Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 7 de Abril de 2006

Datum uitspraak 7 de Abril de 2006
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

7 april 2006

Eerste Kamer

Nr. C05/051HR

JMH

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

KINTETSU WORLD EXPRESS (BENELUX) B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. R.S. Meijer,

t e g e n

de vennootschappen naar vreemd recht

  1. QUANTUM CORPORATION,

    gevestigd Milpitas, Californi, Verenigde Staten van Amerika,

  2. QUANTUM PERIPHERAL PRODUCTS (IRELAND) Ltd,

    gevestigd te Dundalk, County Louth, Ierland,

  3. QUANTUM PERIPHERALS (EUROPE) S.A.,

    gevestigd te Marin Neuchatel, Zwitserland,

  4. AMERICAN HOME ASSURANCE COMPANY,

    gevestigd te New York, Verenigde Staten van Amerika,

  5. A.I. MARINE AJUSTERS INC.,

    gevestigd te San Francisco, Californi, Verenigde Staten van Amerika,

    VERWEERSTERS in cassatie,

    advocaat: mr. M.V. Polak.

  6. Het geding in feitelijke instanties

    Verweersters in cassatie - verder te noemen: Quantum c.s. - hebben bij exploot van 26 november 1999 (onder andere) eiseres tot cassatie - verder te noemen: Kintetsu - gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en - kort gezegd - gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Kintetsu te veroordelen om aan Quantum c.s. te betalen een bedrag van US$ 1.435.524,70, althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands courant, met rente en kosten.

    Kintetsu heeft voor alle verweren de bevoegdheid van de rechtbank bestreden.

    De rechtbank heeft bij vonnis van 2 oktober 2002 in het incident de door Kintetsu opgeworpen exceptie van onbevoegdheid verworpen en de hoofdzaak naar de rol verwezen voor voortprocederen.

    Tegen het vonnis heeft Kintetsu hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Quantum c.s. hebben met een beroep op art. 337 lid 2 Rv. primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Kintetsu in haar hoger beroep.

    Bij arrest van 11 november 2004 heeft het hof Kintetsu ontvankelijk geoordeeld in haar hoger beroep, het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, de zaak naar de rechtbank verwezen om op de hoofdzaak te worden beslist, Kintetsu in de proceskosten van het hoger beroep aan de zijde van Quantum c.s. veroordeeld, en verklaard dat beroep in cassatie van deze uitspraak zal kunnen worden ingesteld voordat einduitspraak is gewezen.

    Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

  7. Het geding in cassatie

    Tegen het arrest van het hof heeft Kintetsu beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    Quantum c.s. hebben ten aanzien van de onderdelen 1 en 2 van het middel geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Kintetsu in haar cassatieberoep dan wel tot verwerping van het beroep, en zich ten aanzien van onderdeel 3 van het middel geconcludeerd tot referte.

    De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten. Namens Kintetsu is gerepliceerd door haar advocaat en mr. B.T.M. van der Wiel, advocaat bij de Hoge Raad.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot vernietiging van het bestreden arrest van het gerechtshof te Amsterdam, doch uitsluitend voor zover daarbij Kintetsu tot het bedrag van € 11.694,-- is verwezen in de proceskosten van het hoger beroep aan de zijde van Quantum c.s., alsmede tot verwijzing van de zaak naar dat hof ter verdere behandeling en beslissing op de vordering van Quantum c.s. tot veroordeling van Kintetsu in de kosten van het hoger beroep.

  8. Beoordeling van het middel

    3.1 In eerste aanleg heeft Kintetsu bij incidentele conclusie gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd zou verklaren om van de hiervoor in 1 vermelde vordering van Quantum c.s. kennis te nemen. Kintetsu heeft daartoe gesteld dat op de contractuele verhouding tussen partijen de Fenex-condities en de Nederlandse Opslagvoorwaarden van toepassing zijn, en bijgevolg op het geschil dat partijen verdeeld houdt, de arbitrageclausules in beide voorwaarden.

    De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 2 oktober 2002 deze incidentele vordering afgewezen en de hoofdzaak naar de rol verwezen.

    Kintetsu heeft van dat tussenvonnis tussentijds hoger beroep ingesteld. Quantum c.s. hebben in hoger beroep betoogd dat Kintetsu daarin niet-ontvankelijk behoorde te worden verklaard omdat, kort gezegd, geen tussentijds beroep kan worden ingesteld tegen een tussenvonnis. Kintetsu heeft dit betoog bestreden met onder meer het argument dat het niet toelaten van hoger beroep leidt tot onwenselijke en proces-economisch niet te verdedigen situaties.

    Het hof heeft Kintetsu ontvankelijk geoordeeld in haar hoger beroep. Het heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT