Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 4 de Septiembre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Septiembre de 2007
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

4 september 2007

vijfde civiele kamer

rolnummer 2006/58

G E R E C H T S H O F T E A R N H E M

Arrest

in de zaak van:

de naamloze vennootschap

Essent N.V.,

gevestigd te Arnhem,

appellante in het principaal appel,

geÔntimeerde in het incidenteel appel,

procureur: mr. F.J. Boom,

tegen:

[geÔntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geÔntimeerde in het principaal appel,

appellant in het incidenteel appel,

procureur: mr. N.L.J.M. Rijssenbeek.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het verloop van de procedure in eerste aanleg verwijst het hof naar de door de kantonrechter (rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Arnhem) tussen de principaal appellante verder Essent te noemen als gedaagde en de principaal geÔntimeerde verder [geÔntimeerde] te noemen als eiser op 11 april 2005 en 28 november 2005 uitgesproken vonnissen, waarvan fotokopieÎn aan dit arrest zijn gehecht.

2 Het geding in hoger beroep

2.1 Essent heeft bij exploot van 13 december 2005 [geÔntimeerde] aangezegd in hoger beroep te komen van voornoemde vonnissen, met dagvaarding van [geÔntimeerde] voor dit hof.

2.2 Bij memorie van grieven in het principaal appel heeft Essent vijf grieven aangevoerd en toegelicht, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof (bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren arrest) de bestreden vonnissen zal vernietigen en, opnieuw recht doende, de vorderingen van [geÔntimeerde] alsnog zal afwijzen althans hem die vorderingen zal ontzeggen, met veroordeling van [geÔntimeerde] in de kosten van de beide instanties.

2.3 [geÔntimeerde] heeft bij memorie van antwoord in het principaal appel en van grieven in het incidenteel appel de stellingen van Essent bestreden, bewijs aangeboden, een productie overgelegd, zijn eis vermeerderd, incidenteel hoger beroep ingesteld, twee grieven tegen het bestreden eindvonnis aangevoerd en toegelicht, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof (bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren arrest) het bestreden tussenvonnis zal bekrachtigen, het bestreden eindvonnis gedeeltelijk (voor zover de vordering van [geÔntimeerde] tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten is afgewezen en voor zover het salaris van de gemachtigde van [geÔntimeerde] op niet meer dan € 650,-- is bepaald) zal vernietigen, de vorderingen van [geÔntimeerde] alsnog volledig zal toewijzen, Essent zal veroordelen tot betaling van een bedrag € 4.625,60 ter zake van wettelijke vertragingsrente, voor het overige het bestreden eindvonnis zal bekrachtigen en Essent zal veroordelen in de kosten van de beide instanties.

2.4 Bij memorie van antwoord in het incidenteel appel heeft Essent de stellingen van [geÔntimeerde] bestreden, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof het incidenteel hoger beroep ongegrond zal verklaren en mitsdien "de reconventionele vorderingen in eerste aanleg van appellante in het incidenteel beroep" zal afwijzen, met veroordeling van [geÔntimeerde] in de kosten van de beide instanties (waarmee zij kennelijk heeft bedoeld de kosten van het incidenteel hoger beroep).

2.5 Ten slotte hebben beide partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd.

3 De grieven

3.1 Essent heeft in het principaal appel (zakelijk weergegeven) de volgende grieven aangevoerd.

Tegen het tussenvonnis van 11 april 2005:

  1. Ten onrechte heeft de kantonrechter geoordeeld dat de brief van 25 februari 1998 niet anders kan worden geduid dan als een schriftelijke toelichting dan wel als (deel van) de uitvoeringsovereenkomst, zoals omschreven in artikel 3.4 sub d van het sociaal plan.

  2. Ten onrechte heeft de kantonrechter geoordeeld dat, nu een objectieve toelichting van de bij de totstandkoming van het sociaal plan betrokken partijen ontbreekt, onder de gegeven omstandigheden aan de taalkundige betekenis van de bepalingen van het sociaal plan groot belang wordt toegekend.

  3. Ten onrechte heeft de kantonrechter geoordeeld dat in het sociaal plan niet is bepaald dat verschillende consequenties zijn verbonden aan de door de werknemer te maken keuze als omschreven in artikel 3.4 sub d van het sociaal plan.

  4. De kantonrechter heeft miskend dat ingevolge artikel 1 van het sociaal plan, dat plan van toepassing is op [geÔntimeerde], tenzij anders of aanvullend in nadere individuele afspraken is overeengekomen.

    Tegen de beide bestreden vonnissen:

  5. Ten onrechte heeft de kantonrechter geoordeeld dat [geÔntimeerde] redelijkerwijs aan het sociaal plan de betekenis mocht toekennen die hij eraan heeft gegeven en dat hij redelijkerwijs mocht verwachten dat voor hem als gegarandeerde periode geldt de periode tot de datum van uittreden per het bereiken van de 61-jarige leeftijd en derhalve heeft de kantonrechter

    Essent ten onrechte veroordeeld tot betaling van € 34.856,55 ter zake van de afkoopsom, verschuldigd uit hoofde van het sociaal plan.

    3.2 [geÔntimeerde] heeft in het incidenteel appel (zakelijk weergegeven) de volgende grieven aangevoerd tegen het eindvonnis van 28 november 2005:

  6. Ten onrechte heeft de kantonrechter de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.

  7. Ten onrechte heeft de kantonrechter het salaris van de gemachtigde van [geÔntimeerde] bepaald op niet meer dan € 650,--.

    4 De vaststaande feiten

    De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 11 april 2005 onder 2.1 tot en met 2.5 feiten vastgesteld. Tegen deze vaststelling zijn geen grieven gericht zodat ook het hof in hoger beroep van deze feiten zal uitgaan. Op grond van hetgeen verder is gesteld en niet of onvoldoende weersproken, kunnen hieraan de volgende vaststaande feiten worden toegevoegd.

    4.1 In een brief van 28 januari 1998 van Edon aan [geÔntimeerde] is onder andere het volgende vermeld:

    "In vervolg op ons schrijven van 18 december 1997 doen wij u op verzoek van de vakorganisaties nog enige aanvullende informatie toekomen.

    Het voor u in oktober 2002 beschikbare bedrag van : f. 222.279,-- wordt als volgt opgebouwd.

    Vanaf oktober 2002 tot "einddatum" (vervroegd uittreden bij Eurest) bouwt u jaarlijks uw garantiebedrag conform de volgende staffel op. (...)"

    4.2 In een brief van 25 februari 1998 van Edon aan [geÔntimeerde] is onder andere het volgende vermeld:

    (...)

    Op vrijdag 20 februari 1998 is een onderhandelaarsakkoord bereikt met vakorganisaties over het Sociaal Plan overgang cateringactiviteiten. Op een aantal punten is op verzoek van de vakorganisaties...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT