Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 2 de Noviembre de 2004

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Noviembre de 2004
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

typ. AvL

rolnr. C0300756/MA

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,

vijfde kamer, van 2 november 2004,

gewezen in de zaak van:

[APPELLANT SUB 1] en

[APPELLANTE SUB 2],

beiden wonende te [plaats], [gemeente],

appellanten,

procureur: mr. N.J.W.M. de Leeuw,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [GEœNTIMEERDE],

gevestigd te [plaats],

geÔntimeerde,

procureur: mr. Ph.C.M. van der Ven,

op het bij exploot van dagvaarding van 6 juni 2003 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank te Maastricht onder rolno. 75150 / HA ZA 02-499 gewezen vonnis van 12 maart 2003 tussen appellanten - hierna: [appellanten] (in enkelvoud) - als gedaagden en geÔntimeerde - hierna: [geÔntimeerde] - als eiseres.

  1. Het geding in eerste aanleg

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij memorie van grieven heeft [appellanten] vijf grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot alsnog afwijzing van de vorderingen van [geÔntimeerde].

    2.2. Bij memorie van antwoord heeft [geÔntimeerde] de grieven bestreden, de grondslag van haar vordering aangevuld en producties in het geding gebracht. [appellanten] heeft geen bezwaar gemaakt tegen de aanvulling van de grondslag van de vordering.

    2.3. [appellanten] heeft vervolgens een akte genomen, waarop [geÔntimeerde] bij antwoordakte heeft gereageerd.

    Partijen hebben daarna de stukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

    In het procesdossier van [appellanten] ontbreekt de door [geÔntimeerde] in eerste aanleg in het geding gebrachte akte ter rolle met producties. Blijkens het vonnis waarvan beroep is deze akte genomen, zodat deze akte onderdeel uitmaakt van de processtukken.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Voor de exacte inhoud van de grieven verwijst het hof naar de memorie van grieven.

  4. De beoordeling

    4.1. In overweging 2.1. heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Deze overweging is niet bestreden. De door de rechtbank vastgestelde feiten vormen derhalve ook in hoger beroep het uitgangspunt, waar nodig aangevuld met de in hoger beroep vastgestelde feiten.

    4.2. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.

    4.2.1. [appellanten] heeft op of omstreeks [datum 1] na daartoe verkregen verlof ten laste van [geÔntimeerde] conservatoir beslag doen leggen op een of meerdere aan deze toebehorende onroerende zaken. In het verleende verlof heeft de president de vordering van [appellanten] met inbegrip van kosten begroot op ƒ 65.000,=.

    Kort na de beslaglegging heeft [geÔntimeerde] ter opheffing van het beslag zekerheid gesteld in de vorm van een bankgarantie voor ƒ 65.000,=, waarna [appellanten] het beslag heeft laten doorhalen.

    4.2.2. In de bij arrest van dit hof van 19 maart 2002 geÎindigde hoofdzaak is [geÔntimeerde] veroordeeld tot betaling aan [appellanten] van een bedrag van ongeveer ƒ 15.000,= aan hoofdsom, rente en kosten.

    Bij brief van 17 april 2002 heeft [geÔntimeerde] [appellanten] aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade veroorzaakt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT