Kort geding van Rechtbank Leeuwarden, 2 de Junio de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Junio de 2005
Uitgevende instantie:Rechtbank Leeuwarden

Rechtbank Leeuwarden

Sector civiel recht

afdeling handelsrecht

Korte Gedingen

Uitspraak: 2 juni 2005

Kort-geding-nummer: 70039 / KG ZA 05-108

VONNIS

van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Leeuwarden, in het kort geding van:

[eiseres],

wonende te [woonplaats],

eiseres,

procureur: mr. J. Steenstra,

tegen

  1. [gedaagde sub 1],

    wonende te [woonplaats],

  2. [gedaagde sub 2],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagden,

    procureur: mr. A. Jeulink.

    PROCESGANG

    [eiseres] heeft [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare zitting van 19 mei 2005.

    [eiseres] heeft toen op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd dat de rechter bij vonnis, zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  3. primair bepaalt dat het beslag, zoals gelegd door [gedaagde sub 1], op 1 december 2004, op gelden, geldswaarden en vorderingen die notaris N. de Wolf onder zich heeft, van [eiseres], is vervallen; subsidiair het door [gedaagde sub 1] ten laste van [eiseres] gelegde beslag als hiervoor omschreven, opheft en/of [gedaagde sub 1] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis het beslag op te heffen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft; meer subsidiair het door [gedaagde sub 1] ten laste van [eiseres] gelegde beslag als hiervoor omschreven, voor een bedrag ad € 110.000,-- opheft en/of [gedaagde sub 1] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis het beslag op te heffen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [gedaagde sub 1] daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft;

  4. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis aan [eiseres] als voorschot een bedrag ad € 90.000,00 te voldoen;

  5. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] veroordeelt in de kosten van het geding.

    Vervolgens hebben partijen hun standpunten nader doen toelichten door hun procureurs, die beiden mede aan de hand van pleitnotities het woord hebben gevoerd, waarbij [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van [eiseres], met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.

    Partijen hebben met wederzijds goedvinden producties in het geding gebracht.

    Na voortgezet debat hebben partijen vonnis gevraagd. De rechter doet heden uitspraak.

    RECHTSOVERWEGINGEN

    Vaststaande feiten

  6. In dit kort geding gelden onder meer de navolgende feiten als vaststaand.

    1.1. [eiseres] en [gedaagde sub 1] zijn in september 1974 gehuwd. Bij beschikking van 21 februari 2001 is de echtscheiding tussen [eiseres] en [gedaagde sub 1] uitgesproken, welke beschikking op 14 mei 2001 in de registers van de burgerlijke stand is ingeschreven.

    1.2. [eiseres] heeft in oktober 1987 tezamen met [gedaagde sub 2] een woning aan de [adres] te [woonplaats] gekocht. [eiseres], [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben daar vanaf 1987 gezamenlijk in gewoond. Medio maart 2000 heeft [eiseres] de woning verlaten.

    1.3. Partijen zijn sinds mei 1987 in een samen-werkings-verband (met n of meer anderen) betrokken bij de exploitatie van een detailhandel en een installatiebedrijf. Op 11 mei 1987 is dit samenwerkingsverband omgezet in een vennootschap onder firma, de VOF K&S. [eiseres] heeft de VOF ontbonden door opzegging. De overige vennoten hebben laten weten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT