Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Alkmaar, Sector kanton, 15 de Febrero de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak15 de Febrero de 2006
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK ALKMAAR

Sector Kanton

Locatie Alkmaar

Zaaknr/rolnr.: 174902-05-5207 WG

Uitspraakdatum: 15 februari 2006

Vonnis in de zaak van:

De vereniging van Oud Medewerkers ECN & NRG te Petten, gemeente Zijpe

eisende partij

gemachtigde: mr. M.A. Rensen, advocaat te Alkmaar

tegen

  1. de Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) te Petten, gemeente Zijpe

  2. de vennootschap onder firma Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) te Petten, gemeente Zijpe

  3. de besloten vennootschap KEMA Nucleair B.V., vennoot van gedaagde sub 2, te Arnhem

  4. de stichting Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), vennoot van gedaagde sub 2, te Petten, gemeente Zijpe

    gedaagde partij

    gemachtigde: mr. O.F. Blom, advocaat te Nieuwegein.

    Het procesverloop

    Omen heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 8 november 2005.

    ECN heeft bij antwoord verweer gevoerd.

    Vervolgens is gediend van repliek, tevens vermeerdering van eis, en dupliek.

    Omen heeft zich bij akte nog uitgelaten over de door ECN bij dupliek overgelegde producties.

    De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.

    Ten slotte is heden uitspraak bepaald.

    Kern van het debat:

    Is ECN gerechtigd om af te zien van indexering per 1 januari 2003.

    Partijen worden wel Omen en ECN genoemd.

    De vaststaande feiten

  5. Omen is een vereniging met notarieel vastgestelde statuten die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noordwest-Holland te Alkmaar onder nr. 37099804.

    Die vereniging heeft blijkens artikel 2 van de Statuten vooral tot doel de pensioenaanspraken en ziektekostenzaken van oud-medewerkers van ECN door onder meer alle andere activiteiten welke bevorderlijk zijn voor het bereiken van het doel van de vereniging.

  6. De vereniging telt 464 leden, in hoofdzaak gepensioneerden, die kunnen worden onderscheiden in drie categorieÎn gepensioneerden;

    I Zij waarvan het dienstverband is beÎindigd voor 1 januari 1990;

    II Zij waarvan het dienstverband is beÎindigd na 1 januari 1990 en voor 1 januari 1999;

    III Zij waarvan het dienstverband is beÎindigd na 1 juli 1999.

  7. Artikel 9 van het Reglement Voor Ouderdoms-, Weduwen- en Wezenpensioen 1965 luidt:

    Verhoging van reeds ingegane pensioenen (van beperkte waardevastheid)

    1. Het ingevolge dit reglement toegezegd jaarlijkse ouderdomspensioen wordt aan het einde van elke periode van 12 maanden - voor de eerste maal gerekend vanaf de pensioendatum - verhoogd met 3% ten opzichte van het pensioenbedrag aan het begin van de betreffende periode van 12 maanden, evenwel met de beperking dat het jaarlijkse ouderdomspensioen op het tijdstip van elke verhoging niet meer zal bedragen dan het op de pensioendatum geldende ouderdomspensioen vermenigvuldigd met de breuk p/q, waarbij p aangeeft: het indexcijfer der lonen bedoeld in artikel 9 lid 10 van de Algemene Ouderdomswet ten tijde van de vaststelling van de jaarlijkse verhogingen en q: bedoeld indexcijfer der lonen geldende op de pensioendatum van de betrokkene. De als gevolg van bovenbedoelde beperking niet ingegane pensioenverhogingen zullen alsnog aan het einde van een volgende periode van 12 maanden worden toegekend, voor zover een stijging van bedoeld indexcijfer zulks toelaat.

    2. Ten aanzien van een ingevolge dit reglement toegezegd ingegaan weduwen- en/of wezenpensioen, is het bepaalde in het vorige lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat ten aanzien van een weduwen- en/of wezenpensioen ingegaan vÛÛr de pensioendatum van de werknemer, voor de vaststelling van de verhoging zal worden uitgegaan van de eerste dag van de maand volgende op die van het overlijden van de werknemer en ten aanzien van een weduwen- en/of wezenpensioen ingegaan na pensionering van de werknemer, zal worden uitgegaan van de pensioendatum.

    3. Het in beide vorige leden bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de werknemer bedoeld in artikel 16 lid 1 die bij de beÎindiging van de dienstbetrekking aanspraak heeft op een premievrij ouderdoms-, respectievelijk weduwen- en/of wezenpensioen.

    Artikel 20 voor voormeld reglement luidt:

    Wijziging van het reglement

    Dit reglement kan door de werkgever worden gewijzigd. Bij wijziging mogen op het tijdstip van inwerkingtreding van de gewijzigde bepalingen op grond van gedane premiestortingen reeds verkregen premievrije aanspraken op pensioen niet worden aangetast.

  8. Bij brieven van 22 april 1974 en 18 februari 1977 heeft ECN aan de deelnemers van de Pensioenregeling geschreven:

    1. Met terugwerkende kracht tot 1 januari 1973 zullen de ingegane en nog in te gane pensioenen - naast de in de pensioenregeling opgenomen tot 3% beperkte waardevastheid - jaarlijkse worden verhoogd met een percentage gelijk aan het door Pensioen Risico - aan de leden van Pensioen Risico te verlenen - rentekortingspercentage. Over 1973 bedroeg dit percentage 2,25%. Door deze verbetering was het in 1973 mogelijk, de reeds ingegane pensioenen met 5,317% te doen stijgen.

  9. Met ingang van 1 januari 1990 is na instemming van de Ondernemingsraad een nieuw Pensioenreglement ingevoerd bij ECN.

    Artikel 9 van dat Reglement luidt:

    1. Pensioenen, welke op grond van dit reglement zijn toegekend, worden jaarlijks op 1 januari verhoogd.

    2. De in lid 1 bedoelde pensioenen zullen op het in lid 1 genoemde tijdstip in ieder geval worden verhoogd met het door de verzekeraar op die datum berekende percentage van de overrentekorting.

    3. Indien op de datum van de pensioenverhoging het vastgestelde prijsindexcijfer het in lid 2 bedoelde percentage van de overrentekorting overstijgt, zal het pensioen extra worden verhoogd met de geconstateerde overstijging, met dien verstande dat de extra stijging nooit meer zal bedragen dan 6%.

    4. De in lid 3 bedoelde stijging wordt berekend aan de hand van de stijging welke het prijsindexcijfer heeft ondergaan ten opzichte van het overeenkomstige cijfer van een jaar daarvoor. Hiertoe zal het tot de datum van aanpassing geldende pensioenbedrag worden vermenigvuldigd met een factor welke wordt verkregen door het bovengenoemde prijsindexcijfer van de maand eindigend twee maanden voor de datum van aanpassing van het pensioen te delen door het prijsindexcijfer van de overeenkomstige maand van een jaar daarvoor en deze factor af te ronden op drie decimalen.

    Artikel 11 lid 5 van dat Reglement luidt:

    De werkgever heeft zich overigens bij de pensioentoezegging de bevoegdheid...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT