Eerste aanleg - meervoudig van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 19 de Abril de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Abril de 2006
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Derde Meervoudige Belastingkamer

TUSSENUITSPRAAK

op het beroep van X te Z, belanghebbende,

tegen

uitspraken van de Inspecteur van de Belastingdienst P, de inspecteur.

  1. Loop van het geding

    1.1. Van belanghebbende is ter griffie een beroepschrift ontvangen, ingediend door A als gemachtigde van belanghebbende.

    De beroepen zijn gericht tegen uitspraken van de inspecteur betreffende aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/ premieheffing volksverzekeringen en in de vermogensbelasting (hierna gezamenlijk: de navorderingsaanslagen), alsmede betreffende de in de navorderingsaanslagen begrepen verhogingen respectievelijk de gelijktijdig met de navorderingsaanslagen jegens belanghebbende genomen boetebeschikkingen (hierna gezamenlijk: de boetebeschikkingen).

    Na bezwaar zijn de navorderingsaanslagen en de boetebeschikkingen gehandhaafd.

    1.2. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en concludeert primair tot bevestiging van zijn uitspraken.

    1.3. De Vierde Meervoudige Belastingkamer van het Hof heeft de zaak in behandeling genomen. Een mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden ter zitting van de Vierde Meervoudige Belastingkamer van 14 oktober 2005.

    1.4. Bij brief van 3 november 2005 heeft de griffier partijen in deze zaak meegedeeld dat de mondelinge behandeling wordt voortgezet ter zitting van de Derde Meervoudige Belastingkamer van 30 november 2005 en dat deze alsdan zal zijn beperkt tot het door de inspecteur gedane beroep op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) dat ertoe strekt te voorkomen dat de hierna onder 2 te vermelden stukken, het Draaiboek en de Nieuwsbrieven, integraal in het geding dienen worden gebracht (hierna: de 8:29-procedure).

    1.5. De inspecteur heeft de integrale versies van het Draaiboek en de Nieuwsbrieven, alsmede een pleitnota met toelichting/motivering van niet-verstrekte passages aan de Derde Meervoudige Belastingkamer van het Hof gezonden.

    De pleitnota is tevens naar de gemachtigde gezonden. Van het Draaiboek en de Nieuwsbrieven heeft de gemachtigde een 'geschoonde' versie, met blanco passages, ontvangen.

    1.6. Bij brief van 18 november 2005 heeft de inspecteur zijn zienswijze betreffende de behandeling van de 8:29-procedure onder de aandacht van het Hof gebracht. De griffier heeft de inspecteur bij brief van 22 november 2005 laten weten dat hij ter zitting van 30 november 2005 in de gelegenheid zal worden gesteld zijn vorengenoemde brief toe te lichten. Gemachtigde heeft van deze correspondentie kopieÎn ontvangen.

    1.7. Van het ter zitting van de Derde Meervoudige Belastingkamer van 30 november 2005 verhandelde is een proces-verbaal opgemaakt waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Belanghebbende heeft ter zitting twee pleitnota's voorgedragen en overgelegd; de inspecteur heeft een pleitnota voorgedragen en overlegd.

    1.8. Belanghebbende is bij brief van de griffier van 9 december 2005 in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de door de inspecteur ter zitting van 30 november 2005 overgelegde pleitnota.

    Gemachtigde heeft zijn reactie op 21 december 2005 per telefax naar het gerechtshof verzonden. De inspecteur heeft hierop gereageerd bij brief ingekomen op 5 januari 2006. Partijen hebben ingevolge artikel 8:64, vijfde lid van de Awb schriftelijk toestemming gegeven voor het achterwege laten van een nadere zitting voor zover het de 8:29-procedure betreft.

  2. Tussen partijen vaststaande feiten

    2.1. Bij brief van 27 oktober 2000 heeft de Belgische Bijzondere belastinginspectie (hierna: BBI) een brief met bijlagen gezonden aan de heer A.Th.H. van Dijk, Ministerie van FinanciÎn, Belastingdienst/FIOD/Haarlem Internationaal, met als onderwerp: "Administratieve bijstand tussen BelgiÎ en Nederland. Spontane uitwisseling van inlichtingen. Zaak: NV KREDIETBANK en KREDIETBANK LUXEMBOURG (KB-LUX). Voor de regeling inzake de spontane uitwisseling van inlichtingen verwijst de brief naar artikel 4 van de EG-Richtlijn van 19 december 1977, gewijzigd bij die van 6 december 1979 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten op het gebied van de directe belastingen en van de belasting over de toegevoegde waarde (77/7799/EEG), en voorts naar artikel 27 van het Nederlands-Belgische Belastingverdrag van 19 oktober 1970.

    2.2. De brief van 27 oktober 2000 luidt vervolgens, voorzover thans van belang:

    "Hierbij worden u fotokopieÎn van microfiches overgemaakt die afkomstig zijn uit het gerechtelijk dossier lastens KREDIETBANK NV en die in origineel in beslag werden genomen door de gerechtelijke politie van Brussel. Deze microfiches bevatten gegevens in verband met de financiÎle rekening(en) bij de KREDIETBANK LUXEMBOURG (KB-Lux) op naam van inwoners van uw land."

    Op welke wijze de microfiches in het bezit van de Belgische justitiÎle autoriteiten zijn gekomen, is niet duidelijk geworden.

    2.3. Op basis van de door de BBI verstrekte gegevens is een onderzoek ingesteld door de FIOD-ECD en de Belastingdienst, later bekend geworden als het Rekeningenproject. Het onderzoek richtte zich op het vaststellen van de identiteit van Nederlandse rekeninghouders waarvan de gegevens waren vermeld op de afdrukken van de microfiches. Blijkens de daarvan opgemaakte ambtsedige verslagen (nader stuk van de inspecteur van 29 september 2005) is daartoe een bestand vervaardigd dat is 'gematcht' met het BVR-bestand (Beheer van Relaties), een bestand van de Belastingdienst waarin alle Nederlandse natuurlijke en rechtspersonen zijn opgenomen. De natuurlijke personen zijn in dit bestand opgenomen met hun voorletters en niet met hun voornamen.

    Vervolgens zijn de aldus gevonden sofinummers gekoppeld aan het bestand van het Centrale Rijbewijzen- en Bromfietscertificatenregister (CRB), waarin het sofinummer, de geslachtsnaam en de voornaam van alle natuurlijke personen met een rijbewijs of bromfietscertificaat zijn opgenomen. Het CRB-bestand is aan de Belastingdienst verstrekt door de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW).

    2.4. Het vervolg van het onderzoek door de Belastingdienst is vastgelegd in het "Draaiboek rekeningenproject" (door de inspecteur ter zitting van 14 oktober 2005 overgelegd, hierna ook: het Draaiboek). Het Rekeningenproject is eind 2001 van start gegaan. In het kader van dit project zijn voorts tien interne "Nieuwsbrieven RekeningenProject" verschenen (eveneens door de inspecteur ter zitting van 14 oktober 2005 overgelegd, hierna ook: de Nieuwsbrieven).

    2.5. Blijkens een "proces-verbaal van ambtshandeling Rekeningenproject" heeft het onder 2.3. vermelde onderzoek opgeleverd dat belanghebbende in aanmerking komt als houder van de rekening, vermeld op een van de onder 2.2. bedoelde microfiches.

    2.6. De Belastingdienst heeft in eerste instantie belanghebbende enkel in abstracto doen weten dat naar voren is gekomen dat belanghebbende houder is (geweest) van ÈÈn of meerdere in het buitenland aangehouden bankrekeningen en heeft belanghebbende verzocht daaromtrent bepaalde gegevens en inlichtingen te verstrekken. Vervolgens heeft - onder meer - een briefwisseling tussen belang-hebbende en de Belastingdienst plaatsgevonden en uiteindelijk is door de inspecteur aan belanghebbende medegedeeld dat is geconstateerd dat belanghebbende ten minste ÈÈn bankrekening bij Kredietbank Luxemburg (hierna ook: KB-Lux) aanhoudt dan wel heeft aangehouden en zijn aan belanghebbende - nadat deze, in een uitvoerig gemotiveerde brief, van het voornemen daartoe in kennis was gesteld - de onderhavige navorderingsaanslagen voor de inkomstenbelasting en vermogens-belasting opgelegd, met de daarin begrepen verhogingen respectievelijk de gelijktijdig daarmee genomen boetebeschikkingen. Belanghebbende heeft tegen de navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen bezwaar gemaakt.

    2.7. Namens belanghebbende is aan de Belastingdienst verzocht om - ter controle van het feit of en in hoeverre in overeenstemming met het geformuleerde beleid is gehandeld en ter toetsing van de berekening van de aanslagen - het Draaiboek en de Nieuwsbrieven integraal, althans in elk geval de volgens de Belastingdienst voor publicatie beschikbare versie(s) daarvan, aan belanghebbende ter beschikking te stellen.

    2.8.1. In de pleitnota van gemachtigde voorgedragen ter zitting van 14 oktober 2005 van de Vierde Meervoudige Belastingkamer is onder meer het volgende vermeld:

    Als productie 26 behoort tot de gedingstukken een brief namens het kantoor van ondergetekende aan (...) de Belastingdienst (...). Hierin wordt verzocht ter beschikking te stellen de integrale versie van het draaiboek en de nieuwsbrieven. Deze stukken behoren tot de op de zaak betrekking hebbende stukken. In die stukken staat beleid en feitelijke informatie waarop de Inspecteur zich bij de aanslagregeling en de verdere behandeling van de zaak heeft gebaseerd. Deze op de zaak betrekking hebbende stukken hadden op grond van art. 8:42 van de Awb tegelijk met het verweerschrift bij het Hof moeten zijn ingediend.

    Aan deze pleitnota is gehecht de reactie van [de inspecteur] op genoemde brief (...). Zoals blijkt wordt namens de Belastingdienst aan dit verzoek niet voldaan. Ofwel zouden de stukken geen betrekking op deze zaak hebben dan wel zouden er gewichtige redenen zijn die passages niet te verstrekken.

    Belanghebbende bestrijdt de motivering tot weigering van de genoemde passages. Ter controle van het feit of en in hoeverre in overeenstemming met het geformuleerde beleid is gehandeld en ter toetsing van de berekening van de aanslagen, zijn de genoemde passages noodzakelijk.

    Het is een fundamenteel beginsel van bestuursprocesrecht (...) dat de belanghebbende en uw Hof kunnen beschikken over alle op de zaak betrekking hebbende stukken die bij het bestuursorgaan berusten. Belanghebbende wordt zonder kennisname van deze relevante stukken belemmerd in het voeren van gefundeerd verweer tegen de bestreden beslissing van het bestuursorgaan. Uw Hof wordt bij het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT