Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Leeuwarden, 20 de Junio de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Junio de 2006
Uitgevende instantie:Rechtbank Leeuwarden

Rechtbank Leeuwarden

Sector strafrecht

VERKORT VONNIS

Uitspraak: 20 juni 2006

Parketnummer: 17/885084-05

VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],

wonende te [adres].

De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 6 juni 2006.

De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden.

TELASTELEGGING

Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.

In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

NADERE BEWIJSOVERWEGING

Namens verdachte is aangevoerd dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan het behulpzaam zijn bij zelfdoding zoals bedoeld in artikel 204, tweede lid, van het wetboek van strafrecht. Al eerder (5 december 1995, N.J. 1996, 322) heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat de term "behulpzaam zijn" in dit artikel noch in de wet noch in de wetsgeschiedenis is gedefinieerd. De rechter moet bij de uitleg van deze term aansluiting zoeken bij het spraakgebruik en de omstandigheden van het geval. Blijkens de wetsgeschiedenis is de strafbaarstelling ingegeven door de verschuldigde eerbied voor het menselijk leven ook tegenover hem, die voor zichzelf daaraan te kort wil doen (H.J. Smidt, Geschiedenis van het Wetboek van Strafrecht II, pp. 441-442). Uit het vorenstaande volgt dat er geen reden is aan te nemen dat de wetgever het "behulpzaam zijn" heeft willen beperken tot gedragingen gelijktijdig met de zelfdoding. Onder omstandigheden kunnen ook gedragingen die daaraan voorafgaan, maar de zelfdoding bevorderen, als "behulpzaam zijn" worden aangemerkt. De rechtbank verwijst in dit verband naar Hof Leeuwarden 14 oktober 2003, LJN: AL 8866. In de onderhavige zaak heeft verdachte, zoals blijkt uit zijn verklaring bij de politie en zijn verklaring ter terechtzitting, wetende dat zijn vriendin zich van het leven wilde beroven, haar DVD-speler verkocht opdat zij (mede) van de opbrengst een wapen zou kunnen kopen, heeft hij met datzelfde doel zijn vriendin in Drachten in totaal ? 60,00 en een pinpas gegeven en in Leeuwarden ? 80,00 overhandigd en heeft hij, nadat zij een pistool en munitie had gekocht, de patroonhouder met enige patronen gevuld en in het pistool gedaan. Tenslotte heeft verdachte op een desbetreffende vraag van zijn vriendin geantwoord dat zij vermoedelijk aan n kogel wel genoeg had. De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen van verdachte, in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen, moeten worden beschouwd als handelingen waarmee hij zijn vriendin behulpzaam is geweest bij haar zelfdoding.

Voorts is namens verdachte aangevoerd dat van "middelen tot zelfdoding verschaffen" zoals bedoeld in artikel 294, tweede lid, van het wetboek van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT