Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 24 de Mayo de 2006

Datum uitspraak24 de Mayo de 2006
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200506559/1.

Datum uitspraak: 24 mei 2006

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak in zaak no. AWB 04/2431 van de rechtbank Arnhem van 15 juni 2005 in het geding tussen:

appellant

en

het college van gedeputeerde staten van Gelderland.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 20 april 2004 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: het college) geweigerd een verklaring van geen bezwaar te verlenen voor de bouw van een burgerwoning op het perceel [locatie] te [plaats].

    Bij besluit van 17 augustus 2004, kenmerk RE2004.51531, heeft het college het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

    Bij uitspraak van 15 juni 2005, verzonden op diezelfde dag, heeft de rechtbank Arnhem (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard (hierna: de aangevallen uitspraak). Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 26 juli 2005, bij de Raad van State ingekomen op diezelfde dag, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.

    Bij brief van 27 september 2005 heeft het college van antwoord gediend.

    Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellant. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.

    De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 maart 2006, waar appellant in persoon, bijgestaan door E.M. de Ruijter, en het college, vertegenwoordigd door ir. P.S. Rijzebol, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door drs. R.J. Persoon, burgemeester, en R.L. Noppen, ambtenaar van de gemeente. Voorts is daar gehoord [partij], vertegenwoordigd door mr. W. Kattouw.

    Buiten bezwaren van partijen zijn nog stukken in het geding gebracht.

  2. Overwegingen

    2.1. Het bouwplan voorziet in de bouw van een vrijstaande burgerwoning op een perceel waar een, door appellant inmiddels gesloopte, voormalige agrarische bedrijfswoning stond.

    2.2. Het bouwplan is voorzien op gronden waarop ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Huissen" de bestemming "Agrarisch gebied" rust. De Afdeling stelt vast het bouwplan in zoverre in strijd is met het bestemmingsplan.

    2.3. Om niettemin realisatie van het bouwplan mogelijk te maken heeft het college van burgemeester en wethouders van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT