Verzet van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 31 de Mayo de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak31 de Mayo de 2007
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

rw

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Vierde Enkelvoudige Belastingkamer

UITSPRAAK OP VERZETSCHRIFT

  1. Op 29 december 2006 is ter griffie van het Gerechtshof een verzetschrift ontvangen van X te Z, belanghebbende, ingediend door A, gemachtigde. Het verzet is gericht tegen de ingevolge artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (de Wet) door de Vijfde Enkelvoudige Belastingkamer gedane uitspraak, gedagtekend 18 december 2006 en ter post bezorgd op 21 december 2006.

  2. Bij deze uitspraak heeft het Hof het verzoek om herziening, ingekomen ter griffie op 6 december 2006, van de uitspraak van de Dertiende Enkelvoudige Belastingkamer van 29 augustus 2005, betreffende de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001 en de daarbij behorende boetebeschikking, afgewezen met de volgende overwegingen:

    Een verzoek tot herziening kan het Hof honoreren als er sprake is van feiten en omstandigheden die hebben plaatsgevonden voor de uitspraak en die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden (zie art. 8:88 van de Awb).

    De verzoeker verwijst naar een recent oordeel van de Nationale Ombudsman en een recente uitspraak van de rechtbank te Haarlem. Deze beide beslissingen zijn echter van na de uitspraak van het Hof van 29 augustus 2005 en kunnen geen invloed hebben op het oordeel van het Hof dat mevrouw X haar bezwaar tegen de aanslag over 2001 te laat heeft ingediend en dit bezwaar dus niet-ontvankelijk is.

    Om deze redenen kan het verzoek om herziening niet honoreren.

  3. Het verzet is behandeld ter zitting van 24 mei 2007, alwaar gemachtigde omtrent het verzet is gehoord. Gemachtigde heeft ter zitting een beroepschrift overgelegd, gedagtekend 25 september 2006, gericht tegen de uitspraak van de inspecteur van 22 september 2006, betreffende een schadevergoeding.

  4. Belanghebbende gaat in haar verzetschrift alleen in op de tijdigheid van het bezwaarschrift. Wanneer belanghebbende het in dit opzicht niet eens was met de uitspraak van het Hof van 29 augustus 2005 had belanghebbende daartegen beroep in cassatie kunnen instellen bij de Hoge Raad. De mogelijkheid van herziening van een uitspraak is niet gegeven om alsnog een verzuim tot het instellen van een rechtsmiddel te herstellen.

  5. Gelet op de stukken van het geding acht het Hof hetgeen is overwogen in de bestreden uitspraak van de Vijfde Enkelvoudige Belastingkamer zoals onder 2 weergegeven juist. Hetgeen gemachtigde in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT