Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Haarlem, 11 de Julio de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak11 de Julio de 2006
Uitgevende instantie:Rechtbank Haarlem

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector bestuursrecht

Nevenzittingsplaats Haarlem

zaaknummer: AWB 04 - 1442 WET A

uitspraak van de meervoudige kamer van 11 juli 2006

in de zaak van:

het dagelijks bestuur van het Regionaal Orgaan Amsterdam,

gevestigd te Amsterdam,

eiser,

gemachtigde: mr. E.A. Minderhoud, advocaat te Amsterdam,

tegen:

de Minister van Verkeer en Waterstaat,

verweerder,

gemachtigde: mr. J.P. Heinrich, advocaat te Den Haag,

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 21 november 2000 (hierna: besluit I) heeft verweerder een bedrag van fl. 5.459.675,00 (€ 2.477.492,50) aan indexering van de verleende subsidie over 2000 betaalbaar gesteld aan eiser. Verweerder heeft daarbij gesteld dat de declaratie van eiser op basis van een indexering van 5% niet volledig betaalbaar is gesteld, omdat in de begroting 2001-2005 voorshands rekening is gehouden met een indexering van 2,5%.

    Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 7 december 2000, aangevuld bij brief van 20 december 2000, bezwaar gemaakt.

    Bij besluit van 14 februari 2001 (hierna: besluit II) heeft verweerder in verband met het behalen van mijlpaal VAT 4 een bedrag van fl. 10.000.000,00 (€ 4.537.802,10) en een bedrag van fl. 250.000,00 (€ 113.445,05) als indexering van het vorengenoemd bedrag, op basis van het indexcijfer voor 2000 van 2,5 %, betaalbaar gesteld aan eiser. Daarbij heeft verweerder bepaald dat de gedeclareerde BTW over het vierde kwartaal van 2000 niet betaalbaar wordt gesteld, omdat de opgave daarvan nog te veel onduidelijkheden bevat.

    Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 21 februari 2001 bezwaar gemaakt.

    Bij besluit van 26 maart 2001 (hierna: besluit III) heeft verweerder de besluiten van 21 november 2000 en 14 februari 2001 gewijzigd, in die zin dat het indexcijfer voor 2000 wordt vastgesteld op 4,5% en dat de BTW over het vierde kwartaal van 2000 alsnog betaalbaar wordt gesteld.

    Bij brief van 2 mei 2001 heeft eiser verweerder bericht zijn bezwaar tegen het niet betaalbaar stellen van de BTW over het vierde kwartaal van 2000 niet langer te handhaven en dat het bezwaar tegen de indexering wel wordt gehandhaafd.

    Bij besluit van 22 november 2001 heeft verweerder het indexcijfer voor 2001 vastgesteld op 4,55%.

    Bij besluit van 8 oktober 2002 (hierna: besluit IV) heeft verweerder het indexcijfer voor 2002 vastgesteld op 3,0% en de per 1 januari 2002 nog niet betaalde subsidievoorschotten met dit indexcijfer verhoogd.

    Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 11 november 2002 bezwaar gemaakt. Daarbij heeft eiser tevens bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een nacorrectie over 2001.

    Bij besluit van 22 augustus 2003 (hierna: besluit V) heeft verweerder het indexcijfer voor 2003 vastgesteld op 2,65% en de per 1 januari 2003 nog niet betaalde subsidievoorschotten met dit indexcijfer verhoogd.

    Bij besluit van 2 september 2003 (hierna: besluit VI) heeft verweerder het besluit van 22 augustus 2003 gewijzigd, in die zin dat het indexcijfer voor 2003 wordt vastgesteld op 2,75%.

    Tegen de besluiten van 22 augustus 2003 en 2 september 2003 heeft eiser bij brief van 2 oktober 2003 bezwaar gemaakt.

    Bij besluit van 23 februari 2004 heeft verweerder de bezwaren ongegrond verklaard.

    Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 1 april 2004, aangevuld bij brief van 14 mei 2004, beroep ingesteld.

    Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.

    Partijen hebben tevens van repliek en dupliek gediend.

    Het beroep is behandeld ter zitting van 4 juli 2006, alwaar eiser is verschenen bij zijn gemachtigde voornoemd. Verweerder is eveneens verschenen bij zijn gemachtigde voornoemd. Voorts waren aanwezig aan de zijde van eiser: mr. B.A. Jong, S. Beffers, K.M. van der Velde, P. Andriessen en D. de Zwart, en aan de zijde van verweerder: mr. A.J. Boorsma, C.A.M. Vlemmings, R. Metzelaar, P.M.G. Hollaar en A.A.J. van der Wees.

  2. Overwegingen

    2.1 Bij besluit van 23 december 1999 (hierna: het subsidiebesluit) heeft verweerder eiser op grond van de Wet Infrastructuurfonds (WIF), het Besluit Infrastructuurfonds (BIF) en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een subsidie verleend van ten hoogste fl. 2.454.000.000,00 (€ 1.113.576.650,29) inclusief BTW ten behoeve van de aanleg van drie projecten in de gemeente Amsterdam, te weten een tweesporige metroverbinding tussen Amsterdam Buikslotermeerplein en Amsterdam Zuid WTC, een auto-onderdoorgang achter het Centraal Station in de oost/west verbinding via de De Ruyterkade en een busstation aan de noordzijde van het Centraal Station. De projecten worden gezamenlijk aangeduid als de Noord/Zuidlijn. In het genoemde bedrag zijn opgenomen een subsidie van ten hoogste fl. 329.000.000,00 (€ 149.293.691,09) voor de BTW-kosten en een subsidie van fl. 187.000.000,00 (€ 84.856.900,41) voor afkoop van alle risico's en onvoorziene zaken, die zich voor, tijdens en na de aanleg van de Noord/Zuidlijn zouden kunnen voordoen.

    Tegen het subsidiebesluit heeft eiser bij brief van 31 januari 2000 bezwaar gemaakt. Naar aanleiding hiervan heeft verweerder bij brief van 9 juni 2000 het subsidiebesluit nader toegelicht. Daarbij is eiser genformeerd over de door verweerder gehanteerde methode voor indexering. Verweerder heeft gesteld dat er een standaardmethode is die voor alle subsidieprojecten gelijk is. In de standaardmethode is een correctiemechanisme opgenomen voor het geval de werkelijke prijsstijging afwijkt van de prognose. Een afwijking tussen prognose en realisering over het afgelopen jaar wordt verwerkt in het prijsindexcijfer voor het lopende jaar. Verder heeft verweerder benadrukt dat de door eiser aangevochten bepaling dat bij voorbaat een eventuele suppletoire aanvraag niet zal worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT