Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 24 de Julio de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Julio de 2007
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

arrestnummer:

parketnummer: 23-004145-07

datum uitspraak: 24 juli 2007

TEGENSPRAAK

VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 20 juni 2007 in de strafzaak onder parketnummer 15-800617-07 van het openbaar ministerie tegen

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

wonende te [adres],

thans gedetineerd [locatie penitentiaire inrichting].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 13 juni 2007 en op de terechtzitting in hoger beroep van 10 juli 2007.

Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding. Van die dagvaarding is een kopie in dit arrest gevoegd. De daarin vermelde tenlastelegging wordt hier overgenomen.

Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest het hof deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Bewezengeachte

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat

hij op 18 mei 2007 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaÔne.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezengeachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezengeachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezengeachte uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezengeachte levert op:

opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf en/of maatregel

De rechtbank Haarlem heeft de verdachte veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht; 240 uur werkstraf subsidiair 120 dagen hechtenis met verbeurdverklaring en teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen.

Tegen voormeld vonnis is door het openbaar ministerie hoger...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT