de toepassing van artikel 18.8 worden onder kantooruren beschouwd de uren gelegen tussen 8.30 uur en 17.00 uur. Indien de kosten van lijkschouwing minder zijn dan genoemde legeskosten, worden de werkelijke kosten in rekening gebracht.

  4. Het geschil, de standpunten en de conclusies van partijen

    4.1. Partijen houdt verdeeld, of belanghebbende belastingplichtig is voor de onderhavige legesheffing.

    4.2. Elk van de partijen heeft voor haar standpunt aangevoerd hetgeen is vermeld in de van haar afkomstige stukken.

    4.3. Daaraan is mondeling toegevoegd wat is vermeld in het onder 2.3 vermelde proces-verbaal.

    4.4. Belanghebbende verzoekt in beroep het gevorderde bedrag te vernietigen.

    4.5. De verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

  5. Beoordeling van het geschil

    5.1. Klaarblijkelijk is in artikel 3 van de Verordening het begrip 'dienst' gebruikt in dezelfde zin als in artikel 229, eerste lid, letter b, van de Gemeentewet, waarnaar de Verordening in haar aanhef ook...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT