Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 28 de Marzo de 2006

Datum uitspraak28 de Marzo de 2006
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

28 maart 2006

Strafkamer

nr. 00902/05

PB/AM

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 22 november 2004, nummer 22/000903-04, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in Detentiecentrum Roermond.

  1. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

  2. Beoordeling van de middelen

    De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dat behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

  3. Slotsom

    Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.

  4. Beslissing

    De Hoge Raad verwerpt het beroep.

    Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 28 maart 2006.

    Nr. 00902/05

    Mr. Vellinga

    Zitting: 7 februari 2006 (bij vervroeging)

    Conclusie inzake:

    [verdachte]

  5. Verdachte is door het Gerechtshof te 's-Gravenhage wegens "overtreding van artikel 78, eerste lid, aanhef en onder a van de Algemene Politieverordening voor 's-Gravenhage 1982" veroordeeld tot een geldboete van € 60,- subsidiair een dag hechtenis.

  6. Namens verdachte hebben mrs. G.P. Hamer en B.P. de Boer, advocaten te Amsterdam, vier middelen van cassatie voorgesteld.

  7. Er bestaat samenhang tussen de zaken met de nummers 00902/05, 00903/05 en 00904/05. In al deze zaken zal ik vandaag concluderen.

  8. Alvorens de middelen te bespreken merk ik ambtshalve het volgende op. Het onderhavige arrest van het Hof betreft het hoger beroep van een vonnis van de Kantonrechter van 8 september 2003. Bij de stukken bevindt zich een ambtsedig proces-verbaal inhoudende dat op "dinsdag 23 december" aan de verdachte in persoon is medegedeeld dat hij is veroordeeld bij uitspraak van dezelfde datum als waarop voormeld vonnis is gewezen, onder vermelding van hetzelfde parketnummer als in genoemd vonnis. Voorts houdt dit proces-verbaal in dat de verdachte is medegedeeld dat hij binnen veertien dagen een rechtsmiddel kon instellen. Dit proces-verbaal is bevestigd op een papier waarop is aangetekend "Ingekomen Unit Strafzaken 01 maart 2004 Gerechtshof/Ressortsparket 's Gravenhage". Uit een en ander volgt onmiskenbaar dat de in genoemd proces-verbaal vermelde datum van 23 december moet zijn 23 december van het jaar 2003. Dat betekent dat er in cassatie van moet worden uitgegaan dat de verdachte op 23 december 2003 van de inhoud van genoemd vonnis op de hoogte is gesteld en dat hij dus tot en met 6 januari 2004 hoger beroep kon instellen (art. 408 lid 1 onder c Sv). Verdachte heeft echter pas op 7 januari 2004, dus te laat hoger beroep ingesteld.

  9. In het onderhavige geval is het Hof aan de overschrijding van de appeltermijn voorbijgegaan. De vraag rijst nu of de Hoge Raad alsnog ambtshalve het arrest van het Hof dient te vernietigen en de verdachte alsnog niet-ontvankelijk dient te verklaren in zijn hoger beroep. Toen het voordragen van middelen nog niet een voorwaarde was voor de ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de verdachte, placht de Hoge Raad wel zo te handelen (o.a. HR 14 april 1998, NJ 1998, 630). Nu echter de Hoge Raad thans - afgezien van overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase voorzover niet voortvloeiend uit overschrijding van de inzendingstermijn - slechts bij hoge uitzondering buiten de middelen om casseert(1), de verdachte in een geval als het onderhavige, waarin aan hem in appel geen hogere straf is opgelegd dan in eerste aanleg, door het negeren van de appeltermijn niet is benadeeld en het openbaar ministerie in de overschrijding van de appeltermijn geen reden heeft gezien te requireren tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep en tegen de ontvankelijkheid van het hoger beroep in cassatie niet is opgekomen, ligt ambtshalve uitspreken van de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep minder voor de hand.(2) De noodzaak daartoe zie ik ook niet. Het kan heel wel aan het openbaar ministerie als orgaan belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (art. 124 Wet RO) worden overgelaten toe te zien op de naleving van termijnen voor het indienen van de rechtsmiddelen van verzet en hoger beroep. In het civiele procesrecht ligt dat anders. Daar treedt doorgaans niet een partij op die de handhaving van de rechtsorde tot zijn taak dient te rekenen en beoordeelt de rechter, hoewel de omvang van het geding in hoger beroep wordt bepaald door de inhoud van de grieven, ambtshalve(3) of de termijn van hoger beroep in acht is genomen. De Hoge Raad treedt daar ook ambtshalve op als de appelrechter een partij ten onrechte ontvankelijk heeft geacht in zijn hoger beroep, en wel omdat de voorschriften over de appeltermijn van openbare orde zijn(4) en handhaving daarvan dus niet kan worden overgelaten aan partijen die daarvoor geen verantwoordelijkheid dragen.

  10. Het eerste middel klaagt dat het Hof heeft miskend dat artikel 78 lid 1 van de Algemene Politie Verordening voor 's-Gravenhage 1982 (APV Den Haag 1982) onverbindend is wegens strijd met het legaliteitsbeginsel, zoals...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT