Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 20 de Diciembre de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2006
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

RJH

20 december 2006

Rekestenkamer

Rekestnummer R200600679

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Beschikking

In de zaak in hoger beroep van:

[X.],

wonende te [woonplaats],

appellant,

de man,

procureur mr. L.H.J.M. Cilissen,

t e g e n

[Y.],

wonende te [woonplaats],

geÔntimeerde,

de vrouw,

procureur mr. H.A.M.J. Loeffen.

  1. Het geding in eerste aanleg

    Het hof verwijst naar de tussen partijen gegeven beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 24 maart 2006, waarvan de inhoud bij hen bekend is.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 15 juni 2006, heeft de man verzocht voormelde beschikking te vernietigen en alsnog - met wijziging van de tussen partijen gegeven beschikking van 26 maart 2004 - de door hem voor de vrouw te betalen partneralimentatie met ingang van 1 september 2005 te bepalen op nihil.

    2.2. Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 3 juli 2006, heeft de vrouw het verzoek van de man bestreden.

    2.3. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

    - de producties, overgelegd bij het beroepschrift en het verweerschrift;

    - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van deze zaak bij voornoemde rechtbank van 24 februari 2006;

    - de brief met bijlagen van de procureur van de man van 12 oktober 2006.

    2.4. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 oktober 2006. Bij die gelegenheid zijn partijen en hun raadslieden gehoord.

    2.5. Het hof heeft vervolgens kennisgenomen van de brief van de procureur van de man van 8 november 2006, alsmede van de brief van de procureur van de vrouw van 8 november 2006.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Het hof verwijst hiervoor naar de inhoud van het beroepschrift.

  4. De beoordeling

    4.1. Partijen zijn op 18 juni 1971 met elkaar gehuwd.

    De tussen hen gegeven echtscheidingsbeschikking van 7 maart 2003 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand op 16 juni 2003.

    4.2. Bij de beschikking van 7 maart 2003 heeft de rechtbank bepaald dat de man als uitkering tot het levensonderhoud van de vrouw een bedrag van € 800,-- per maand dient te bepalen.

    4.3. Bij beschikking van 26 maart 2004 heeft de rechtbank de door de man voor de vrouw te betalen partneralimentatie nader vastgesteld op € 1.500,-- per maand met ingang van 13 november 2003.

    4.3.1. Van die beschikking heeft de man bij zijn op 5 oktober 2005 ter griffie van de rechtbank ingekomen verzoekschrift wijziging verzocht en gevraagd om de onderhoudsbijdrage voor de vrouw met ingang van 1 september 2005 nader te bepalen op nihil, zulks op grond van het feit dat hij per die datum werkloos is geworden en zijn inkomen sedertdien substantieel is verminderd.

    4.4. Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank voormeld verzoek van de man afgewezen.

    Tegen die beschikking is de man opgekomen.

    Behoefte

    4.5. De behoefte van de vrouw aan de laatstelijk bij beschikking van de rechtbank van 26 maart 2004 vastgestelde bijdrage is in hoger beroep op zichzelf niet in geschil. De stelling van de man in zijn beroepschrift dat van de vrouw verlangd mag worden dat zij in haar eigen levensonderhoud voorziet dient volgens de man ter zitting niet te worden opgevat als grief.

    Draagkracht

    4.6. De man stelt dat zijn draagkracht met ingang van 1 september 2005 ontoereikend is geworden om de hem opgelegde bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw van thans € 1.554,41 per maand te betalen.

    4.6.1. De man heeft in dit verband aangevoerd dat hij met ingang van 1 september 2005 werkloos is geworden en uit dien hoofde een uitkering ontvangt en dat het er niet naar uitziet dat hij hernieuwd kan deelnemen aan het arbeidsproces. Hij vindt het dan ook niet redelijk dat van hem wordt verwacht - zoals de rechtbank heeft geoordeeld - dat hij de aan hem toegekende ontslagvergoeding benut ter suppletie van zijn huidige ww-uitkering tot zijn oude salarisniveau teneinde op die wijze in staat te blijven de op hem rustende partneralimentatie te betalen, zulks terwijl hij na de periode van die suppletie (derhalve na ongeveer 3 jaar) van zijn ww-uitkering volledig zal terugvallen op uitsluitend de ww-uitkering gedurende een periode van ongeveer ÈÈn jaar, waarna hij gedurende een periode van ongeveer vier jaar (dus van zijn 61-ste tot zijn 65-ste) niet meer in aanmerking zal komen voor enige andere (loongerelateerde) uitkering.

    Een en ander dient te worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT