Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 29 de Septiembre de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Septiembre de 2006
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

Uitspraak: 29 september 2006

Rolnummer: 05/818

Rolnr. rechtbank: 04/541

HET GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE, tweede civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van

ALL TRADE B.V.,

gevestigd te Vlaardingen,

appellante,

hierna te noemen: All Trade,

procureur: mr. G.P. van Eijk

tegen

CM SUPPLIES (UK) LIMITED,

gevestigd te DA13EN Dartford (Kent), Verenigd Koninkrijk,

geÔntimeerde,

hierna te noemen: CM,

procureur: niet verschenen.

Het geding

All Trade is bij exploot van 9 juni 2005 in hoger beroep gekomen van de door de Rechtbank Rotterdam tussen partijen gewezen vonnissen van 27 oktober 2004 en 16 maart 2005. Het exploot bevat een oproep aan All Trade om voor dit hof te verschijnen ter zitting van 23 juni 2005. CM heeft bij brief van 17 juni 2005, gericht aan het hof, meegedeeld niet te zullen verschijnen. Bij exploot van 14 juli 2005 is CM wederom opgeroepen, op haar vestigingsadres, tegen de zitting van donderdag 22 september 2005. Bij brief van 15 september 2005 heeft CM het hof bericht dat zij ook op de september-zitting niet zal verschijnen. Tegen CM is verstek verleend. All Trade heeft een memorie van grieven ingediend en aansluitend arrest gevraagd.

Beoordeling van het hoger beroep

de ontvankelijkheid en de verstekverlening

  1. Het binnen de appeltermijn uitgebrachte exploot van 9 juni 2005 is betekend op de voet van art. 63 lid 1 Rv. Die betekening is - in lijn met HR 17 januari 2003, NJ 2003,113 - binnen veertien dagen gevolgd door een verzending naar de ontvangende instantie in Engeland. CM heeft vÛÛr de eerste zittingsdag kenbaar gemaakt aan het hof dat zij niet in hoger beroep wenst te verschijnen. Dit heeft zij herhaald in haar brief van 15 september 2005, verstuurd naar aanleiding van het (tweede) exploot, van 14 juli 2005, waarbij zij is opgeroepen om te verschijnen ter zitting van 22 september 2005. Weliswaar noemt CM in die brief van 15 september 2005 als zittingsdag 23 september 2005, maar dat komt waarschijnlijk omdat die datum vetgedrukt staat vermeld in de door CM als bijlage bij deze brief gevoegde brief van 14 juli 2005 van haar (voormalige) advocaat, mr. Reitsma, waarbij mr. Reitsma een kopie van de appeldagvaarding (van 14 juli 2005) heeft toegestuurd aan CM. In die laatste brief staat echter tevens en eveneens vetgedrukt: "Thursday", en wel vÛÛr die abusievelijk genoemde datum van 23 september 2005, wat een vrijdag was. Aan het slot van zijn brief benadrukt mr. Reitsma bovendien het belang om de zaak vÛÛr 22 september 2005 met hem te bespreken. Gelet hierop is de - in het tweede, aan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT