Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Assen, 7 de Marzo de 2007
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 7 de Marzo de 2007 |
Uitgevende instantie: | Assen |
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Zitting houdende te Assen
Sector Bestuursrecht
Kenmerk: AWB 07/7820 VRONTN A R23 G04 S4
Uitspraak d.d. 7 maart 2007 op het beroep tegen de maatregel van bewaring op grond van artikel 59 Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), toegepast ten aanzien van de vreemdeling genaamd althans zich noemende:
[eiseres],
geboren op [geboortedatum],
van Chinese nationaliteit,
IND-dossiernummer: 0412. 06.0128,
V-nummer: 2706.13.9023
eiseres,
gemachtigde: mr. D.Y. Li, advocaat te Groningen,
tegen
DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
te 's-Gravenhage,
verweerder,
gemachtigde: mr. D.A. Riezebos, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Procesverloop
Bij besluit van 17 februari 2007 is eiseres op de voet van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, Vw 2000 in bewaring gesteld.
Namens eiseres is op 20 februari 2007 beroep ingesteld tegen het voornoemde besluit waarbij is verzocht om schadevergoeding.
Eiseres is, bijgestaan door haar gemachtigde, op 1 maart 2007 ter zitting gehoord.
Ter zitting was een tolk in de Chinese taal aanwezig. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen.
Aangezien de rechtbank van oordeel is dat het onderzoek niet volledig is geweest, is het onderzoek met toepassing van artikel 8:68 Algemene wet bestuursrecht heropend. Verweerder is in de gelegenheid gesteld aan te geven wat de nieuwe feiten of omstandigheden zijn die het oordeel rechtvaardigen dat zicht op uitzetting bestaat.
Op 5 maart 2007 heeft verweerder zijn reactie gegeven. Op 6 maart 2007 heeft de gemachtigde van eiseres gereageerd op het standpunt van verweerder.
De rechtbank heeft bepaald dat nadere zitting achterwege kan blijven, nu partijen daarvoor toestemming hebben gegeven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.
Algemeen
Gelet op het Koninklijk Besluit van 22 februari 2007 (nr. 07.000660, Scrt. 2007, 41), en gelet op de portefeuilleverdeling, zoals vastgesteld tijdens de constituerende vergadering van 22 februari 2007 van het op diezelfde dag bedigde kabinet, is de Staatssecretaris van Justitie verantwoordelijk gesteld voor het beleidsterrein Vreemdelingenzaken. Daar waar in deze uitspraak voor wat betreft de periode van 14 december 2006 tot 22 februari 2007 wordt gesproken van verweerder dient te worden bedacht dat hiermede wordt bedoeld de Minister van Justitie, en voor wat betreft de periode tot 14 december 2006, de (voormalige) Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (Koninklijk Besluit van 14 december 2006 (nr. 06.004621, Scrt...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT