Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 28 de Abril de 2006

Datum uitspraak28 de Abril de 2006
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

Nr. 40.956

28 april 2006

RS

gewezen op het beroep in cassatie van X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 februari 2004, nr. 02/01814, betreffende na te melden aanslagen in de onroerendezaakbelastingen.

  1. Aanslagen, bezwaar en geding voor het Hof

    Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak a-straat 1 te Z voor het jaar 2000 aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van (destijds nog) de gemeente Grubbenvorst opgelegd. De Teamleider belastingen van de gemeente Horst aan de Maas heeft bij uitspraak het tegen de aanslagen gemaakte bezwaar wegens overschrijding van de bezwaartermijn niet-ontvankelijk verklaard.

    Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

    Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Geding in cassatie

    Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    Het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas heeft een verweerschrift ingediend.

  3. Beoordeling van het middel

    Artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht ziet op gevallen waarin de belanghebbende redelijkerwijs niet in staat was tegen een besluit tijdig een rechtsmiddel aan te wenden (zie HR 11 juni 2004, nr. 39009, BNB 2004/293). De stukken van het geding laten echter geen andere gevolgtrekking toe dan dat belanghebbende wel in staat was om binnen de wettelijke bezwaartermijn tegen de aanslagen bezwaar te maken, maar dat niet heeft gedaan omdat zij daartoe (binnen de bezwaartermijn) geen reden had. Een nadien opgekomen reden, in dit geval een wetswijziging met terugwerkende kracht, kan niet bewerkstelligen dat de termijnoverschrijding alsnog verschoonbaar wordt. Het middel, dat van een andere opvatting uitgaat, faalt derhalve.

    Opmerking verdient dat de indieners van het wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt) ervan zijn uitgegaan dat belastingplichtigen in een geval als het onderhavige een verzoek aan de gemeente kunnen richten om over te gaan tot een ambtshalve herziening van de aanslag, en bij afwijzing van zulk een verzoek de mogelijkheid hebben zich te wenden tot de burgerlijke rechter. Op het advies van de Raad van State hebben zij als volgt gereageerd (Kamerstukken II 2000/01, 27215, A, blz. 2/3):

    2. De Raad van State merkt op dat tegen ambtshalve herzieningen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT