Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 14 de Septiembre de 2007

Datum uitspraak14 de Septiembre de 2007
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

14 september 2007

Eerste Kamer

Nr. R06/022HR

RM

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Verzoekster],

wonende in Aruba,

VERZOEKSTER tot cassatie,

advocaat: mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai,

t e g e n

HYATT ARUBA N.V.,

gevestigd in Aruba,

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. S.F. Sagel.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en Hyatt.

  1. Het geding in feitelijke instanties

    Met een op 22 maart 2004 ter griffie van het gerecht in eerste aanleg van Aruba ingekomen verzoekschrift heeft [verzoekster] zich gewend tot dat gerecht en, kort gezegd, gevorderd het op 2 oktober 2003 aan [verzoekster] gegeven ontslag nietig, althans kennelijk onredelijk te verklaren en Hyatt te veroordelen aan [verzoekster] vanaf 2 oktober 2003 loon door te betalen dat zij normaliter met werken zou hebben verdiend, zolang het dienstverband tussen partijen niet op rechtsgeldige wijze ten einde zal zijn gekomen, met nevenvorderingen.

    Hyatt heeft de vordering bestreden.

    Het gerecht heeft bij vonnis van 1 september 2004 de vordering afgewezen.

    Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, hierna: het hof.

    Bij vonnis van 22 november 2005 heeft het hof het vonnis van het gerecht bevestigd.

    Het vonnis van het hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Het geding in cassatie

    Tegen het vonnis van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    Hyatt heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek tot cassatie.

    De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.

    De advocaat van [verzoekster] heeft bij brief van 6 juni 2007 op de conclusie gereageerd.

  3. Beoordeling van het middel

    3.1 In cassatie kan worden uitgegaan van het volgende.

    (i) [Verzoekster] is op 18 december 1990 als casino beverage server in dienst getreden van Hyatt. Zij genoot een uurloon van laatstelijk Afl. 9,04 bruto.

    (ii) Hyatt heeft de laatste jaren veel werk gemaakt van een antidrugsbeleid en heeft in het kader daarvan 'Drug-Free Workplace Policy'-trainingen georganiseerd. Op 24 oktober 2002 heeft [verzoekster] zo'n training bijgewoond. Daarbij is aangekondigd dat Hyatt met random drug-testing zou beginnen en is gewezen op de mogelijkheid van ontslag na een positieve uitslag van een drugstest. Op diezelfde dag heeft [verzoekster] getekend voor ontvangst van het document 'Drug-Free Workplace Policy'. Zij heeft ook een verklaring ondertekend te aanvaarden dat een positieve uitslag van een alcohol- of drugstest een reden voor ontslag kan zijn.

    (iii) Op 22 september 2003 is [verzoekster] geselecteerd voor een test op cocaÔne en marihuana. Op 25 september 2003 heeft zij een urinemonster afgegeven aan het Laboratorio Familiar. Op dezelfde dag heeft Hyatt bericht ontvangen dat [verzoekster] een positief testresultaat had voor cocaÔne. Hyatt heeft haar uitgenodigd voor een gesprek op 26 september 2003 bij de afdeling Human Resources. In dat gesprek is [verzoekster] geÔnformeerd over de uitslag van de test. Haar is meegedeeld dat zij recht had op een hertest op hetzelfde monster. Zij heeft hierom verzocht. Gedurende het onderzoek werd zij geschorst met behoud van loon.

    (iv) Op 30 september 2003 is de hertest uitgevoerd door het Noord Medical Laboratorium. Ook deze test gaf een positieve uitslag voor cocaÔne. [Verzoekster] is daarop verzocht zich op 1 oktober 2003 op kantoor te melden. Haar is medegedeeld dat er drie mogelijkheden waren: aanmelding bij "Centro Colorado" voor een rehabilitatieprogramma, ontslag krijgen of vrijwillig ontslag nemen.

    (v) Op 2 oktober 2003 liet [verzoekster] weten niet te willen deelnemen aan dit rehabilitatieprogramma. Daarop is zij op staande voet ontslagen. De schriftelijke vastlegging van het ontslag, met daarin de reden van het ontslag, werd op 2 oktober 2003 aan haar overhandigd.

    3.2 Het gerecht in eerste aanleg heeft de hiervoor in 1 vermelde vorderingen van [verzoekster] afgewezen, omdat, kort gezegd, het weigeren van het volgen van een rehabilitatieprogramma gevoegd bij het geconstateerde cocaÔnegebruik een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert. Het hof heeft het vonnis van het gerecht bevestigd. Het hof overwoog onder meer (in rov. 4.3) het volgende over het door Hyatt gevoerde antidrugsbeleid:

    "Dat beleid is onder meer gericht op het middels urinetesten detecteren van de aanwezigheid van drugs in het lichaam van haar werknemers en op het opleggen van disciplinaire straffen dan wel het ontslaan van werknemers die positief getest worden. Daarbij is niet van belang of het druggebruik onder of buiten werktijd heeft plaatsgevonden en of het daadwerkelijk negatieve invloed had op het werk. Dit vindt naar het oordeel van het Hof zijn rechtvaardiging in het feit dat bekend is dat ook in de vrije tijd gebruikte drugs van invloed kunnen zijn op het werk en dat de concrete invloed van drugs vaak moeilijk te bewijzen zal zijn."

    3.3.1 Onderdeel 1 keert zich hiertegen met de klacht dat deze uitleg van het beleid van Hyatt blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting, althans onbegrijpelijk is. Waar Hyatt het door haar gevoerde antidrugsbeleid ten grondslag heeft gelegd aan het ontslag op staande voet, komen de in de onderdelen 1.1 en 1.2 nader uitgewerkte klachten erop neer dat dit strenge beleid voor [verzoekster] onvoldoende kenbaar was en dat haar geen verwijt ervan valt te maken dat zij niet heeft begrepen dat het enkele privÈ-gebruik van drugs dat tot een positief testresultaat leidt, zonder dat blijkt van een negatief effect (van dat drugsgebruik) op het werk of op de veiligheid, reeds grond oplevert voor een ontslag op staande voet.

    3.3.2 De onderdelen zijn tevergeefs voorgesteld. Mede gelet op de hiervoor in 3.1 (ii) vermelde, in het kader van een 'Drug-Free Workplace Policy'-training door [verzoekster] ondertekende verklaring dat zij aanvaardde dat een positieve alcohol- of drugstest een reden voor ontslag kan opleveren, heeft het hof niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting noch een onbegrijpelijk oordeel gegeven door ervan uit te gaan dat [verzoekster] het stringente antidrugsbeleid van Hyatt in zoverre goed heeft begrepen dat een positieve test, ook als het testresultaat het gevolg is van cocaÔnegebruik in de privÈ-sfeer, tot ontslag zou kunnen leiden, ongeacht of het gebruik een negatief effect heeft op het werk. Daarbij is in aanmerking te nemen dat, naar niet in geschil is, cocaÔne tot 72 uur na gebruik in het lichaam kan achterblijven en een positieve test kan veroorzaken, en dat [verzoekster] niet heeft bestreden dat dit in Aruba van algemene bekendheid is. Het antidrugsbeleid heeft daardoor het door [verzoekster] onderkende, zij het door haar als een ontoelaatbare inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer beschouwde, gevolg dat ook in de privÈ-sfeer geen cocaÔne kan worden gebruikt zonder het risico dat dit bij een test aan het licht komt en tot ontslag kan leiden.

    3.4.1 De zojuist vermelde stelling van [verzoekster] dat het antidrugsbeleid van Hyatt een ontoelaatbare inbreuk maakt op haar persoonlijke levenssfeer vormt het onderwerp van onderdeel 2. Volgens het onderdeel heeft het hof miskend dat het Hyatt niet vrij stond een beleid vast te stellen waarin het loutere privÈ-gebruik dat tot een positieve drugstest leidt, zonder dat is aangetoond dat dit gebruik daadwerkelijk een negatieve invloed op werk of veiligheid had, verboden is, althans dat Hyatt niet zodanig privÈ-gebruik of een daaruit volgende positieve drugstest aan een ontslag op staande voet ten grondslag mag leggen. Aldus schendt Hyatt als werkgever de krachtens art. 8 EVRM (en art. 7A:1615p Arubaans BW) beschermde persoonlijke levenssfeer van de werknemer, zonder dat daarvoor een toereikende rechtvaardiging is. Volgens onderdeel 2.1 leveren de door het hof in aanmerking genomen omstandigheden dat bekend is dat ook in vrije tijd gebruikte drugs van invloed kunnen zijn op het werk en dat de concrete invloed van drugs op het werk vaak moeilijk te bewijzen is, onvoldoende rechtvaardiging op voor deze inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Volgens het onderdeel moet, om de inbreuk te kunnen rechtvaardigen, in het concrete geval sprake zijn geweest van een negatieve invloed van het cocaÔnegebruik op het werk van de desbetreffende werknemer. Volgens de klacht heeft het hof dit miskend, althans geen toereikende omstandigheden genoemd die het oordeel kunnen dragen dat de aangevoerde dringende reden niet in strijd is met art. 8 EVRM en met art. 7A:1615p Arubaans BW. In onderdeel 2.2 wordt voorts betoogd dat voor een zodanige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer ingevolge de eisen van proportionaliteit vereist is dat daar in het concrete geval voldoende reden toe is, zoals wanneer de functie van de werknemer zulks rechtvaardigt, hetgeen hier niet het geval is. Daarnaast wordt in dit onderdeel nog aangevoerd dat een minder zware sanctie mogelijk was geweest, zoals eerst een waarschuwing.

    3.4.2 Bij de beoordeling van deze onderdelen, die zich voor gezamenlijke behandeling lenen, wordt vooropgesteld dat het antidrugsbeleid van Hyatt in zoverre tot een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van haar werknemers leidt dat het gebruik van cocaÔne in de privÈ-tijd (gedurende de weekends en in de laatste drie dagen van de vakantie) niet mogelijk is zonder het risico van een ontslag op staande voet (indien geen gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid een rehabilitatieprogramma te volgen). Bij de beantwoording van de vraag of een dergelijke inbreuk gerechtvaardigd is, dient te worden onderzocht of de inbreuk makende handeling een legitiem doel dient en of zij een geschikt middel is om dat doel te bereiken (het noodzakelijkheidscriterium); voorts moet worden onderzocht of de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer evenredig is in verhouding tot het belang...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT