Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 9 de Enero de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 9 de Enero de 2007
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

typ. JD

rolnr. C0400221/HE

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,

vierde kamer, van 9 januari 2007,

gewezen in de zaak van:

  1. de besloten vennootschap [APPELLANTE SUB 1],

    gevestigd te [plaats],

  2. de besloten vennootschap [APPELLANTE SUB 2],

    gevestigd te [plaats],

  3. de besloten vennootschap [APPELLANTE SUB 3],

    gevestigd te [plaats],

    appellanten in principaal appel bij exploot van

    dagvaarding van 29 januari 2004,

    geÔntimeerden in incidenteel appel,

    procureur: mr. Ph.C.M. van de Ven,

    tegen:

    de besloten vennootschap MIVERAN B.V., voorheen geheten VOEDERCENTRALE MILHEEZE B.V.,

    thans gevestigd te Mierlo,

    geÔntimeerde in principaal appel bij gemeld exploot,

    appellante in incidenteel appel,

    procureur: mr. P.W. de Best,

    op het hoger beroep van de door de rechtbank 's-Hertogenbosch gewezen vonnissen van 15 september 2000 en 3 december 2003 tussen principaal appellanten - gezamenlijk te noemen [appellanten] en afzonderlijk [appellante sub 1], [appellante sub 2] en [appellante sub 3] - als eiseressen en principaal geÔntimeerde - verder te noemen VCM - als gedaagde.

  4. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 33846/HA ZA 99-111)

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen alsmede naar het tussenvonnis van 20 april 2001.

  5. Het geding in hoger beroep

    Bij memorie van grieven heeft [appellanten] ÈÈn grief aangevoerd en geconcludeerd tot gedeeltelijke vernietiging van het vonnis van 3 december 2003, namelijk voor zover dit betrekking heeft op de schadevordering terzake de liquidatieschade, en opnieuw rechtdoende, kort gezegd, tot toewijzing van de vordering van [appellanten] met veroordeling van VCM in de kosten van de procedure in beide instanties.

    [appellanten] heeft daarop een akte ex artikel 225 lid 2 Rv genomen.

    VCM - zichzelf abusievelijk aanduidende als Voedercentrale Milheeze B.V. - heeft een antwoordakte ex artikel 225 lid 2 Rv genomen en daarna heeft VCM - zichzelf aanduidende als Miveran B.V. - nog een akte ex artikel 225 lid 2 Rv genomen.

    Op dezelfde rolzitting heeft VCM een akte uitlating omtrent tenaamstelling genomen.

    [appellanten] heeft vervolgens een akte overlegging productie genomen.

    VCM heeft eveneens een akte genomen alsmede onder overlegging van producties een memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, waarin zij de grief van [appellanten] heeft bestreden en zes grieven tegen het vonnis van 3 december 2000 en het tussenvonnis van 15 september 2000 heeft aangevoerd, met conclusie in principaal appel de grief van [appellanten] te verwerpen met veroordeling van [appellanten] in de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep, en in incidenteel appel tot vernietiging van de vonnissen van de rechtbank van 15 september 2000 en 3 december 2003 voor wat betreft de door [appellanten] gestelde schade als gevolg van achtergebleven fokresultaten en te bekrachtigen ten aanzien van de liquidatie van de farm te [plaats 1], en opnieuw rechtdoende bij arrest uitvoerbaar bij voorraad tot afwijzing van de vorderingen van [appellanten] met veroordeling van [appellanten] in de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep.

    VCM heeft daarna een akte genomen.

    [appellanten] heeft vervolgens een memorie van antwoord in incidenteel appel genomen en daarna een akte van rectificatie waarbij zij een verbeterde versie van de memorie van antwoord in incidenteel appel heeft overgelegd.

    Tenslotte hebben partijen de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

  6. De gronden van het hoger beroep in principaal en in incidenteel appel

    De grief van [appellanten] in principaal appel luidt dat de rechtbank er ten onrechte vanuit gaat dat [appellanten] haar schadevordering grondt op de gebeurtenis van het niet tijdig betalen van schadevergoeding door VCM.

    De grieven van VCM in incidenteel appel houden kort weergegeven het volgende in.

    Grief I betreft de overweging van de rechtbank in het tussenvonnis van 15 september 2000 dat VCM geen beroep kan doen op de aansprakelijkheidsbeperking in artikel 11 van de algemene voorwaarden.

    Grief II betreft de afwijzing van de verweren van VCM ten aanzien van het tekortschieten van VCM, het causale verband, de toerekenbaarheid, de eigen schuld en het beroep van VCM op matiging.

    Grief III betreft de overweging van de rechtbank over het fokresultaat op de farm te [plaats 1] en grief IV de overweging over het effect van de onvolledige vaccinatie.

    In grief V maakt VCM bezwaar tegen de afwijzing door de rechtbank van het beroep van VCM op overmacht in verband met besmet slachtafval en in grief VI maakt zij bezwaar tegen onderdelen van het oordeel van de rechtbank over de schade wegens gemiste fokresultaten.

  7. De beoordeling in principaal en in incidenteel appel

    4.1. Het gaat in deze zaak om het volgende.

    4.1.1. [appellanten] heeft c.q. had een aantal nertsfokkerijen te [plaats 1], [plaats 2] en [plaats 3]. VCM fabriceert en verkoopt nertsenvoer, dat vooral bestaat uit kippenslachtafval, visafval, meel en bijzondere toevoegingen. Partijen doen zaken met elkaar sinds juni 1997. [appellanten] plaatst telefonisch bestellingen bij VCM, die het voer ongeveer om de andere dag bij [appellanten] aflevert. VCM factureert wekelijks (aan [appellante sub 1]).

    4.1.2. Eind maart 1998 heeft VCM voer aan [appellanten] afgeleverd, en wel in de periode 10-30 maart 1998 voor

    f 10.997,-- (excl. BTW) aan [plaats 1], voor f 11.641,50 (excl. BTW) aan [plaats 2] en voor f 4.153,50 (excl. BTW) aan [plaats 3] (prod. 1 en 2 cva). In de periode 21-25 maart 1998 zijn bij [appellanten] in totaal 655 nertsen overleden: 392 in [plaats 1] (4,5% van het totale bestand), 243 in [plaats 2] (2%) en 20 in [plaats 3] (0,5%). Bij enkele tientallen nertsenfokkers in de omgeving, waaraan VCM voer leverde, heeft zich hetzelfde voorgedaan.

    4.1.3. Bij brief van 30 juni 1998 (prod. 1 concl. na deskundigenbericht van [appellanten] d.d. 11 december 2002) heeft [persoon 1], de vaste dierenarts van [appellanten], aan [appellanten] bericht:

    Naar aanleiding van mijn bedrijfsbezoek aan uw bedrijf te [plaats 1] op 29 mei laatst leden, wil ik hierbij aangeven welke maatregelen u dient te nemen om ervoor te zorgen dat u het volgend seizoen weer normaal kunt produceren op uw bedrijf te [plaats 1].

    De huidige omstandigheden:

    Door het zeer matige fokresultaat van dit jaar is het in feite niet meer mogelijk om aan te geven welke dieren geschikt zijn als fokdier voor het a.s. seizoen, selectie is dus vrijwel niet mogelijk.

    Te nemen maatregelen:

    * Afpelzen van de gehele farm.

    * Grondige reiniging en desinfectie van de gehele farm.

    * Herbevolking van farm met gegarandeerd AD-vrije nertsen.

    Dit zijn een aantal minimum maatregelen voor uw bedrijf.

    4.1.4. VCM hanteert algemene verkoopvoorwaarden (prod. 3 cva), waarvan art. 11 luidt, voor zover hier van belang:

    11.1 De Voedercentrale zal nimmer aansprakelijk zijn voor mÈÈr dan het bedrag dat door haar aansprakelijkheids-assuradeuren daadwerkelijk zal worden erkend.

    11.2 De Voedercentrale is nimmer aansprakelijk voor schade veroorzaakt door (botulisme-)bacteriÎn, parasieten, ongedierte, virussen......en andere schadelijke stoffen.

    ...................

    11.4 De Voedercentrale is nimmer gehouden tot vergoeding van schade, anders dan aan personen of zaken.

    ..........................

    Onderaan de door VCM verzonden facturen staat vermeld:

    Onze leveringen en diensten worden verricht conform de algemene voorwaarden, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te [plaats 4]. Op uw verzoek zenden wij u gaarne een exemplaar toe.

    Art 4 van de aanvullende polisvoorwaarden van de verzekeraar van VCM (niet overgelegd) luidt:

    "De aansprakelijkheid voor schade verband houdende met geleverd voer is alleen verzekerd voor de dood van edelpelsdieren tengevolge van ondeugdelijk voedsel".

    4.1.5. Bij brief van 12 november 1998 (prod. 4 cvr) heeft VCM aan [appellanten] bericht:

    "Bij de door ID DLO en GD ingestelde onderzoeken op aangeboden dieren en voermonsters is de oorzaak van de ziekteverschijnselen en de sterfte van de nertsen niet achterhaald. Het patroon van de verschijnselen, plotselinge uitbraak, waarbij het aantal zieke en dode dieren met de dag snel afnam en na een week geheel was gestopt, wijzen, in de richting, dat het door de VCM geleverde voer vermoedelijk als oorzaak van de verschijnselen is aan te merken, hoewel dit in de onderzoeken niet is aangetoond en derhalve niet met zekerheid kan worden gesteld. Onze assuradeuren hebben besloten met inachtneming van de polisvoorwaarden dekking onder de polis te verlenen. ...........

    Het door de assuradeuren ingeschakelde schade-expertiseburo [bedrijf...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT