Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 25 de Septiembre de 2007

Datum uitspraak25 de Septiembre de 2007
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

25 september 2007

Strafkamer

nr. 02889/06

SY/JH

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 6 oktober 2005, nummer 22/005358-04, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968, wonende te [woonplaats].

  1. De bestreden uitspraak

    Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Rotterdam van 14 juli 2004 - de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding onder 1 primair tenlastegelegde en hem voorts ter zake van 1 subsidiair "medeplichtigheid aan het tezamen en in vereniging met een of meer anderen een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verblijven in Nederland, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk is", 3 primair "in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het vals of vervalst is" en 4 primair "in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het vals is" veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

  2. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. S.M. Krans, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch enkel voor zover het de daarbij opgelegde straf betreft, tot vermindering van die straf en tot verwerping van het beroep voor het overige.

  3. Bewezenverklaring en gebezigde bewijsmiddelen

    3.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:

    1 subsidiair.

    een persoon genaamd [medeverdachte 1] in de periode van 28 maart 2003 tot en met 12 april 2003 te Rotterdam en elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen een persoon genaamd [betrokkene 1] uit winstbejag opzettelijk behulpzaam is geweest bij het verblijven in Nederland hebbende hij, [medeverdachte 1], en/of zijn mededader(s)

    -die [betrokkene 1] laten verblijven in een woning te [woonplaats] gelegen aan de [a-straat 1] en

    -informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt omtrent de organisatie en/of de uitvoering van de reis van die [betrokkene 1] van Nederland naar Zweden en

    -informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt omtrent de door hem, [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) voor de reis van die [betrokkene 1] te ontvangen vergoeding en

    -aan die [betrokkene 1] geld gevraagd/laten vragen (te weten 1000 euro en 100 euro) om die [betrokkene 1] van Nederland naar Zweden te (laten) brengen en

    -een persoon genaamd [betrokkene 2] benaderd/laten benaderen teneinde deze [betrokkene 1] van Nederland naar Zweden te vervoeren en

    -die [betrokkene 1] met een auto vervoerd naar een plaats waar die [betrokkene 1] is overgedragen aan [betrokkene 2] en

    -die [betrokkene 1] met een bestelbusje vervoerd/laten vervoeren over Nederlands grondgebied in de richting van Duitsland en Zweden,

    terwijl die persoon genaamd [medeverdachte 1] en zijn mededader(s) wist(en), althans ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was,

    bij het plegen van welk misdrijf, hij, verdachte, in de periode van 28 maart 2003 tot en met 12 april 2003 te Rotterdam en elders in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest door

    - die [betrokkene 1] voor en/of gedurende diens reis naar Nederland en/of in Nederland aanwijzingen te geven over de naar Rotterdam te volgen reisroute en

    - die [betrokkene 1] op te laten halen op een plaats in Rotterdam en

    - (vervolgens) die [betrokkene 1] te (laten) brengen naar een (tijdelijke) (verblijf)plaats in [woonplaats], te weten een woning gelegen aan de [a-straat 1] en

    - die [betrokkene 1] te laten verblijven in die woning te [woonplaats], gelegen aan de [a-straat 1] en

    - informatie uit te wisselen en/of afspraken te maken omtrent de organisatie en/of uitvoering van de reis van die [betrokkene 1] van Nederland naar Zweden en

    - informatie uit te wisselen omtrent de voor de reis van die [betrokkene 1] te ontvangen vergoeding.

    3 primair.

    hij op 12 april 2003 te Rotterdam in het bezit was van een reisdocument, te weten een Iraaks nationaliteitsbewijs, waarvan hij redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat het zogeheten drukbeeld van dat nationaliteitsbewijs onderbrekingen bevatte en van een afwijkende wijze van nummering was voorzien.

    4 primair.

    hij op 12 april 2003 te Rotterdam in het bezit was van een reisdocument, te weten een Iraakse identiteitskaart (voorzien van het nummer [001]), waarvan hij redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals was, bestaande de valsheid hieruit dat op deze identiteitskaart het zogeheten drukbeeld van die identiteitskaart (op meerdere plaatsen) was onderbroken en de gegevens onvolledig waren ingevuld en de zogeheten lay-out afwijkend was.

    3.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

  4. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:

    Ik word ook wel [verdachte] genoemd. Ik ken een persoon genaamd [betrokkene 1]. Ik ken hem nog vanuit Irak. Ik ken zijn broer ook, [betrokkene 3], evenals [medeverdachte 1]. [Betrokkene 4] kwam vaak bij mij thuis.

    In 2003 woonde ik aan de [a-straat 1] in [woonplaats]. In april van dat jaar heeft [betrokkene 1] bij mij gelogeerd. [Betrokkene 3] had hier van tevoren over gebeld. [Betrokkene 3] had gezegd dat [betrokkene 1] vanuit Engeland naar Nederland zou komen. Ik wist dat [betrokkene 1] geen officiÎle papieren bij zich had en dat hij dus eigenlijk niet in Nederland mocht zijn. [Betrokkene 1] kwam aan in Rotterdam. Hij belde vanaf het Centraal Station. Ik had die dag iemand op bezoek. Ik had geen strippenkaart om [betrokkene 1] van het station te halen. Ik heb toen mijn gast gevraagd of hij [betrokkene 1] van het station kon halen en naar mijn woning kon brengen. Toen bleek dat [betrokkene 3] niet naar Nederland zou komen om [betrokkene 1] te halen, vertelde [medeverdachte 1] dat hij mensen kende die ervoor konden zorgen dat [betrokkene 1] in Zweden zou komen. [Medeverdachte 1] heeft met [betrokkene 3] gebeld. Ik heb begrepen dat die mensen 1.000 euro vroegen. [Betrokkene 4] was ook aanwezig.

    [Betrokkene 3] had mij gevraagd of ik kon helpen [betrokkene 1] naar Zweden te brengen. [Medeverdachte 1] vertelde mij dat hij wel wat mensen kon regelen.

    U houdt mij gedeeltes uit een telefoontap op 28 maart 2003 voor.

    Ik ben in deze tap in gesprek met [betrokkene 1].

    U houdt mij voor dat ik in die tap tegen [betrokkene 1] zeg dat ik hem weg zal sturen. Ik bedoelde daarmee dat ik hem zou helpen om in Zweden te komen.

    Ik heb [medeverdachte 1] gevraagd [betrokkene 1] te helpen toen ik van hem hoorde dat hij mensen kende die ervoor konden zorgen dat [betrokkene 1] in Zweden zou komen.

    Het is mogelijk dat ik gesproken heb over bedragen en zelfs een rekeningnummer aan [betrokkene 3] heb doorgegeven.

    Ik was bereid het geld in ontvangst te nemen en het aan [medeverdachte 1] te overhandigen.

    De betaling aan [medeverdachte 1] heeft in mijn huis plaatsgevonden.

    [Betrokkene 1] heeft een tijdje bij mij thuis verbleven. Ik wist dat de persoon die ervoor zou zorgen dat [betrokkene 1] naar Zweden kon, hiervoor geld zou krijgen.

    Mij was verteld door ÈÈn van de broers dat [betrokkene 1] naar Zweden wilde om daar asiel aan te vragen.

  5. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg, voor zover inhoudende:

    Mij werd gevraagd om [betrokkene 1] onderdak te verschaffen. De broer van [betrokkene 1], [betrokkene 3], was van plan om hem vanuit Zweden te komen ophalen, maar dat lukte niet. Ik wist ervan. [Medeverdachte 1] heeft gezegd dat hij iemand kon regelen om [betrokkene 1] naar Zweden te brengen. Ik wist dat er geld door [betrokkene 1] betaald moest worden. Er werd ook in mijn huis over gesproken. Daarbij was ik soms aanwezig.

  6. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:

    Ik woon alleen op het adres [a-straat 1] te [woonplaats]. [Betrokkene 1] logeert bij mij sinds afgelopen woensdag, of een dag ervoor. Ik ken de familie van [betrokkene 1]. Zij komen uit dezelfde stad als waar ik geboren ben. [Betrokkene 1 zijn] vader was mijn leraar op school in [plaats A]. Ik weet dat [betrokkene 1] nog twee broers en een zus heeft. Een broer van [betrokkene 1], die ik ken als [betrokkene 3], woont in Zweden. Ongeveer een week geleden werd ik gebeld door [betrokkene 3] uit Zweden. [Betrokkene 3] zei tegen mij dat zijn broer [betrokkene 1] vanuit Engeland naar Nederland zou komen. [Betrokkene 1] wilde via Nederland naar Zweden reizen om daar asiel aan te vragen. [Betrokkene 3] vroeg aan mij of [betrokkene 1] bij mij mocht logeren voor de tijd dat hij in Nederland zou zijn. Ik heb [betrokkene 3] gezegd dat dit geen probleem was. Ik heb tegen [betrokkene 3] gezegd dat ik zou navragen of iemand [betrokkene 1] naar Zweden kon brengen.

    Afgelopen dinsdag of woensdag belde [betrokkene 1] mij dat hij naar Nederland kwam. [Betrokkene 1] is door een vriend van mij van het Centraal Station in Rotterdam opgehaald die hem vervolgens bij mij bracht. Sinds die tijd logeerde [betrokkene 1] bij mij. Ik heb aan [medeverdachte 1] gevraagd of iemand [betrokkene 1] naar Zweden kon brengen. Tijdens een bezoek heeft [medeverdachte 1] met vrienden van hem gebeld om af te spreken hoe en wanneer [betrokkene 1] naar Zweden gebracht zou worden.

    [Medeverdachte 1] zei dat hij [betrokkene 1] vanochtend, op 12 april 2003, omstreeks 6.00 uur zou ophalen om hem naar Zweden te brengen.

  7. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]:

    Mijn naam is [betrokkene 1].

    Ik ben uit Irak gevlucht en via mensensmokkelaars in Engeland terechtgekomen. Mijn...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT