Kort geding van Rechtbank Arnhem, Voorzieningenrechter, 24 de Mayo de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Mayo de 2007
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

vonnis

RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 155240 / KG ZA 07-260

Vonnis in kort geding van 24 mei 2007

in de zaak van

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser bij dagvaarding van 15 mei 2007,

procureur mr. H. van Ravenhorst,

advocaat mr. W.A.J. Hagen te Arnhem,

tegen

[gedaagde],

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

advocaat mr. A.J.M. van Haaren te Arnhem.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding

    - de mondelinge behandeling.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. Partijen zijn op 21 juli 1989 te [woonplaats] met elkaar getrouwd op huwelijkse voorwaarden. In de huwelijkse voorwaarden, verleden op 18 juli 1989 voor mr. H.W.H. van Bracht (destijds) notaris te Zevenaar, staat onder meer:

    Artikel 1.

    Tussen hen, als echtelieden, zal generlei gemeenschap van goederen bestaan.

    Ook de gemeenschap van winst en verlies en die van vruchten en inkomsten is derhalve uitgesloten.

    Artikel 2.

    (...)

    Artikel 3.

    Behoudens het bepaalde in het vorige artikel worden de rechten aan toonder en de geen registergoed zijnde zaken, waarvan geen der echtgenoten kan bewijzen dat zij aan hem toebehoren, gerekend eigendom te zijn van de echtgenoten, ieder voor de helft, met uitzondering, dat zaken klaarblijkelijk behorende tot een door een echtgenoot zelfstandig uitgeoefend beroep of bedrijf, gerekend zullen worden eigendom te zijn van die echtgenoot.

    Artikel 4.

    (...)

    Artikel 5.

    Hetgeen in enig kalenderjaar van de gezamenlijke inkomsten van de echtgenoten resteert, nadat daaruit de in artikel 4 van deze akte gemelde uitgaven zijn gedaan, komt toe aan de beide echtgenoten, ieder van hen voor de helft.

    Daartoe kan ieder van de echtgenoten vaststelling verlangen van de inkomsten van ieder van hen over het laatstverlopen kalenderjaar en van de uitgaven, welke uit die inkomsten gedaan zijn of gedaan moeten worden.

    Ieder van hen heeft de verplichting de nodige medewerking tot die vaststelling en inzage van de daartoe nodige bescheiden te verlenen.

    De echtgenoot, wiens winstsaldo meer beloopt dan dat van de ander, keert dan binnen ÈÈn maand na die vaststelling, aan de ander uit een zodanig bedrag, dat uiteindelijk aan ieder van hen beiden de helft van het gezamenlijk winstsaldo zal zijn ten goede gekomen.

    (...)

    2.2. Op 17 maart 2004 is de woning in Tolkamer die destijds gezamenlijk eigendom van partijen was, toebedeeld aan de vrouw. In dat verband heeft zij een bedrag van

    € 100.000,00 schuldig erkend aan de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT