Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 3 de Abril de 2009

Datum uitspraak 3 de Abril de 2009
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

Uitspraak wordt niet gepubliceerd

Nr. 43.416

Mr. De Wit

Derde Kamer A

Omzetbelasting

Conclusie inzake

Minister van FinanciÎn

tegen

X B.V.

1 maart 2007

  1. Inleiding

    1.1. In deze zaak gaat het om een auto die wordt aangegeven voor extern communautair douanevervoer naar Duitsland. De auto is bestemd voor Polen. Het document T1 wordt niet gezuiverd. De Tariefcommissie heeft onherroepelijk geoordeeld dat belanghebbende in Nederland douaneschuldenaar op grond van artikel 203 van het Communautair douanewetboek (hierna te noemen: CDW) is. Deze procedure betreft de omzetbelasting. In vergelijking met BNB 2005/142(1) ligt de zaak in die zin anders, dat nu ter zitting is komen vast te staan dat de auto via Duitsland naar Polen is gegaan. De onttrekking vindt volgens het Hof in Duitsland plaats. De Minister beroept zich op het vervallen artikel 22, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna te noemen: Wet OB). Ook stelt de Minister dat de inspecteur zich ter zitting anders heeft uitgelaten dan in het proces-verbaal wordt weergegeven. Tenslotte besteed ik in deze conclusie aandacht aan het argument van de Minister dat de verschuldigdheid juist is, nu op goede gronden een uitnodiging tot betaling is gedaan. In dit kader bespreek ik het arrest Labis en Sagpol(2) inzake de reikwijdte van de compensatieregeling.

  2. Feiten en procesverloop

    2.1. Aan de Hofuitspraak en de tot het geding behorende stukken ontleen ik de volgende feiten en de volgende gegevens over het procesverloop.

    2.2. Belanghebbende, X B.V., houdt zich bezig met de in- en verkoop van personen- en bedrijfsauto's. Zij heeft op 21 januari 1997 te R aangifte gedaan voor de douaneregeling extern communautair douanevervoer voor het vervoer van een auto, "merk Hyundai H100 Sattelite 2.4I GS", chassisnummer 005 (hierna te noemen: de auto). Op het ter zake opgemaakte document T1, met het nummer 010, wordt als land van bestemming Polen vermeld en als kantoor van bestemming U, Duitsland.

    2.3. Omdat het vijfde exemplaar van het document T1 niet werd terugontvangen heeft de inspecteur op 23 mei 1997 een verzoek om nadere inlichtingen aan belanghebbende gestuurd. Op 30 mei 1997 heeft belanghebbende het "geretourneerde strookje behorend bij T1 dokumentnummer 010" opgestuurd ten bewijze van de zuivering.

    2.4. Bij brief van 27 november 1997 heeft de inspecteur aan belanghebbende een kennisgeving als bedoeld in artikel 379 van de Uitvoeringsverordening Communautair douanewetboek (destijds geldende tekst, hierna te noemen: UCDW) gestuurd inhoudend dat belanghebbende tot drie maanden na dagtekening van de kennisgeving de gelegenheid heeft het bewijs te leveren van de regelmatigheid van het communautair douanevervoer of van de plaats waar de overtreding of onregelmatigheid daadwerkelijk is begaan.

    2.5. Nadat hierop van belanghebbende geen reactie werd ontvangen, stuurde de inspecteur op 20 maart 1998 een uitnodiging tot betaling van douanerechten (? 2.543,40; ? 1.154,14) en omzetbelasting (? 4.896,20; ? 2.221,79).

    2.6. Tot de stukken behoren voorts een afschrift van een zogeheten "Relaas van bevinding" van de Douanepost R, Team Falsificaten onderzoek, inzake een "onderzoek stempelafdruk nummer 011 Hauptzollamt V" waarop voor zover hier van belang het volgende staat vermeld:

    "Op 18 september 1997 heeft collega (...), van Douanepost R/team zuivering, ter controle aangeboden: een T-1 nummer 010 afgegeven 21 januari 1997, daarbij bood hij een ontvangstbewijs/terugzendingsstrookje aan dat de aangever ter zuivering op 30 mei 1997 naar de team zuivering toe heeft gezonden (het vijfde exemplaar van het T document is nooit op de zuivering ontvangen). Het toegezonden strookje was voorzien van een stempelafdruk nummer 011 van Hauptzollamt V.

    Na toezending van een verzoek tot nasporing naar Oberfinanzdirektion V, deelden deze ons mede dat:

  3. Het afsluiten van deze zending bij Hauptzollamt V/Zollamt U niet kon worden aangetoond.

  4. Het dienststempel nummer 011 werd gebruikt tot 10 juli 1997 door Zollamt U, het stempel werd uit de roulatie genomen omdat er vermoedelijk vervalsingen in omloop waren.

  5. Het stempelafdruk nummer 011 op het strookje is niet van het originele stempel afkomstig zoals dat op Zollamt U in gebruik was.

    Het toegezonden strookje werd gecontroleerd met behulp van een microscoop en de docubox. Vergelijking van een origineel afdruk nummer 011 van Hauptzollamt V met de afbeelding op het strookje, leverde zeer duidelijke verschillen op nl:

    -Afwijking in de diameter (zie bijlage, foto A).

    -Een afwijkend cijfertype van het stempelnummer (zie bijlage foto B).

    -Een afwijkend lettertype zeer duidelijk in b.v. "M" van "AMT" en

    "O"in "ZOLL" en "V"

    (...) Wij kunnen stellen dat het stempelafdruk vals is."

    2.7. Bij uitspraak van 6 november 2001 heeft de Tariefcommissie geoordeeld inzake de uitnodiging tot betaling van de douanerechten.(3) De Tariefcommissie overwoog:

    "6.2.1. Ingevolge artikel 96 van het CDW heeft belanghebbende als aangever de verplichting om de goederen binnen de gestelde termijn ongeschonden bij de douane aan te brengen op het kantoor van bestemming met inachtneming van de getroffen identificatie-maatregelen en om overigens de bepalingen van het communautair douanevervoer na te leven. Het kantoor van bestemming heeft in dit geval meegedeeld, dat de onderhavige auto aldaar niet is aangebracht en evenmin het document T1 is ingeleverd. Indien een zending niet bij het kantoor van bestemming is aangebracht en de plaats van de overtreding of onregelmatigheid niet kan worden vastgesteld, heeft de belanghebbende de gelegenheid alsnog het bewijs te leveren van de regelmatigheid van het douanevervoer.

    6.2.2. In artikel 380 van de UCDW is een limitatieve opsomming gegeven van de documenten waarmee de regelmatigheid van het vervoer kan worden aangetoond, te weten: a. een door de douaneautoriteiten geviseerd douane- of handelsdocument, waaruit blijkt dat de betrokken goederen bij het kantoor van bestemming of, bij toepassing van artikel 406, bij de toegelaten geadresseerde werden aangebracht; of b. een douanedocument waarmee de goederen onder een douaneregeling in een derde land zijn geplaatst, dan wel een kopie of een fotokopie daarvan; deze kopie of fotokopie dient voor conform te werden gewaarmerkt, hetzij door de instantie die het origineel heeft geviseerd, hetzij door de autoriteiten van het betrokken land, hetzij door de autoriteiten van een lidstaat.

    6.2.3. De door belanghebbende overgelegde kopie van Dowod verklaring is niet officieel gewaarmerkt en is derhalve geen document als bedoeld in artikel 380 van de UCDW. Nu belanghebbende niet enig door de wettelijke bepalingen voorgeschreven bewijsmiddel kan overleggen, moet worden geconcludeerd dat het douanevervoer niet naar behoren is beÎindigd.(4)

    6.3. Ontstaan van de douaneschuld

    6.3.1. De Tariefcommissie zal het betoog van belanghebbende onder punt 4 verstaan als een beroep op artikel 204, lid 1, van het CDW juncto artikel 859 van de UCDW, inhoudende dat sprake is geweest van een verzuim zonder werkelijke gevolgen voor de juiste werking van de betrokken douaneregeling, in casu de regeling extern communautair douanevervoer. In onderdeel 6 van artikel 859 van de UCDW is genoemd de situatie, dat goederen die onder een douaneregeling waren geplaatst, het douanegebied van de Gemeenschap hebben verlaten, zonder dat de vereiste formaliteiten zijn vervuld. Een dergelijk verzuim kan ingevolge de eerste volzin van artikel 859 van de UCDW beschouwd worden als zonder werkelijke gevolgen voor de juiste werking van de betrokken douaneregeling, voorzover aan een drietal voorwaarden is voldaan. In het onderhavige geval ligt het op de weg van belanghebbende om aan te tonen dat alle formaliteiten voor het regulariseren van de situatie van de goederen alsnog zijn vervuld. In dit geval is niet aangetoond dat voor de onderhavige auto alsnog die zijn formaliteiten vervuld, op grond waarvan de auto geacht kan worden met toepassing van de juiste douaneformaliteiten Polen te zijn binnengebracht.

    6.3.2. Gelet op het voorgaande is voor de onderhavige auto een douaneschuld ontstaan op grond van artikel 203 van het CDW, waarvoor belanghebbende op de voet van het derde lid, vierde gedachtestreepje, als schuldenaar wordt aangemerkt."

    2.8. Belanghebbende heeft in het kader van haar ter zitting van 12 juli 2005 gedane bewijsaanbod onder meer de volgende stukken overgelegd:

    -een in het Pools gestelde verklaring, gedagtekend 27 september 2005, overgelegd van de douaneautoriteiten te T, Polen, alsmede een Nederlandse vertaling daarvan. In de verklaring is, voor zover van belang, vermeld dat de personenauto "Hyundai H-100 Satelite" met chassisnummer 005 toegelaten werd tot het handelsverkeer op het Poolse douanegebied en dat dit betekent dat de douaneformaliteiten voor de bovengenoemde voertuigen afgehandeld werden. Voorts wordt erop gewezen, dat de douane, gelet op het tijdsverloop van vijf jaren na de instelling van de procedure, niet meer beschikt over de douanedocumentatie;

    -een brief van belanghebbende aan de belastingdienst, gedagtekend 23 augustus 2001 inzake onder meer de personenauto "Hyundai H-100 Satelite" met chassisnummer 005 ter zake waarvan wordt verwezen naar een zogeheten DOWOD verklaring en een bericht van een advocatenkantoor dat de auto's in Polen geregistreerd staan;

    -een "uitspraak op verzoek tot terugbetaling", gedagtekend 2 juni 2002 waaruit blijkt dat aan belanghebbende met betrekking tot het document 010 een teruggaaf wordt verleend van ? 2.543,40 aan invoerrechten omdat aanvullend alternatief bewijs is overgelegd.

    2.9. De inspecteur heeft in reactie onder meer opgemerkt:

    De ambtenaar geeft mij aan dat hij tot ambtshalve terugbetaling is overgegaan, omdat hij dacht dat dit kon nadat de driejaarstermijn was verstreken. Hij heeft zich hierbij niet gerealiseerd dat artikel 65 WAR niet van toepassing is op rechten bij invoer (zie artikel 1 lid 3 AWR). Tevens heeft hij verklaard dat hij niet op de hoogte was van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT