Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Haarlem, 20 de Febrero de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Febrero de 2006
Uitgevende instantie:Rechtbank Haarlem

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Registratienummer: AWB 05/2310

Uitspraakdatum: 20 februari 2006

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

X,

wonende te Z, eiser,

gemachtigde A (B belastingadviseurs) te Q,

en

de inspecteur van de Belastingdienst P,

verweerder.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2002 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, gedagtekend 18 februari 2005, opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.322 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 490. Bij tezelfder tijd gegeven beschikking is een bedrag van € 775 aan heffingsrente in rekening gebracht, welk bedrag op het aanslagbiljet is vermeld.

    Na tegen de aanslag op 22 februari 2004 gemaakt bezwaar heeft verweerder bij uitspraak van 28 april 2005 de aanslag gehandhaafd. Tegen deze uitspraak is door eiser een beroepschrift ingediend dat door de rechtbank op 6 juni 2005 is ontvangen. Het beroep richt zich mede tegen de in rekening gebrachte heffingsrente.

    Eiser heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 november 2005 te Haarlem. Ter zitting zijn verschenen eiser en zijn gemachtigde en namens verweerder C.

    Verweerder heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij. De rechtbank rekent deze pleitnota tot de stukken van het geding.

  2. De feiten

    2.1. Eiser is werkzaam bij D B.V. (hierna: de BV). Enig aandeelhouder van de BV is E B.V. Eiser is enig aandeelhouder van E B.V. Het brutosalaris van eiser voor zijn werkzaamheden als directeur van de BV heeft in 2002 € 44.107 bedragen. Laatstgenoemd bedrag heeft eiser in zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2002 aangegeven als loon en andere inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking die onder de loonheffing vielen. Over 2001 bedroeg het brutosalaris € 43.889.

    2.2. De resultaten na vennootschapsbelasting van de BV bedroegen:

    over 2000 € 1.254;

    over 2001 € 20.351;

    over 2002 € 34.695; en

    over 2003 € 5.491.

    2.3. Eiser is eigenaar van een winkelpand en heeft dit pand vanaf 18 maart 1992 verhuurd aan de BV. In het door eiser en de BV op 18 maart 1992 gesloten huurcontract is hiervoor een aanvangshuurprijs van ƒ 30.000 overeengekomen. Het huurcontract bepaalt voorts dat deze huurprijs jaarlijks, voor het eerst per 18 maart 1993, zal worden aangepast aan de wijziging van het jaarprijsindexcijfer van de gezinsconsumptie, reeks voor de totale bevolking (1985 is 100), zoals deze cijfers worden bekendgemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek te 's-Gravenhage en wel door vermenigvuldiging van de aanvangshuur met een breuk waarvan de teller is het prijsindexcijfer voor het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar van de aanpassing en de noemer het prijsindexcijfer voor het jaar 1991. De huur was aangegaan voor een periode van vijf jaren, met het recht voor de huurder het gehuurde na afloop daarvan wederom voor vijf jaren te huren. Huurder heeft van dat recht gebruikgemaakt, waarna de huurovereenkomst per 18 maart 2002 eindigde.

    2.4. Per 18 maart 2002 zijn eiser en de BV overeengekomen dat het huurcontract wordt verlengd tot 18 maart 2007. Hierbij zijn geen nadere afspraken inzake de hoogte van de huur gemaakt.

    2.5. Over het jaar 2002 heeft eiser van de BV € 14.875 aan huuropbrengsten ontvangen en heeft eiser € 9.255 aan kosten gemaakt ten behoeve van het verhuurde winkelpand.

    2.6. Eiser heeft voor het jaar 2002 aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.473. Daarbij heeft eiser € 5.620 aangegeven als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Dit bedrag is het saldo van € 14.875 aan huuropbrengsten en € 9.255 aan gemaakte kosten.

    2.7. Eiser heeft een taxatierapport, gedateerd 13 september 2001, overgelegd waarin het winkelpand per 1 januari 2001 is getaxeerd op ƒ 1.080.000 (€ 490.083) (onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik). Op het verzoek van verweerder tot taxatie heeft de rijkstaxateur in een brief van 16 november 2004 aangegeven dat de waarde in het economisch verkeer van het pand per waardepeildatum 1 januari 2001, is getaxeerd op € 435.000 met een zakelijke huurprijs van € 41.700. Voorts is in deze brief aangegeven dat bij de door eiser gehanteerde waarde van €...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT