Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Alkmaar, 24 de Enero de 2007
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 24 de Enero de 2007 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Alkmaar |
RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
GD
zaak- en rekestnummer: 87899 / FA RK 06-426
datum: 24 januari 2007
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
VERZOEKSTER,
wonende te Heerhugowaard,
verzoekende partij,
procureur: mr. G.A.M. van Dijk,
tegen:
GEREKWESTREERDE,
wonende te Rotterdam,
gerekwestreerde,
procureur: mr. H.R.M. JennÈ.
advocaat: mr. M. Huisman te Rotterdam.
Partijen zullen verder ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter griffie van deze rechtbank is op 10 mei 2006 een verzoekschrift van de vrouw ingekomen waarin wordt verzocht ten laste van de man een bijdrage vast te stellen in de kosten van verzorging en opvoeding van euro 250,-- per maand met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag en ingangsdatum ten behoeve van het minderjarige kind, geboren op datum in de gemeente Alkmaar.
De man heeft daarop een verweerschrift ingediend, strekkende tot afwijzing van het verzoek. Tevens is verzocht om de vrouw te veroordelen in de kosten van deze procedure.
De procureur van de vrouw heeft op 22 november 2006 nadere gegevens in het geding gebracht.
Voorts heeft de procureur van de man op 30 november 2006 nadere gegevens in het geding gebracht.
De vrouw heeft vervolgens een nader verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 december 2006, alwaar zijn verschenen, de vrouw, bijgestaan door mr. Van Dijk, voornoemd, en de man, bijgestaan door mr. Huisman, voornoemd.
DE BEHANDELING VAN DE ZAAK
De vrouw heeft als grond voor het verzoek aangevoerd dat zij behoefte heeft aan een bijdrage.
De man heeft de hoogte van de behoefte van de minderjarige aan een bijdrage weersproken. en zich op het standpunt gesteld dat de behoefte kan worden gesteld op euro 245,-- per maand
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
De vrouw heeft de behoefte van de minderjarige gesteld op euro 250,-- per maand. De man heeft zich op het standpunt gesteld dat de behoefte kan worden gesteld op euro 245,-- per maand in het geval het zou gaan om ÈÈn minderjarig kind. Thans is de man van mening dat rekening gehouden moet worden met drie minderjarige kinderen, nu hij met zijn nieuwe partner twee kinderen heeft gekregen.
De rechtbank is van oordeel dat het standpunt van de man geen stand houdt, nu het gaat om de behoefte van een kind en niet de draagkracht van de man. De behoefte...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT