Kort geding van Rechtbank 's-Gravenhage, 8 de Octubre de 2007

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 8 de Octubre de 2007
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

sector civiel recht - voorzieningenrechter

Vonnis in kort geding van 8 oktober 2007,

gewezen in de zaak met rolnummer KG 07/977 van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Meteo Consult B.V.,

gevestigd te Wageningen,

eiseres,

procureur mr. E. Grabandt,

advocaat mr. W.J.W. Engelhart te Utrecht,

tegen:

de Staat der Nederlanden (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut),

zetelende te 's-Gravenhage,

gedaagde,

procureur mr. A.J. Boorsma.

Partijen zullen worden aangeduid als 'Meteo Consult' en 'het KNMI'.

  1. De relevante regelgeving

    1.1. Op 1 februari 2002 is de Wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (hierna: Wet op het KNMI) in werking getreden.

    1.2. In artikel 3 Wet op het KNMI zijn de taken van het KNMI geregeld:

    1. Het KNMI heeft tot taak:

    a. het beschikbaar maken, houden en stellen van een algemeen weerbericht voor de Nederlandse samenleving;

    b. het beschikbaar maken, houden en stellen van KNMI-gegevens;

    c. het beschikbaar maken, houden en stellen van luchtvaartmeteorologische inlichtingen;

    d. het verrichten van onderzoek;

    e. het adviseren van Onze Minister op het terrein van de meteorologie en andere geofysische terreinen;

    f. deel te nemen in internationale organisaties op het terrein van de meteorologie en andere geofysische terreinen;

    g. het onderhouden van de nationale infrastructuur voor de meteorologie en andere geofysische terreinen.

    2. Bij regeling van Onze Minister kunnen op het terrein van de meteorologie en andere geofysische terreinen nadere regels worden gesteld inzake de inhoud en reikwijdte van de in het eerste lid genoemde taken.

    1.3. Artikel 4 Wet op het KNMI bepaalt:

    Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld inzake het vaststellen van een onderzoeksprogramma, een onderzoeksplan, een jaarplan en een jaarverslag.

    1.4. Artikel 10 Wet op het KNMI bepaalt:

    1. Het KNMI kan, voorzover het past in het onderzoeksprogramma en het onderzoeksplan, bedoeld in artikel 4, onderzoek in opdracht van derden verrichten.

    2. De kosten van het onderzoek worden integraal doorberekend aan de opdrachtgever.

    3. Voor onderzoeken als bedoeld in het eerste lid wordt een gescheiden boekhouding bijgehouden, waarin:

    a. de interne rekening voor die onderzoeken gescheiden is van die voor de overige activiteiten;

    b. alle kosten en opbrengsten van die onderzoeken, op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen inzake kostprijsadministratie, worden toegerekend;

    c. de beginselen inzake kostprijsadministratie volgens welke de gescheiden boekhouding wordt gevoerd, duidelijk zijn vastgelegd.

    4. Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld inzake de aan het onderzoek verbonden kosten die worden doorberekend en inzake de administratie van de kosten die aan de doorberekening ten grondslag liggen.

    1.5. Blijkens de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 2000/01, 27 623, nr. 3; hierna: de toelichting) is wet erop gericht om de publieke en commerciële taken van het KNMI te ontvlechten. Over de noodzaak van een wettelijke basis voor de publieke taken van het KNMI vermeldt de toelichting (p.1-2):

    De taken van het KNMI zijn gericht op de veiligheid van de Nederlandse samenleving, voorzover die wordt bepaald door meteorologische omstandigheden en omstandigheden op andere geofysische terreinen. Tot andere geofysische terreinen worden de seismologie, oceanografie, hydrologie en klimatologie gerekend. De zorg voor de veiligheid van de Nederlandse samenleving is bij uitstek een taak van de overheid. Om deze taak te kunnen verrichten houdt het KNMI de noodzakelijke infrastructuur van technische voorzieningen, kennis en internationale netwerken in stand. Een infrastructuur die zodanig kostbaar is, dat deze activiteit economisch gezien niet te exploiteren is door de commerciële weermarkt als marktactiviteit. Tegen deze achtergronden zijn de taken van het KNMI als publieke taken aan te merken.

    Het onderbrengen van de voormalige commerciële taken van het KNMI in 1999 in een besloten vennootschap heeft een inkadering van de publieke taken noodzakelijk gemaakt. De afbakening met de markt zal op grond van dit wetsvoorstel verder gestalte krijgen. Daaraan bleek met name buiten de overheid behoefte te bestaan. Daarnaast zal een duidelijke inkadering mogelijk een stimulerend effect hebben op de ontwikkeling van de particuliere weermarkt. Een heldere afbakening tussen publieke taken en private activiteiten maakt immers ook duidelijk wat de mogelijkheden voor de particuliere weermarkt zijn.

    Een deel van de KNMI-werkzaamheden kan in concurrentie geschieden. In dit verband kan worden genoemd door het KNMI te verrichten onderzoek voor derden. Ingevolge de Aanwijzingen inzake het verrichten van marktactiviteiten door organisaties binnen de rijksdienst (aanwijzing 4) mogen marktactiviteiten slechts worden verricht, indien het verrichten van deze activiteiten is opgedragen bij of krachtens de wet.

    Op grond van het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109) (ICAO-Verdrag) in samenhang met Annex 3 van het verdrag zijn de verdragsluitende partijen, waaronder Nederland, gehouden de autoriteit aan te wijzen die uit naam van de verdragsluitende staat de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT