Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 10 de Enero de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Enero de 2001
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Het gerechtshof te Leeuwarden

Arrest gewezen inzake

X.,

Wonende te P.,

Appellant,

Hierna te noemen: X.,

Procureur mr. P.R. Tjallema.

Het geding in eerste aanleg

Bij vonnis van 23 november 2000 heeft de rechtbank te Leeuwarden afgewezen het verzoek van X. het op 4 maart 1999 uitgesproken faillissement op te heffen onder het gelijktijdig uitspreken van toepassing van een schuldsanering.

Het geding in hoger beroep

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 december 2000 heeft X. verzocht het vonnis van 23 november 2000 te vernietigen en, opnieuw beslissende, alsnog de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van de overige stukken.

Ter zitting van 14 december 2000 (pro forma) en 4 januari 2000 is de zaak behandeld. De raadsman van X. heeft een toelichting gegeven. X. is gehoord. Mr. Verdonck, de curator in het faillissement, heeft brief d.d. 2 februari 2001 medegedeeld geen gebruik te willen maken van de mogelijkheid te worden gehoord.

De beoordeling

In artikel 3 lid 1 Faillissementswet (hierna Fw) is bepaald dat de griffier de schuldenaar - nadat een verzoek tot faillietverklaring van de schuldenaar is ingediend en de schuldenaar nog geen verzoekschrift heeft ingediend tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling - terstond bij brief kennis geeft dat de schuldenaar binnen een verzoekschrift tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling kan indienen.

Indien de schuldenaar hieraan geen gevolg heeft gegeven kan - overeenkomstig het bepaalde in artikel 15b Fw - een daaropvolgend uitgesproken faillissement totdat de verificatievergadering is gehouden, worden opgeheven onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling indien - voorzover hier van gefailleerde wegens hem toe te rekenen omstandigheden geen verzoekschrift tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling heeft ingediend binnen de termijn bedoeld in artikel lid 1 Fw.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de situatie zoals omschreven in artikel 15b Fw zich niet voordoet, zodat het verzoek van X. diens faillissement op te heffen en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken, dient te worden afgewezen.

X. komt hiertegen op, zonder een expliciet geformuleerde grief aan te voeren, en stelt dat hem niet kan worden verweten dat hij zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet heeft ingediend binnen de in artikel 3 Fw...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT