Voorlopige voorziening van Rechtbank 's-Gravenhage, Assen, 19 de Abril de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Abril de 2006
Uitgevende instantie:Assen

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

Zitting houdende te Assen

Sector Bestuursrecht

Kenmerk AWB 05/ 54864 BEPTDN A S1

Uitspraak van de voorzieningenrechter op de voet van het bepaalde in titel 3 van hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) d.d. 19 april 2006

inzake:

[verzoeker],

geboren op [geboortedatum] 1964,

van Albanese afkomst,

nationaliteit: burger van Servi en Montenegro,

IND dossiernummer: 9812-25-8035,

V-nummer: 221.503.1058

verzoeker,

gemachtigde: mr. J.S. Visser, advocaat te Stadskanaal,

tegen

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE,

(Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)),

te 's-Gravenhage,

verweerder,

gemachtigde: mr. R. Jonkman, procesvertegewoordiger.

Procesverloop

Bij besluit van 11 oktober 2000 is verzoeker tot ongewenst vreemdeling verklaard in de zin van artikel 21, eerste lid onder c, van de Vreemdelingenwet (oud). Bij uitspraak van deze rechtbank van 19 juni 2001 is de ongewenstverklaring onherroepelijk geworden.

Op 31 mei 2005 heeft verzoeker bij verweerder een verzoek tot opheffing van zijn ongewenstverklaring ingediend.

Verzoeker heeft bij brief van 6 december 2005 bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig beslissen op zijn verzoek van 31 mei 2005 alsmede tegen de handeling van de Korpschef te Groningen, onder meer gericht op het in bewaring stellen en uitzetten van verzoeker.

Voorts heeft verzoeker bij verzoekschrift van 6 december 2005 verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Bij besluit van 19 december 2005 is eiser op de voet van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, Vw 2000 in bewaring gesteld.

Bij beschikking van 18 april 2006 heeft verweerder het bezwaarschrift van verzoeker met betrekking tot het niet tijdig beslissen gegrond verklaard en met betrekking tot de opheffing van de ongewenstverklaring van eiser ongegrond. Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep doen instellen.

De griffier heeft de van verweerder ontvangen stukken aan verzoeker gezonden en hem in de gelegenheid gesteld nadere gegevens te verstrekken. Verweerder heeft bij brief van 14 april 2006 gereageerd op het onderhavige verzoek en nadere stukken overgelegd.

De openbare behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening heeft plaatsgevonden op 19 april 2006. Eiser heeft zich ter zitting doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde mr. J.S. Visser. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen.

Motivering

Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT