Eerste aanleg - meervoudig van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), Douanekamer, 22 de Mayo de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Mayo de 2007
Uitgevende instantie:Douanekamer

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Douanekamer

Uitspraak

in de zaak nr. 03/3265 DK

de dato 22 mei 2007

  1. De procedure

    1.1.Op 19 augustus 2003 is bij de douanekamer van het Gerechtshof te Amsterdam (hierna: de Douanekamer) een beroepschrift ingekomen van K te R, ingediend namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A B.V. te R, belanghebbende.

    Het beroep is gericht tegen de uitspraak van de inspecteur van 11 juli 2003, kenmerk ..., waarbij het bezwaar van belanghebbende tegen de uitnodiging tot betaling ten bedrage van f 90.587,30 (€ 41.106,72) aan douanerechten, vermeld op het aanslagbiljet van 4 augustus 2000, nummer ..., werd afgewezen.

    1.2. Van belanghebbende is door de griffier een griffierecht geheven van € 232.

    De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    1.3. Bij brief van 26 januari 2005, ingekomen op 27 januari 2005 heeft de inspecteur nadere stukken ingediend. Belanghebbende heeft bij op 1 februari 2005 ingekomen brief van 31 januari 2005 een Nederlandse vertaling ingediend van het hierna onder 2.3 te melden rapport.

    1.4. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden tijdens de zitting van de Douanekamer van 10 februari 2005. De zaak is gelijktijdig behandeld met de zaak welke onder nummer 03/3266 bij de Douanekamer is geregistreerd. Namens belanghebbende zijn verschenen haar gemachtigde K, tot bijstand vergezeld van mr. C, alsmede namens de inspecteur mr. H en W. Partijen hebben ter zitting elk een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd. De Douanekamer rekent deze pleitnota's tot de stukken van het geding.

    1.5. De Douanekamer heeft de behandeling van het beroep aangehouden naar aanleiding van een door haar op 14 juni 2004, onder nummer 02/3726 DK vastgestelde uitspraak, waarin - in een ander geding - aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg ( hierna: het Hof van Justitie) prejudiciÎle vragen zijn voorgelegd inzake de uitlegging van artikel 220, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van het Communautair douanewetboek (verder: CDW).

    1.6. Het Hof van Justitie heeft die zaak ingeschreven onder nummer C-293/04 en heeft bij arrest van 9 maart 2006 (hierna: het arrest van het Hof van Justitie), voor zover te dezen van belang, het volgende voor recht verklaard:

    "1) Artikel 220, lid 2, sub b, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2700/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2000, is van toepassing op een douaneschuld die is ontstaan Èn is nagevorderd vÛÛr de inwerkingtreding van deze verordening.

    2) (...)

    3) Wie zich beroept op artikel 220, lid 2, sub b, derde alinea van verordening nr. 2913/92, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2700/2000, moet de nodige bewijzen ter onderbouwing van zijn vordering overleggen. Zo moeten in beginsel de douaneautoriteiten die op grond van dat artikel 220, lid 2, sub b, derde alinea, initio, douanerechten willen navorderen, bewijzen dat de afgifte van de onjuiste certificaten te wijten is aan de onjuiste weergave van de feiten door de exporteur. Wanneer het voor de douaneautoriteiten wegens een uitsluitend aan de exporteur toe te rekenen nalatigheid echter onmogelijk is, te bewijzen dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is opgesteld op basis van een juiste dan wel onjuiste weergave van de feiten door deze laatste, moet de belastingschuldige bewijzen dat dit door de autoriteiten van het derde land afgegeven certificaat op een juiste weergave van de feiten was gebaseerd."

    1.7. Naar aanleiding van het arrest heeft op 17 april 2007 een nadere mondelinge behandeling plaatsgevonden. Aldaar is namens belanghebbende verschenen haar vorengenoemde gemachtigde K, alsmede namens de inspecteur mr. H en J. Beide partijen hebben een pleitnota overgelegd en voorgelezen. Deze pleitnota's worden tot de gedingstukken gerekend.

  2. De vaststaande feiten

    2.1. Belanghebbende, douane-expediteur, heeft op 13 augustus 1997 onder nummer ... aangifte voor het vrije verkeer gedaan van een zending welke in de aangifte omschreven is als "ruwe rietsuiker, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere (rendement 92%) als bedoeld bij Tab II, post 1", (hierna: de goederen), verpakt in zes containers waaronder de containers met de nummers CATU 282201/2 en EWLU 223385/4. De goederen zijn aangegeven onder post 1701 1190 van het Gemeenschappelijk douanetarief (hierna: GDT).

    Bij de aangifte werden de Nederlandse Antillen vermeld als land van oorsprong en werd aanspraak gemaakt op toepassing van een preferentieel tarief van 0% in het kader van de regeling voor Landen en Gebieden Overzee (LGO). Ten bewijze van de aangegeven oorsprong van de goederen zijn bij de aangifte certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 (hierna ook: EUR.1-certificaten) overgelegd met de nummers A 14660 en A 14661. In vak 7 van deze certificaten is vermeld: "uitvoer volgens: Art. 6 bijlage 2 van het associatiebesluit van 25 juli 1991, als ook EEG verordening nr. 224 92 d.d. 31 januari 1993".

    Bij de afhandeling van de aangifte is de preferentie toegekend; de goederen zijn met toepassing van het voormelde preferentiÎle tarief in het vrije verkeer gebracht.

    2.2. Bij brief van 23 maart 1998 heeft de inspecteur de Inspectie der Invoerrechten en Accijnzen te Willemstad, CuraÁao (Nederlandse Antillen) verzocht de juistheid van de gegevens betreffende de oorsprong van de goederen vermeld op de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 nrs. A 14660 en A 14661 te controleren.

    2.3. Het Europees Bureau van de Fraudebestrijding (OLAF), een dienst van de Europese Commissie, heeft tezamen met een vertegenwoordiger van de lidstaat Nederland gedurende de periode 26 mei 1999 tot en met 13 juni 1999 de Nederlandse Antillen bezocht in het kader van een controle en boekenonderzoek naar de oorsprong van een aantal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT