Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 29 de Noviembre de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Noviembre de 2006
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

BL

29 november 2006

Rekestenkamer

Rekestnummer R200600896

GERECHTSHOF 'S-HERTOGENBOSCH

Beschikking

In de zaak in hoger beroep van:

[X.],

wonende te [woonplaats]

appellant,

hierna te noemen: de man,

procureur: mr. B.W.M. Toemen,

t e g e n

[Y.],

wonende te [woonplaats],

geÔntimeerde,

hierna te noemen: de vrouw.

  1. Het geding in eerste aanleg

    Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 31 maart 2006, waarvan de inhoud bij partijen bekend is.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 2 augustus 2006, heeft de man verzocht voornoemde beschikking te vernietigen en te bepalen dat:

    I de minderjarige kinderen worden toevertrouwd aan de man;

    II het huurrecht van de woning aan de [adres] wordt toegekend aan de man, alsmede

    III partijen te bevelen over te gaan tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap;

    IV de man te belasten met het eenhoofdig gezag over de in de beschikking genoemde minderjarigen.

    2.2. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 oktober 2006.

    Bij die gelegenheid zijn gehoord:

    - de man bijgestaan door zijn procureur mr. B.W.M. Toemen;

    - de vrouw bijgestaan door haar advocaat mr. J.W. Weehuizen.

    De Raad voor de Kinderbescherming is, ondanks behoorlijke oproeping, niet ter zitting verschenen.

    De minderjarige [A.] heeft zijn mening schriftelijk kenbaar gemaakt.

    2.3. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

    - de producties, overgelegd bij het beroepschrift;

    - de publicatie van de beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 31 maart 2006 in de Staatscourant d.d. 3 mei 2006;

    - de brief van de minderjarige [A.], ter zitting door de vrouw overgelegd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Het hof verwijst naar de inhoud van het beroepschrift.

  4. De beoordeling

    4.1. Partijen zijn op 1 oktober 1987 op het Turkse consulaat in [plaatsnaam] met elkaar gehuwd. Bij beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 31 maart 2006 is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken. De echtscheiding is op 7 september 2006 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Uit het huwelijk zijn de volgende thans nog minderjarige kinderen geboren:

    - [A.] (hierna: [A.]) geboren op [geboortejaar] te [geboorteplaats];

    - [B.] (hierna: [B.]) geboren op [geboortejaar] te [geboorteplaats].

    Partijen hebben gezamenlijk het gezag over genoemde kinderen.

    Uit het huwelijk tussen partijen is het volgende thans reeds meerderjarige kind geboren:

    - [C.] (hierna: [C.]) geboren op [geboortejaar] te [geboorteplaats].

    De vrouw heeft in eerste aanleg verzocht om echtscheiding met nevenvoorzieningen. De man heeft geen verweerschrift ingediend tegen het verzoek van de vrouw.

    4.2. Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en bepaald dat de vrouw vanaf de dag dat de echtscheidingsbeschikking zal zijn...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT