Voorlopige voorziening van Rechtbank Utrecht, Voorzieningenrechter, 15 de Noviembre de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak15 de Noviembre de 2006
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK UTRECHT

Sector bestuursrecht

zaaknummer: SBR 06/3347 VV

uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 november 2006

inzake

de Staat der Nederlanden (Ministerie van Verkeer en Waterstaat),

zetelende te Den Haag, verzoeker,

en

de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

verweerder.

Inleiding

1.1 Het verzoek heeft betrekking op verweerders besluit van 1 juni 2006, waarbij het verzoek van de Stichting Boogbrug Vianen, gevestigd te IJsselstein (verder: de Stichting), om de groep van twaalf stalen bruggen die zijn aangelegd in het kader van het Rijkswegenplan 1927 tot ÈÈn gezamenlijk beschermd monument te benoemen, is afgewezen.

1.2 Het verzoek is op 2 november 2006 ter zitting behandeld, waar verzoeker is verschenen bij R.J.T. Smit en A.T. Markerink, werkzaam bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, bijgestaan door mr. E.H.P. Brans, advocaat te Den Haag. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door M.J. Sypkens Smit, werkzaam bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist. Namens de Stichting is W. van Sijl, bijgestaan door mr. E.D.M. Verboom, advocaat te Eindhoven, ter zitting verschenen.

Overwegingen

2.1 Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

2.2 Voor zover deze toetsing meebrengt dat een oordeel wordt gegeven over het geschil in de bodemprocedure, heeft dit oordeel een voorlopig karakter en bindt dit de rechtbank niet bij haar beslissing in die procedure.

2.3 Bij brief van 21 oktober 2002 heeft de Stichting verzocht om de stalen verkeersbrug over de Waal bij Zaltbommel aan te wijzen als beschermd monument in de zin van de Monumentenwet 1988 (verder: Mw). Dit verzoek is bij besluit van verweerder van 13 mei 2004 afgewezen. In het besluit op bezwaar van 20 september 2004 is de Stichting niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaren, aangezien de Stichting niet als belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 van de Awb kan worden aangemerkt. Hiertoe is er op gewezen dat de Stichting blijkens haar statuten niet de belangen van deze brug behartigt. Het beroep en het hoger beroep zijn vervolgens ongegrond verklaard. Naar aanleiding van deze procedure heeft de Stichting haar statuten gewijzigd.

2.4 Bij besluit van 23 augustus 2005 heeft verweerder besloten om de aanvraag van de Stichting, die ziet op het aanwijzen als beschermd monument van de stalen boogbrug over de Lek bij Vianen, af te wijzen. Tegen dit besluit heeft de Stichting op 29 september 2005 een bezwaarschrift ingediend. Bij besluit van 12 juni 2006 heeft verweerder dit bezwaarschrift ongegrond verklaard. Tegen dit besluit op bezwaar heeft de Stichting een beroepschrift ingediend, dat is geregistreerd onder nummer SBR 06/2826.

2.5 Bij brief van 29 september 2005 heeft de Stichting vervolgens aan verweerder gevraagd om de twaalf stalen bruggen die in de periode van 1930 tot 1943 in het kader van het Rijkswegenplan 1927 over de grote rivieren zijn gebouwd als geheel aan te wijzen als...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT