Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 15 de Diciembre de 2006

Datum uitspraak15 de Diciembre de 2006
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

15 december 2006

Eerste Kamer

Rek.nr. R06/117HR

RM/MK

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[Verzoekster],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKSTER tot cassatie,

advocaat: mr. M.J. Post,

t e g e n

DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT ROTTERDAM,

gevestigd te Rotterdam,

VERWEERSTER IN CASSATIE,

advocaat: mr. D. Stoutjesdijk.

1. Het geding in feitelijke instantie

De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam heeft op 31 juli 2006 onder overlegging van een door [betrokkene 1], als de niet bij de behandeling betrokken psychiater, afgegeven geneeskundige verklaring d.d. 19 juli 2006, de rechtbank aldaar verzocht een voorlopige machtiging te verlenen om verzoekster tot cassatie - verder te noemen: betrokkene - in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen en verblijven.

De rechtbank heeft het verzoek ter terechtzitting van 17 augustus 2006 mondeling behandeld, hierbij zijn gehoord: de betrokkene bijgestaan door haar raadsman, de sociaal psychiatrisch verpleegkundigen [betrokkene 2] en [betrokkene 3], [betrokkene 4] en de zuster van betrokkene. Voorts heeft de rechtbank telefonisch psychiater [betrokkene 5] en de huisarts van betrokkene gehoord. Na de verhoren heeft de rechtbank de verdere behandeling van het verzoek aangehouden en de officier van justitie in de gelegenheid gesteld desgewenst een verzoek tot het verlenen van een observatiemachtiging in te dienen.

De officier van justitie heeft op 25 augustus 2006, onder overlegging van een nieuwe door [betrokkene 1] afgegeven geneeskundige verklaring d.d. 24 augustus 2006 de rechtbank verzocht een observatiemachtiging te verlenen om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen en doen verblijven.

Bij beschikking van 28 augustus 2006 heeft de rechtbank een observatiemachtiging verleend om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen en verblijven tot uiterlijk 18 september 2006. Het verzoek tot voorlopige machtiging om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen en verblijven heeft de rechtbank bij beschikking van [eveneens] 28 augustus 2006 afgewezen.

Beide beschikkingen van de rechtbank zijn aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank tot verlening van de observatiemachtiging heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullend cassatierekest (aangeduid als nadere grieven) zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Bij aanvullend verweerschrift heeft de officier van justitie gereageerd op het aanvullend cassatierekest.

De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van betrokkene in haar cassatieberoep.

3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De geldigheidsduur van de hiervoor onder 1 vermelde, op 28 augustus 2006 verleende voorlopige observatiemachtiging om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen en verblijven is op 18 september 2006 verstreken. Om deze reden heeft betrokkene geen belang bij haar beroep, zodat zij daarin niet kan worden ontvangen.

4. Verdere overwegingen

4.1 De Hoge Raad ziet nochtans aanleiding in verband met het belang van de in de middelen aan de orde gestelde rechtsvragen het navolgende te overwegen.

4.2 De door de rechtbank op de voet van art. 14h Wet Bopz verleende observatiemachtiging berust op de navolgende beoordeling door de rechtbank van de toestand van betrokkene:

"Uit de geneeskundige verklaring en de mondelinge toelichting van de behandelend arts [....] blijkt van de volgende situatie:

Bij betrokkene is sprake van paranoÔde waanstoornis in het kader van schizofrenie.

Het ernstige vermoeden bestaat dat een stoornis van de geestvermogens de betrokkene het volgende gevaar voor zichzelf doet veroorzaken:

Betrokkene is waarschijnlijk vanuit haar paranoÔde waan zeer achterdochtig naar haar buren. Betrokkene zou 's nachts voor geluidsoverlast zorgen. Het gevaar bestaat dat betrokkene door haar hinderlijk gedrag agressie van anderen over zichzelf afroept.

De opneming en het verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis strekt ertoe te onderzoeken of betrokkene lijdt aan een stoornis van de geestvermogens en of die stoornis betrokkene gevaar voor zichzelf doet veroorzaken.

Het gevaar kan niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis worden afgewend. Betrokkene geeft geen blijk van de nodige bereidheid vrijwillig in een psychiatrisch ziekenhuis te verblijven."

4.3 Middel 9 betoogt dat art. 14h lid 1 Wet Bopz onverenigbaar is met de bepaling van art. 5 lid 1, aanhef en onder e, EVRM, omdat die bepaling slechts detentie toelaat van daadwerkelijk geesteszieken, terwijl art. 14h lid 1 Wet Bopz voorziet in een opneming teneinde te onderzoeken of een stoornis van de geestvermogens aanwezig is.

4.4 Hieromtrent wordt het volgende overwogen. Uit de in de nrs. 3.8-3.12 van de conclusie van de Advocaat-Generaal vermelde rechtspraak van het EHRM valt af te leiden dat vrijheidsbeneming van geesteszieken in beginsel slechts toelaatbaar is indien op deugdelijke wijze is aangetoond dat de betrokkene geestesziek is. Niettemin heeft het EHRM aanvaardbaar geacht dat iemand voor korte tijd onvrijwillig in een psychiatrisch ziekenhuis wordt opgenomen opdat kan worden onderzocht of hij aan een geestesziekte lijdt, maar dat alleen in spoedeisende gevallen of wanneer de betrokkene in verband met diens gewelddadige gedrag is gedetineerd, terwijl dat onderzoek dan wel onmiddellijk na de vrijheidsbeneming behoort plaats te vinden. Buiten deze gevallen moet een onderzoek naar de geestestoestand voorafgaan aan een eventuele vrijheidsbeneming. Indien evenwel een dergelijk onderzoek onmogelijk blijkt omdat de betrokken persoon weigert zich aan een onderzoek te onderwerpen, kan worden volstaan met een beoordeling door een medisch deskundige op basis van het dossier, bij gebreke waarvan niet kan worden aangenomen dat op deugdelijke wijze is aangetoond dat de betrokkene geestesziek is.

4.5 Een observatiemachtiging als bedoeld in art. 14h Wet Bopz strekt volgens het tweede lid van dat artikel ertoe te onderzoeken of een stoornis van de geestvermogens aanwezig is en of de stoornis de betrokkene gevaar voor zichzelf doet veroorzaken. De machtiging kan worden verleend indien, zoals het eerste lid van art. 14h bepaalt, het ernstig vermoeden bestaat dat een stoornis van de geestvermogens de betrokkene gevaar voor zichzelf doet veroorzaken. Ingevolge art. 14h lid 4 moet bij een verzoek om verlening van een observatiemachtiging een geneeskundige verklaring als in dat artikel bedoeld worden overgelegd, waaruit blijkt dat een geval als bedoeld in het eerste lid zich voordoet. Dit in aanmerking nemende, en mede rekening houdende met de omstandigheid dat een observatiemachtiging volgens lid 3 van art. 14h niet langer dan drie weken kan gelden, acht de Hoge Raad verlening van een observatiemachtiging in verband met art. 5 EVRM slechts aanvaardbaar, indien op grond van de overgelegde medische verklaring met voldoende zekerheid kan worden aangenomen dat de betrokkene aan een, in het kader van de observatie nader te onderzoeken, stoornis van de geestvermogens lijdt, en het ernstige vermoeden bestaat dat die stoornis hem gevaar voor zichzelf doet veroorzaken. Het middel betoogt in zoverre terecht dat art. 14h met de voorwaarde dat het ernstig vermoeden bestaat dat een stoornis van de geestvermogens de betrokkene gevaar voor zichzelf doet veroorzaken, de gevallen waarin een observatiemachtiging kan worden verleend ruimer omschrijft dan strookt met art. 5 EVRM.

4.6 Niettemin zou het middel, indien betrokkene in haar beroep ontvankelijk zou zijn geweest, niet tot cassatie hebben kunnen leiden. De rechtbank heeft immers op basis van de bij het verzoek overgelegde medische verklaring geoordeeld dat bij betrokkene sprake is van paranoÔde waanstoornis in het kader van schizofrenie en dat het ernstige vermoeden bestaat dat betrokkene door die stoornis van de geestvermogens hinderlijk gedrag vertoont en daardoor agressie van anderen over zichzelf afroept. Daarvan uitgaande heeft de rechtbank geen met art. 5 EVRM onverenigbare toepassing gegeven aan art. 14h Wet Bopz.

4.7 De middelen 8 en 12, uitgewerkt in de nog binnen de cassatietermijn ter griffie van de Hoge Raad ingekomen "nadere grieven" van betrokkene tegen de bestreden beschikking, klagen dat de rechtbank in strijd met art. 8 lid 1 Wet Bopz beslist heeft zonder betrokkene te horen en mede op basis van een nieuwe geneeskundige verklaring waarover betrokkene zich niet heeft kunnen uitlaten. Deze klacht is gegrond. De rechtbank heeft betrokkene weliswaar op 17 augustus 2006 gehoord, maar het ging toen om het, hiervoor in 1 bedoelde, verzoek van de officier van justitie van 31 juli 2006 tot het verlenen van een voorlopige machtiging als bedoeld in art. 2 Wet Bopz. De rechtbank heeft vervolgens kennelijk toepassing gegeven aan art. 8a Wet Bopz, waarna de officier op 25 augustus 2006 alsnog het, door de rechtbank in haar beschikking van 28 augustus 2006 gehonoreerde, verzoek om verlening van een observatiemachtiging heeft ingediend, dat blijkens de processtukken vergezeld ging van een nieuwe, van 24 augustus 2006 daterende, geneeskundige verklaring. De Wet Bopz laat niet toe dat een betrokkene op voorhand wordt gehoord, noch ook dat een betrokkene op voorhand afstand doet van zijn recht om te worden gehoord, op een nog in te dienen verzoekschrift tot verlening van een machtiging ingevolge de Wet Bopz.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart [verzoekster] niet-ontvankelijk in haar beroep.

Deze beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 15 december 2006.

R06/117HR

Mr...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT