Eerste aanleg - meervoudig van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), Douanekamer, 19 de Junio de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Junio de 2007
Uitgevende instantie:Douanekamer

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Douanekamer

Uitspraak

in de zaak nr. 04/885 DK

de dato 19 juni 2007

  1. De procedure

    1.1. Op 10 maart 2004 is bij de Douanekamer van het Gerechtshof te Amsterdam (hierna: de Douanekamer) een beroepschrift ingekomen van mr. N te R, ingediend namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid O B.V. te I, belanghebbende.

    Het beroep is gericht tegen de in één geschrift vervatte uitspraken van het hoofd van de Belastingdienst van 30 januari 2004, kenmerk ..., betreffende de bezwaren van belanghebbende tegen de uitnodigingen tot betaling van douanerechten, groot in totaal € 557.713,31.

    1.2. Van belanghebbende is een griffierecht van € 232,-- geheven.

    De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    1.3. Met toepassing van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft belanghebbende op 11 april 2006 een nader stuk ingediend; de inspecteur heeft daarop gereageerd bij brief met bijlagen van 28 april 2006.

    1.4. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden tijdens de zitting van de Douanekamer op 31 oktober 2006. Daar zijn verschenen namens belanghebbende mr. N en mr. drs. S, vergezeld van J, en F, directeur van I B.V., en namens de inspecteur mr. K en mr. C. Belanghebbende en de inspecteur hebben ieder een pleitnota overgelegd en voorgelezen, welke bij de gedingstukken zijn gevoegd. De pleitnota van belanghebbende is voorzien van zeven bijlagen. De inspecteur heeft van deze bijlagen kennis kunnen nemen en zich erover kunnen uitlaten.

  2. De vaststaande feiten

    2.1. Belanghebbende, douane-expediteur, heeft in de periode van 1 september 1997 tot en met 9 april 1998 diverse aangiften voor het vrije verkeer gedaan voor zendingen boter, met de vermelding van Estland als land van oorsprong.

    De goederen werden aangegeven onder post 0504 10 19 van het Gemeenschappelijk douanetarief (GDT), waarvoor ten tijde van de invoer een douanerecht van 242,90 ECU per 100 kilogram gold. Importeur van de goederen was I B.V., gevestigd te H. 2.2. De uitnodigingen tot betaling hebben betrekking op de volgende aangiften voor het vrije verkeer:

    (...)

    2.3. Vorenvermelde uitnodigingen tot betaling zien op zendingen boter welke onder overlegging van in totaal 11 certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 (hierna: de certificaten) voor het vrije verkeer zijn aangegeven. Het gaat daarbij om de volgende certificaten, met de daarop aangegeven vermeldingen:

    Certificaat Afgiftedatum Goederen Factuur Vervoermiddel

  3. AB 276486 12-09-1997 960 cartons Nr. 349 Truck BF-PN-73

    Estonian origin 12-09-97

    butter

  4. AB 292238 02-07-1997 960 cartons Nr. 217 Truck

    Estonian origin 02-07-97

    butter

  5. AB 276448 08-08-1997 960 cartons Nr. 282 Truck

    Estonian origin 06-08-97

    Butter

  6. AB 276449 07-08-1997 960 cartons Nr. 283 Truck

    Estonian origin 06-08-97

    butter

  7. AB 276450 08-08-1997 960 cartons Nr. 286 Truck

    Estonian origin 07-08-97

    butter

  8. AB 276460 18-08-1997 960 cartons Nr. 307 Truck

    Estonian origin 18-08-97 CG5021/OD 69

    butter XX

  9. AB 276461 18-08-1997 960 cartons Nr. 308 Truck

    Estonian origin 19-08-97 CF5221/OD 92

    butter XY

  10. AB 321782 22-12-1997 960 cartons Nr. 516 Truck

    Estonian origin 19-12-97 888 AMF/863

    unsalted butter BR

  11. AB 321783 22-12-1997 960 cartons Nr. 517 Truck

    Estonian origin 19-12-97

    unsalted butter

  12. AB 321779 22-12-1997 960 cartons Nr. 513 Truck

    Estonian origin 19-12-97 984 AMD/940

    unsalted butter BR

  13. AB 321780 22-12-1997 960 cartons Nr. 514 Truck

    Estonian origin 19-12-97 995 AMD/042

    unsalted butter BS

    2.4. In verband met de toepassing van een verlaagd, preferentieel tarief van 48,50 ECU per 100 kilogram in het kader van het Algemeen Preferentieel Systeem (APS), zijn bij de aangiften ten bewijze van de oorsprong Estland vorengenoemde certificaten overgelegd. Deze certificaten zijn door de douaneautoriteiten in Estland afgegeven op schriftelijke aanvraag van de in Rapla (Estland) gevestigde onderneming AS Lacto Ltd. (hierna: Lacto), de exporteur van de door belanghebbende voor het vrije verkeer aangegeven zendingen boter.

    De goederen zijn met toepassing van voornoemd preferentieel tarief in het vrije verkeer gebracht.

    2.5. In de periode van 13 maart 2000 tot en met 17 maart 2000 heeft een communautaire delegatie een missie naar Estland ondernomen. Aanleiding voor de missie was het vermoeden van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (hierna: OLAF) van de Europese Commissie van het bestaan van een carrouselfraude met boter tussen de EU en Estland.

    Daarbij is onderzoek verricht naar de geldigheid van een aantal certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, waaronder de door belanghebbende bij de sub 2.1. vermelde aangiften overgelegde certificaten. Het onderzoek heeft onder meer plaatsgevonden bij Lacto. De bevindingen zijn vervat in een missieverslag van 18 april 2000 met kenmerk 003148 * 18.04.2000. In dit

    verslag is onder meer het volgende vermeld:

    "1.1. General

    (...)

    The initial suspicion of a possible carousel of EU butter via Estonia was confirmed after sampling and analysis in Germany in 1997 of incoming butter consignments declared originating in Estonia and covered by Estonian EUR. 1 certificates issued on behalf of this company (Lacto; Douanekamer). A scientific analysis of these samples, involving tests by three different German scientists, revealed that this butter could not have been produced in Estonia as the values for a number of parameters did not correspond with common values for Estonia.

    (...)

    On the basis of the results of the scientific analyses the German customs authorities have started the recovery procedures against one German importer (...). It concerns about 135 tonnes. The company appealed against this decision.

    Similar analyses concern 242 tonnes (imported in Germany ...) and 109 tonnes (imported in the Netherlands ...).

    (...)

    No samples have been taken for a further 1000 tonnes ex Lacto exclusively imported in the Netherlands.

    1.2. Aim of the mission

    To back the current recovery procedure in Germany and to extend the enquiry to all consignments traded via Lacto, it looked necessary to request the assistance of the Estonian customs.

    A joint verification into the activities of Lacto (...) should enable both services to establish whether the butter shipped by Lacto to the Community in 1997 was originating, and if not, to come to an official withdrawwal of all certificates concerned by the Estonian authorities.

  14. Organisation of the mission

    (...) It was further explained that apparently the company had never been subject to a real audit by customs in the past, only that the customs office had requested Lacto from time to time to produce general documents such as milk purchase figures and contracts for the purchase of milk to support the issuing of EUR.1's.

    (...)

    The Estonian customs officers requested the representatives of Lacto to produce paperwork that would support the production and sales figures given by Mr. Haidary (directeur van Lacto; Douanekamer).

    Mr. Kannike as well as a lady responsible for the production of butter in the Rapla plant (beiden van Lacto; Douanekamer) confirmed the existence of a dairy ("logbook") holding the daily production figures, but stated that this journal could not be obtained straightaway (...).

    (...)

    Mr. Haidary was again requested to produce the necessary documents, which he had promised already the day before.

    (...)

    He admitted that it would not be possible to produce these records at short notice because time constraints prevented his staff to trace them immediately, however, he would make them accessible to Estonian customs in the very near future. He regretted to say that the dairy (holding all day to day production figures) could not longer be found, but anyway, that according to his view he was only obliged to produce documents related to Lacto's commercial activities for the last three years.

    It was clear that under these circumstances the joint verification into the origin of the exported butter could not be carried out at Lacto's premises during the current week.

    (...)

    The Community team explained that so far no conclusive proofs had been given by the exporting company that the butter was indeed originating and that the Estonian customs should insist that Lacto produces the requested records no later than 10 days following the visit (...). If the company failed to do so, the EUR.1 certificates concerned should be withdrawn immediately.

    (...)

  15. Conclusions

    4.1. Final results of the mission

    The joint investigation has not yet been concluded because the Estonian operator could not produce the necessary documents to demonstrate that the butter he exported to the Community in 1996 and 1997 indeed met the criteria to obtain Estonian origin."

    2.6. Bij faxbericht van 13 juni 2000 heeft het hoofd van de afdeling Handhaving van de Estse douane aan de Europese Commissie bericht dat tijdens de bij Lacto uitgevoerde controle is gebleken dat Lacto niet de oorspronkelijke documenten heeft bewaard die de oorsprong van de boter bevestigen en dat op grond van de beschikbare gegevens de oorsprong van de door Lacto geëxporteerde boter niet kan worden bevestigd.

    2.7. Bij dit faxbericht is een lijst gevoegd van 71 EUR.1-certificaten die tussen 2 januari 1997 en 29 december 1997 op aanvraag van Lacto zijn afgegeven. Bij faxbericht van 13 juli 2000 heeft het hoofd van de afdeling Handhaving aan deze lijst nog vier certificaten toegevoegd (in het navolgende worden deze 75 certificaten ook aangeduid als: de certificaten). In dit faxbericht is, voorzover van belang, het volgende vermeld:

    "Hereby we apologize that the list made by Tallinn Customs House about AS Lacto's EUR-1 certificates to be annulled, was not complete."

    De door belanghebbende bij de sub 2.1. vermelde aangiften voor het vrije verkeer gevoegde certificaten EUR.1 behoren alle tot deze certificaten.

    2.8. Op 30 juni 2000 heeft het hoofd van de afdeling Handhaving van de Estse douane in een faxbericht aan de Europese Commissie medegedeeld dat de certificaten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT