Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 24 de Abril de 2007
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 24 de Abril de 2007 |
Uitgevende instantie: | Court of Appeal of Arnhem (Netherlands) |
24 april 2007
pachtkamer
rolnummer 2006/1044 P
G E R E C H T S H O F T E A R N H E M
Arrest
in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
procureur: mr. P.M. Wilmink,
tegen:
-
[geïntimeerde sub 1],
-
[geïntimeerde sub 2],
-
[geïntimeerde sub 3],
allen wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
procureur: mr. F.J. Boom.
1 Het geding in eerste aanleg
Voor de procedure in eerste aanleg wordt verwezen naar de inhoud van de vonnissen van 11 mei 2006 en 7 september 2006 die de pachtkamer van de rechtbank te Alkmaar, sector kanton, locatie Den Helder, tussen appellant (hierna te noemen [appellant]) en geïntimeerden (hierna te noemen [geïntimeerden]) heeft gewezen. Van die vonnissen is een fotokopie aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in hoger beroep
2.1 [appellant] heeft bij exploot van 3 oktober 2006 aan [geïntimeerden] aangezegd van de vonnissen van 11 mei 2006 en 7 september 2006 in hoger beroep te komen en hen voor dit hof gedagvaard en geconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad verklaard, de vonnissen waarvan beroep zal vernietigen en opnieuw recht doende, bij arrest schriftelijk zal vastleggen de tussen [appellant] als pachter en [geïntimeerden] als verpachters bestaande mondelinge pachtovereenkomst met betrekking tot de percelen grond: [perceel A], kadastraal bekend gemeente [...], sectie N, nummer 903, groot 4 hectare en 99 are, [perceel B], kadastraal bekend gemeente [...], sectie N, nummer 1279, groot 8 hectare en 24 are en [perceel C], kadastraal bekend gemeente [...], sectie N, nummer 1145, groot 13 hectare en 45 are, alsmede [geïntimeerden] zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
2.2 Bij memorie van grieven heeft [appellant] vijf grieven tegen voormelde vonnissen aangevoerd en toegelicht, zes nieuwe producties overgelegd en geconcludeerd dat het hof bij arrest zal beslissen als geformuleerd in het petitum van de appeldagvaarding.
2.3 Bij memorie van antwoord hebben [geïntimeerden] de grieven bestreden, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [appellant] niet-ontvankelijk zal verklaren, dan wel zijn vordering zal afwijzen, kosten rechtens.
2.4 Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd.
3 De vaststaande feiten
De pachtkamer van de rechtbank heeft in haar vonnis van 11 mei 2006 onder het kopje "De vaststaande feiten" onder 1 tot en met 4 een aantal feiten vastgesteld. Tegen die vaststelling zijn geen grieven gericht of bezwaren ingebracht, zodat ook het hof in hoger beroep van die feiten zal...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT