Eerste aanleg - meervoudig van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 15 de Febrero de 2006
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 15 de Febrero de 2006 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
BELASTINGKAMER
Nr. 03/02114
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
U I T S P R A A K
Uitspraak van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, vierde meervoudige Belastingkamer, op het beroep van de heer X te Y (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de voorzitter van het managementteam van het onderdeel Belastingdienst/Z van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op het bezwaarschrift betreffende na te melden navorderingsaanslag.
-
Ontstaan en loop van het geding
1.1. Aan belanghebbende is onder aanslagnummer 000.00.000.H.78 over het jaar 1997 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 7.968.246,=. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij de bestreden uitspraak de navorderingsaanslag gehandhaafd.
1.2. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 31,=.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.3. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 7 september 2005 te 's-Hertogenbosch.
Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede de Inspecteur.
1.4. Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de wederpartij.
1.5. De Inspecteur heeft ter zitting, zonder bezwaar van de wederpartij, een kopie overgelegd van het dossierexemplaar van de aangifte inkomstenbelasting 1996 van belanghebbende (U-biljet 1996).
1.6. Het hof heeft met toepassing van artikel 8:64 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) het onderzoek ter zitting geschorst en daarbij bepaald, dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het hof met toepassing van artikel 8:45 van de Awb partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden. Deze met partijen gevoerde correspondentie behoort tot de stukken van het geding.
1.7. Het nadere onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 18 januari 2006 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede de Inspecteur.
1.8. De Inspecteur heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan het hof en door tussenkomst van de griffier aan de wederpartij. Belanghebbende heeft voor de zitting bij schrijven van 6 januari 2006 stukken overgelegd aan het hof en door tussenkomst van de griffier aan de wederpartij. Bij schrijven van 17 januari 2006 heeft belanghebbende de achterzijde van een loonbelastingverklaring overgelegd. Ter zitting heeft hij een kopie van de voorzijde en achterzijde van de loonbelastingverklaring met dagtekening 14 februari 1997 overgelegd.
De Inspecteur heeft ter zitting een kopie van een vonnis van het Nederlands Arbitrage Instituut, uitgesproken te Den Haag in juni 2000, overgelegd.
Partijen hebben verklaard geen bezwaar te hebben tegen overlegging van deze stukken. Het hof rekent de pleitnota van de Inspecteur en de door partijen voor en tijdens de zitting overgelegde stukken tot de stukken van het geding.
1.9. Het hof heeft vervolgens het onderzoek ter zitting gesloten.
-
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT