Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 20 de Junio de 2007

Datum uitspraak20 de Junio de 2007
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

05/1943 WAO, 06/3467 WAZ, 06/3468 WAZ en 06/3469 WAZ

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op de hoger beroepen van:

[appellante] (hierna: appellante),

tegen de uitspraken van de rechtbank Roermond van respectievelijk 22 februari 2005, 04/739 en 3 mei 2006, 05/507, 05/1496 en 05/1113 (hierna: aangevallen uitspraken),

in de gedingen tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 20 juni 2007

  1. PROCESVERLOOP

    Appellante heeft in beide gedingen hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft in beide gedingen verweerschriften ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft in beide gedingen plaatsgevonden op 9 mei 2007. Appellante is verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door

    W.J.M.H. Lagerwaard.

  2. OVERWEGINGEN

    Appellante was laatstelijk werkzaam als zelfstandig tuinbouwer, met als enige teelt asperges. Ten behoeve van deze teelt heeft zij eind jaren '90 werknemers in dienst genomen, die niet afkomstig waren uit de Europese Unie (EU). Aangezien deze werknemers niet beschikten over een tewerkstellingsvergunning, leidde dit voor appellante tot een aantal procedures, onder meer met de Belastingdienst. Mede als gevolg van de hierdoor bij appellante ontstane spanningen meldde zij zich in 1999 ziek met psychische klachten. In verband hiermee zijn haar bij besluit van 21 maart 2001 met ingang van 4 september 2000 uitkeringen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.

    Aangezien appellante, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, niet (tijdig) de gegevens als bedoeld op het formulier 'Begeleiding en controle WAO, WAZ, Wajong en TW', betreffende het jaar 2002 verstrekte, waaronder de jaarrekening over het jaar 2001, is bij besluit van 3 april 2003 de betaling van de WAO/WAZ-uitkering met ingang van

    1 april 2003 geschorst.

    Zaak 05/1943 WAO (schorsing)

    Bij brief van 16 oktober 2003 is appellante meegedeeld dat is besloten de betaling van de WAO/WAZ-uitkering met ingang van 1 november 2003 te schorsen. Het hiertegen gemaakte bezwaar is bij het bestreden besluit van 12 mei 2004, kenmerk 47032/6.397.220363.00 (bestreden besluit I) ongegrond verklaard. Hierbij is aangegeven dat, voor het geval appellante alsnog de jaarcijfers over 2001 aanlevert maar niet de jaarcijfers over 2002, de schorsing met ingang van 1 november 2003 verder gaat.

    De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

    De Raad ziet zich allereerst, ambtshalve, gesteld voor de vraag of het Uwv het bezwaar terecht ontvankelijk heeft geacht. De Raad beantwoordt deze vraag ontkennend. In dit kader heeft de Raad overwogen dat de brief van 16 oktober 2003, in het licht van het eerdere besluit van 3 april 2003, waarbij de betaling van de WAO/WAZ-uitkering met ingang van 1 april 2003 reeds was geschorst, als niet meer dan een mededeling van informatieve aard kan worden beschouwd, die niet op enig zelfstandig rechtsgevolg is gericht. Daarbij merkt de Raad op dat, naar ook ter zitting van de zijde van het Uwv is bevestigd, bedoelde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT