Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 1 de Junio de 2006

Datum uitspraak 1 de Junio de 2006
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

03/6017 CSV

05/891 CSV

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 30 oktober 2003, 02/1427 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)

Datum uitspraak: 1 juni 2006

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. M.J.A. Castelijn, advocaat te 's-Hertogenbosch, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en op verzoek van de Raad de ter uitvoering van de aangevallen uitspraak aan appellant uitgereikte creditnota's ingezonden.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2005. Appellant is daar verschenen, bijgestaan door mr. Castelijn. Het Uwv heeft zich niet laten vertegen-woordigen.

    De Raad heeft het onderzoek heropend en nadere vragen gesteld aan het Uwv, welke bij brief van 9 november 2005 zijn beantwoord. Namens appellant heeft mr. Castelijn op

    17 november 2005 gereageerd.

    Het onderzoek ter zitting is hervat op 13 april 2006. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Castelijn. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door

    mr. M.J. Lustenhouwer, werkzaam bij het Uitvoeringsinstituut werknemers-verzekeringen.

  2. OVERWEGINGEN

    De Raad stelt voorop dat het in dit geding aan de orde zijnde geschil wordt

    beoordeeld aan de hand van de wet- en regelgeving, zoals die luidde ten tijde als hier van belang.

    Voor een overzicht van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. Hij volstaat hier met het volgende.

    Appellant staat met ingang van 21 augustus 1996 bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken ingeschreven als eigenaar/exploitant van de eenmanszaak partycentrum

    [naam bedrijf] annex cafetaria [naam cafetaria]. In 2001 is door de Opsporingsdienst Regio West van het Uwv een onderzoek ingesteld, waarvan de bevindingen zijn neergelegd in een rapport werkgeversfraude van 17 september 2001. Op basis van dit rapport heeft het Uwv in een looncontrolerapport van 11 oktober 2001 de niet in de loonadministratie verantwoorde premieloonsommen berekend. Vervolgens heeft het Uwv op 6 november 2001 aan appellant correctienota's opgelegd over de jaren 1996 tot en met 2000. De tegen die besluiten gemaakte bezwaren zijn bij besluit van 27 juni 2002 ongegrond verklaard.

    Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank - met bepalingen betreffende de vergoeding van proceskosten en griffierecht - het beroep van appellant tegen het besluit van 27 juni 2002 gegrond verklaard voorzover het betreft de brutering van de premie-lonen over de jaren 1996 tot en met 2000 met toepassing van het anoniementarief, dat besluit in zoverre vernietigd, het beroep voor het overige ongegrond verklaard en bepaald dat het Uwv voor zoveel nodig een nieuw besluit neemt op het bezwaarschrift met inachtneming van haar uitspraak.

    In hoger beroep heeft appellant de aangevallen uitspraak onder aanvoering van zowel processuele als inhoudelijke beroepsgronden bestreden.

    In zijn verweerschrift heeft het Uwv onder meer het standpunt ingenomen dat de brutering van de premielonen niet langer wordt gehandhaafd. In verband hiermee heeft het Uwv de premielonen aangepast...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT