Verzet van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 13 de Octubre de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Octubre de 2006
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

rw

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Tiende Enkelvoudige Belastingkamer

UITSPRAAK OP VERZETSCHRIFT

  1. Op 19 mei 2005 is ter griffie van het Gerechtshof een verzetschrift ontvangen van X. te Z., belanghebbende. Belanghebbende heeft haar verzet aangevuld bij brieven van 7 juli 2005 en 24 augustus 2005. De directeur van de dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam, verweerder, heeft daarop bij brieven van 29 juli 2006 en 20 september 2006 gereageerd. Het verzet is gericht tegen de ingevolge artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) door de Zestiende Enkelvoudige Belastingkamer gedane uitspraak, gedagtekend en ter post bezorgd op 8 april 2005.

  2. Het verzet is behandeld ter zitting van 19 september 2006 alwaar ter zitting is verschenen namens verweerder, dhr. Y. Belanghebbende is, hoewel daartoe opgeroepen bij aangetekend schrijven van 28 augustus 2006, niet verschenen. Bedoeld schrijven, dat is gericht aan het in het verzetschrift opgegeven adres, is ter griffie terugontvangen op 4 oktober 2006, met daarop de aantekeningen dat het schrijven op 29 augustus 2006 aan het adres van belanghebbende tevergeefs is aangeboden, naar het Hof begrijpt met achterlating van een bericht ter zake, en dat het vervolgens bij het kantoor van TPG-Post niet is afgehaald.

    3.1. Uit de stukken, waaronder de reactie van verweerder op het verzetschrift, en het ter zitting verhandelde is gebleken dat de uitspraak op het bezwaarschrift is gedagtekend 6 oktober 2004. De uitspraak is verzonden naar het adres van belanghebbende, te weten A-weg 2 te Amsterdam. Het Hof heeft geen reden aan te nemen dat de uitspraak niet uiterlijk 6 oktober 2004 ter post is bezorgd. De termijn voor het instellen van beroep eindigde mitsdien op 17 november 2004.

    3.2. Uit de gedingstukken is tevens gebleken dat bij verweerder per fax twee geschriften zijn ingekomen, beiden gedagtekend 13 november 2004; te weten geschrift A en geschrift B.

    Geschrift A is volgens verweerder eerder dan geschrift B ontvangen en is door hem als beroepschrift aangemerkt en naar het Hof doorgezonden. Op geschrift A heeft het faxapparaat van verweerder afgedrukt '19/11 2004 VRI 09:33'. Het geschrift bestond uit n pagina.

    Geschrift B bevatte twee pagina's. Een van die pagina's was gelijkluidend aan 'geschrift A'. Op de eerste pagina van geschrift B heeft het faxapparaat van verweerder afgedrukt '21/11 2004 ZON 20:12'.

    Op geschrift A en B staat tevens afgedrukt 'Fax sent by (...) X. 19/11/04 11:13', respectievelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT